
In zijn beginjaren vormde hij een duo met zijn jeugdvriend Eli Semoun, een joodse Marokkaan, met wie de symbiotische band zo sterk was dat beiden, in de woorden van Semoun, soms niet eens wisten ‘wie nu de jood is en wie de zwarte man’. Hun populariteit midden jaren negentig, die samenviel met de opkomst van het Front National, was voor een groot deel te danken aan hun scherpe afrekening met xenofobie. Het is voor Semoun dan ook nog steeds een raadsel waarom zijn vriend na de eeuwwisseling steeds verder weggleed in een paranoïde waanwereld waarin een Frans-joods establishment complotten smeedt tegen migranten en waarin de herinnering aan de holocaust geldt als ‘herdenkingspornografie’. In 2004 publiceerde Semoun in Le Nouvel Observateur een open brief aan Dieudonné. ‘Ik voel mij verraden, je bent niet meer dezelfde Dieudo die ik heb gekend. Ik kende je als heel grappig. (…) Binnen het genre van het antiracisme waren wij de beste.’
Afgelopen weken deed Dieudonné weer van zich spreken met zijn antisemitische grappen. Semoun reageerde hier twee keer op. Gisteren in een radioprogramma: ‘Ik heb nog steeds affectie voor hem (Dieudonné). Ik weet dat ik daar miljoenen mensen mee zal kwetsen (…) maar hij is mijn vriend, het spijt me.’ Op zaterdag reageerde Semoun op Dieudonné met een korte sketch waarin hij explicieter zijn afkeur uitsprak over het antisemitisme van zijn vriend:
Opmerkelijk aan Dieudonné’s populariteit is de bonte samenstelling van zijn publiek. Die bestaat niet alleen maar uit de islamitische jeugd uit de banlieues, maar telt evengoed een groot aantal autochtone, goed opgeleide jonge Fransen. Volgens oud-minister Bruno le Maire is de populairiteit van Dieudonné een teken dat het onderwijs over de Holocaust te wensen overlaat met een banalisering van racisme als gevolg. Duidelijk bewijs voor zo'n conclusie over het Frans onderwijssysteem ontbreekt vooralsnog, maar dat er wel degelijk een tendens tot banalisering van racisme bestaat is onmiskenbaar het geval. In het NRC Handelsblad van 10 januari kwamen enkelen van deze jonge, autochtone Fransen aan het woord over Dieudonné. Aannemer David Martin: ‘Ja, zijn grappen zijn hard en de machthebbers in Parijs begrijpen dat soort dingen niet. Maar hoeveel jaar is die oorlog nu voorbij? Daar mag je inmiddels wel om lachen toch?’ Ene Antony: ‘De grappen die hij maakt over de Joden en de oorlog zijn allemaal overdrachtelijk bedoeld.’ Dit deel van het publiek lijkt vooral aan te slaan op de vermeende ‘systeemkritiek’ die zij in de antisemitische uitspattingen van Dieudonné herkennen.
Dieudonné heeft onmiskenbaar komisch talent. Voordat hij van de rails raakte, werd hij gerekend tot een van de grote beloften van zijn generatie. In deze oude sketch, waarin hij de aanslagplegers van elf september op de hak neemt, is een glimp van dat talent te zien.
Het volledige artikel over Dieudonné is te lezen in de Groene Amsterdammer van deze week.