Londen – Mijn eerste bezoek aan de perstribune in het Lagerhuis ging bijna de Londense mist in. Net voordat ik op de fiets sprong, had ik besloten mijn colbert thuis te laten, omdat zulks te warm zou zijn onder mijn dubbelknoopse jas. Wie wil er bezweet arriveren in de Moeder der Parlementen? ‘Waar is je jasje?’ was de eerste reactie van Jerry, de Engelse journalist die me zou begeleiden aangezien er voor buitenlanders amper parlementaire perskaarten zijn. Gelukkig hing er een reservejasje.
Een bezoek aan het Palace of Westminster heeft iets magisch. Neem de entree via de koude Westminster Hall, waar parlementariërs Karel I ter dood veroordeelden en waar nu muizen voor vertier zorgen bij groepen scholieren in hun uniformpjes. Vervolgens lopen door St Stephen’s Hall, waar grootheden als Edmund Burke en Robert Walpole een erehaag vormen. Dan de Central Lobby waar de beschermheiligen van de vier Britse naties een oogje op de aanwezigen houden, alsmede alle vorsten sinds Willem de Veroveraar.
Hier roept een bode elke ochtend luidkeels ‘SPEAKER!’, ten teken dat iedereen opzij moet voor de Processie van de Kamervoorzitter. Voorafgegaan door de Serjeant at Arms – in maillot – met het gouden zwaard loopt de Speaker met de slippendrager, secretaris en kapelaan naar het Lagerhuis. Laatstgenoemde gaat voor in het gebed waarmee elke zittingsdag begint. De Speaker zit als een God op zijn zetel. Kamerleden die binnenkomen of weggaan geven hem een buiging.
Parlementariërs hoeven zich niet aan te melden wanneer ze willen spreken. Opstaan en de blik van de Speaker vangen is genoeg. Volksvertegenwoordigers spreken elkaar aan met ‘My Right Honourable Friend’, ‘The Right Honourable Member’ of ‘My Learned Friend’ (voor juristen). Beledigen mag, maar wel op een beleefde, eufemistische manier. Iemand liegt niet, maar begaat, in Churchills woorden, een ‘terminologische onnauwkeurigheid’.
Het wemelt van de archaïsche procedures, waar met name de progressieve Schotten allergisch voor zijn, zoals het stemmen door naar de voor- of tegenkamers te lopen. ‘Division. Clear the Lobbies!’ klinkt het dan theatraal. Het taalgebruik is soms raadselachtig. Toen de regering de stemming over de Brexit uitstelde, zei The Leader of the House dat het vervolgdebat ‘tomorrow’ is, wat ‘ergens in de toekomst’ betekent. Hierop pakte een socialist het zwaard op, om er als King Lear mee te zwaaien.
Britse politiek is theater, iets wat ze in Brussel, waar efficiëntie en functionaliteit heilig zijn, nooit helemaal zullen begrijpen.