Bij het beeld van de gevallen soldaat is de context bepalend: de rijen witte graven van de slachtoffers in Normandië roepen eerbied en dankbaarheid op terwijl televisiebeelden van groene body bags in Vietnam vooral walging en protest tot gevolg hebben. Even dubbelzinnig is het contemporaine kader, Irak. Neem de recente nieuwsfoto van de in de Amerikaanse vlag gedrapeerde doodskisten: de precisie waarmee de kisten in rijen naast elkaar zijn geplaatst op de blinkende stalen vloer van het legervliegtuig versterkt op een vreemde manier sympathie bij de kijker. De betekenis van de foto lijkt gelegen in het idee dat deze mannen en vrouwen op bewonderenswaardige wijze zijn gestorven voor hun land. Maar dat is slechts een illusie.
Sinds de Vietnamfilms van de jaren tachtig is de legerbegraafplaats, de doodskist of de body bag een krachtig symbool van politiek protest geworden. In deze anti-oorlogsfilms maakt de regisseur als het ware de kist open om te laten zien dat er een echt mens in ligt en geen anonieme vechtmachine.
Dat doet ook regisseur Peter Weir in zijn adembenemende avonturenfilm Master and Commander, gebaseerd op de zeeslagromans van Patrick OBrian. Tijdens een begrafenis op zee laat Weir de camera langzaam boven de gezichten van de gestorvenen bewegen. Eén voor één ziet de kijker ze: kinderen en oude matrozen liggen naast elkaar, gewikkeld in de Union Jack, gereed om te verdwijnen in de diepte van de zee.
Dit soort scènes krijgt bij een tweede blik op de film nu op dvd nieuwe betekenis. Dat komt door de gelaagde vertelling en de complexe motivering van het hoofdpersonage, de Engelse kapitein Jack Aubrey (Russell Crowe). Voor hem bestaat alleen de natiestaat; hij ziet zijn schip als een stukje Engeland in den vreemde. Van zijn manschappen verwacht hij dat ze hun leven geven voor hun land. Hij is als zijn grote voorbeeld Lord Nelson, die ooit, toen iemand hem vroeg of hij het niet koud had, zei dat hij voor warmte genoeg had aan zijn passie voor koning en vaderland.
Een ironische tegenstem is Aubreys boezemvriend, de scheepsarts en natuurkundige Stephen Maturin (Paul Bettany). Maturin wantrouwt leidersfiguren. Wanneer Aubrey koste wat het kost een vijandig Frans schip wil vernietigen, lijken de angsten van Maturin gegrond. Maar Aubrey is authentiek; hij is de ultieme conservatieve held. Edmund Burke zou trots op hem zijn geweest, zoals de recensent van The New York Times al schreef. In Aubreys ogen dient de mens nu eenmaal geregeerd te worden. En daar heb je mannen als hij voor nodig. Wat Aubrey onderscheidt van de corrupte machthebbers waar Maturin bang voor is, is zijn compassie. Hij ziet zijn mannen niet als soldaten, maar als mensen.
Die houding is levensgevaarlijk in tijden van oorlog. Dat is de reden waarom het Pentagon probeert beelden van Amerikaanse doodskisten in Irak te verbieden. Vergeefs, blijkt nu. Na Vietnam is de doodskist opnieuw politiek geladen. Wrang is dat de foto van de «steriele» kisten in het vliegtuig evengoed gevoelens van patriottisme bij de kijkers had kunnen opwekken. Dat was de reden waarom het actualiteitenprogramma Nightline van ABC een stapje verder is gegaan door ook de namen van gevallen soldaten voor te lezen en een foto van ze te laten zien. Geen landsvlag die dan nog de tragedie kan wegstoppen.