Zowel Charles Babbage, de bedenker van de eerste computer in 1833, en Alan Türing, de vader van onze twintigste-eeuwse computer, bogen zich over de kwestie van een schakende machine. Het probleem: een computer kan onmogelijk alle posities op de 64 velden van het schaakbord doorrekenen. Kortom: hoe programmeer je strategie en intuïtie? Rond 1950 formuleerde Claude Shannon, grondlegger van de informatietheorie, de eerste schaakprogrammeerregels. Op grond van zaken als materieel voordeel, de opstelling van de pionnen, aanvalsopeningen en verdedigingsverplichtingen zoekt een algoritme naar de beste zet, ervan uitgaande dat de tegenstander ook steeds een optimale zet doet. De schaakcomputers uit de jaren zeventig konden drie tot vijf zetten vooruitdenken; Deep Blue kijkt twaalf zetten vooruit en analyseerttweehonderd miljoen stellingen per seconde - terwijl Kasparov zo'n drie stellingen per seconde kan beschouwen… Daarnaast beschikt Deep Blue over een openingenbibliotheek die alle openingen bevat die ooit zijn gespeeld op twintigste-eeuwse grootmeestertoernooien.
Van traditioneel zwakke punten van schaakcomputers, zoals strategie en het blind kiezen voor materieel voordeel, leek Deep Blue nauwelijks last te hebben. Het resultaat was een computer die, zoals Kasparov zelf zei, niet altijd als een computer speelde maar menselijke trekjes vertoonde.
In de tweede partij begon Kasparov met een klassieke opening, de Spaanse opening of het Ruy Lopez. Kasparov ontwikkelt een goed positioneel spel en zet de machine flink onder druk. In de 36ste ronde doet Deep Blue echter een zet die Kasparov de hele week zal bezighouden: in plaats van zijn dame op b6 diep in Kasparovs verdediging te positioneren, kiest hij voor een pionnenruil. Negen zetten aan beide zijden later geeft Kasparov zijn stelling op en Deep Blue pakt de winst. De analyse achteraf wijst uit dat Kasparov tot een gelijkspel had kunnen komen. Kasparov probeerde in de derde ontmoeting met een ongewone openingszet (d3) Deep Blue in verlegenheid te brengen, maar de computer liet zich niet van de wijs brengen. Het vervolg van de wedstrijd kennen we. Na drie remises tegen een nog altijd fitte computer voelt Kasparov zich machteloos en uiteindelijk verliest hij.
Voor Kasparov een niet te vatten ervaring: diep in het brein van deze wezenloze machine zat misschien wel een idee dat hem te boven ging!