Als hij in de Amsterdamse Stadsschouwburg, waar hij jaren huisfotograaf was, aan het werk ging, zette de chef techniek van het ensemble altijd speciale kistjes op het podium, zodat Kors snel van perspectief kon wisselen, zonder iets in de dynamiek van toneelspelers en dansers te missen. Beweging was zijn stijl. Ook als dat tot onscherpte in de afdruk leidde. Om zijn nek hingen meestal drie camera’s: een gewone, een groothoeklens en een kleine telelens. Hij zoefde om zijn onderwerpen heen, greep vliegensvlug naar de lens die hij nodig had. Kors maakte zijn foto’s niet vanuit positie, hij danste ze. Bij spelers en dansers, mensen van het moment, bewoog hij samen met hen naar dat moment.

Afwezig in het werk van Van Bennekom is ‘het vlies van de pose’, zoals schrijver Bernlef, een bewonderaar, het noemde. De door Kors gefotografeerde mensen, ook de kunstenaars, blijven bezig met wat ze onder handen hebben, met wat dóórgaat. Als er wel sprake is van een soort pose, wat bij dansers of toneelspelers nog wel eens voorkomt, dan is er altijd wel een tic bij de hand of een stoorzender in de buurt. Kijk naar de iconische scènefoto uit Brechts Hitler-toneelstuk Arturo Ui (Publiekstheater, 1983). Waarin gangsterbaas Ui (Gees Linnebank) les krijgt in openbaar optreden van de oude toneelspeler John Kraaijkamp, die schichtig (‘ik ben hier niet’) achter hem langs schiet. Ik durf te wedden dat regisseurs vaak van Kors’ beelden iets nieuws opstaken over wat ze aan het doen waren. Hij was hun eerste publiek. De eerste kijker.

In zijn dagelijkse doen was hij een verlegen mens. Achter de camera transformeerde hij in een brutaal straatjoch. Met die bravoure kwam in 1978 een van de meest intieme portretten van de danser Rudolf Nurejev tot stand. Hij repeteerde in Amsterdam met Rudi van Dantzig. Nurejev liep met een petje op. En dat pedante petje beviel de fotograaf van dienst maar niks. Hij jende de danser. Tijdens het repeteren liep Nurejev op Kors af, die op een keukentrapje stond, hij gooide zijn petje weg en maakte een gebaar alsof zijn lange armen een fotolijst werden om zijn gezicht heen. Van Bennekom drukte meteen af, pakte zijn boeltje en liep weg: hij had ’m. Van Bennekom: ‘Nurejev wist het. Hij knikte. Op de foto zie je zijn gezicht heel intiem. Je ziet dat er onder dat hoofd hard wordt gewerkt. Ik ben trots op zulke foto’s. Vakmanschap voor en achter de camera. Daar doe ik het voor.’ Kors van Bennekom stierf op 4 oktober.


Beeld: Rudolf Nurejev repeteert het ballet Over een donker huis dat Rudi van Dantzig voor hem maakte. Amsterdam, 1978;( Kors van Bennekom)