Vladimir Poetin, Jacky Chan, Heather Mills, Clarence Seedorf – en Bert Meerstadt. Iedere dag brengt nieuwe opwinding. Stanley Kubrick, hij ook al? Wie daarentegen, zoals president Obama, verder kijkt dan de poppetjes laakt niet het misbruik van de wet maar de wet zélf. Wat immoreel is, blijkt toch legaal! Verontwaardiging alom.
Maar hoe naïef moet je zijn om het gek te vinden dat Messi en Pa Cameron legale manieren vonden om hun geld elders te stallen? Wat de Panama Papers tonen is niet anders dan wat het afgelopen decennium keer op keer onthuld werd: de accountants, de fiscalisten, zij die achter brievenbussen opereren, werken ten gerieve van de zeer rijken. En dan hebben we het niet slechts over zangers en voetballers, maar ook over politici, rechters, senatoren en parlementariërs. In die kringen betaalt niemand meer belasting, lijkt het wel. De vis rot dus toch vanaf de kop.
Hier ligt een echte vraag. Verontwaardiging is nobel, maar kan iemand me uitleggen hoe het zo ver gekomen is?
Die iemand is wat mij betreft William Black. In de tweede helft van de jaren tachtig was deze bebaarde hoogleraar uit Missouri een hooggeplaatste toezichthouder van de ‘Savings & Loans’-banken die een daverende financiële crisis veroorzaakten – de (toen) grootste in het Westen sinds de crash van 1929. In die tijd werd fraude serieus genomen. Blacks collega’s bij de Office of Thrift Supervision startten ruim drieduizend rechtszaken; meer dan duizend frauduleuze bankiers belandden achter de tralies. De banken werden volledig afgedroogd door de toezichthouder.
De fraude die tot de crisis van 2008 leidde was wijdverbreider en veel lelijker. Ze kostte direct betrokkenen in de Verenigde Staten zeventig keer meer dan de S&L-crisis. Maar de Amerikaanse toezichthouders zijn nauwelijks strafzaken begonnen. Vrijwel geen enkele bankier zit er achter de tralies. Een schikking hier en daar, een enkele boete betaald door aandeelhouders misschien: dat was het wel.
Wat ging er mis? Lees Black. Hij werd specialist in financiële fraude en legde zijn inzichten vast in zijn boek The Best Way to Rob a Bank is to Own One. Zijn centrale concept: control fraud.
Fraude 1.0 is de kunst iemand anders door misleiding zijn geld afhandig te maken. De innovatie van control fraud is dat de buit formeel al van jou is. Zorg dat je topman van een bedrijf, bank, verzekeraar wordt. Haal dan de zaak leeg, met hulp en dekking van politiek en toezichthouder. Dát is fraude 2.0. Niemand maakt je iets, want je bent je eigen slachtoffer. In de opmaat naar 2008 groeiden hypotheekbanken als kool door het verstrekken van liar loans waaraan ze wel ten onder móesten gaan – maar niet dan nadat de topmannen er rijk van waren geworden.
De verklarende ondertitel van Blacks boek is dan ook How Corporate Executives and Politicians Looted the S&L Industry. Dat was toen. Vervang ‘the S&L Industry’ door ‘the economy’ en je hebt een idee van wat er mis is in 2016. De Panama Papers zijn de uitkomst van fraude 3.0: control fraud op systeemniveau. De S&L-fraudeurs zetten de strategie van een bedrijf naar hun hand om hun zakken te vullen. Bij fraude 3.0 zetten ze de strategie van hele economieën naar hun hand.
Die functioneren niet meer ten behoeve van productie, werkgelegenheid, innovatie, bbp-groei of andere ouderwetse doelen. De economie is er sinds de jaren negentig steeds meer om de elite te verrijken. De uitkomst kun je niet eens fraude noemen, want het is legaal. De belastingen op vermogens gingen sterk omlaag. Voor wie zelfs dat nog te veel vindt – iedereen, lijkt het wel – zijn er legio ontsnappingsroutes gecreëerd.
Waar zijn intussen de harde toezichthouders, daadkrachtige politici, sterke vakbonden en scherpe economen die dit zien en aan de kaak stellen? Weg. We leven niet meer in de jaren tachtig. Dat is precies de essentie van control fraud. Vecht niet tegen bestuurlijke en intellectuele tegenkrachten, coöpteer ze. Wie zijn ideologische veren afschudt, maakt ruimte voor vogels van ander pluimage. ING-bankiers die meeschrijven aan wetgeving, bijvoorbeeld. Een AFM bevolkt door voormalige bankiers en accountants. Control fraud is het lelijke broertje van publiek-private samenwerking. De toezichthouder is tandeloos, vakbonden zijn een lachertje, linkse economen (scherp of anderszins) zo goed als uitgestorven, politici besturen de BV Nederland.
Wat overblijft, zijn medialekken en publieke verontwaardiging. Ook dat past in de logica van control fraud: waar een systeem van bovenaf gemanipuleerd wordt, kan verandering alleen van onderaf komen – door volkswoede en onderbuikgevoelens. Wie daar niet van houdt, moet wel met een alternatief komen.