
In de roos, onvrolijk en realistisch. Bokma is op dit moment (nog tot half februari) als verteller en protagonist te zien in de voorstelling Sneeuw naar de gelijknamige roman van Orhan Pamuk bij NTGent. Waarover later meer.
Voor nu: Sneeuw is een hersenknersende vertelling over identiteit, collectieve kwaadheid, over de kunst van het vertellen zelf, over de liefde, Turkije en over thuisloos zijn en toch thuis. Gemaakt onder de bezielende leiding van de Vlaming Luk Perceval. Een waarlijk Europees denkend, intelligent toneelmaker en kunstenaar. In Hamburg, nu nog zijn thuisbasis, is hij op het toneel een groot verhaal aan het maken op basis van een fascinerend, in de late negentiende eeuw gesitueerd familie-epos van Emile Zola. Het tweede deel, Geld, werd onlangs voltooid. Bij Toneelgroep Amsterdam maakte hij afgelopen jaar Het jaar van de kreeft, naar de roman van Hugo Claus, met Gijs Scholten van Aschat en Maria Kraakman (De Groene, 30 maart 2016), een hoogtepunt van dit toneeljaar. Vanaf 2018 wordt Luk Perceval artist in residence bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel.
De Nederlandse toneelschrijfster Lot Vekemans, zo las ik op 5 december in de kranten, drong met haar al in achttien landen gespeeld toneelstuk Gif (2009) door tot een Amerikaans podium: op 10 november ging Poison in première in het off-Broadway Beckett Theatre in New York, met veel bijval van publiek en pers. Binnen niet al te lange tijd gaat in het Deutsches Theater in Berlijn, een van de grote toneelhuizen in de Duitse hoofdstad, een speciaal voor dat ensemble geschreven nieuw stuk van Vekemans uit. En nu we het toch over het Duitse toneel hebben: dankzij de alerte programmering van de Amsterdamse Stadsschouwburg hebben we daar, kort na de première in Hamburg, kunnen genieten van Unterwerfung, de intelligente toneelbewerking (als monoloog) van Houellebecqs meest recente roman. Over een islamitische president van Frankrijk, als compromiskandidaat van links en het politieke midden, om Marine Le Pen de wind uit de zeilen te nemen. Over de gevolgen daarvan voor het weldenkend, elitaire individu gaat dit stuk, over het gemak van de aanpassing en de ongemakkelijke consequenties daarvan. Slim bewerkt, prachtig geregisseerd, briljant gespeeld door Edgar Selge, toneelgebeurtenis van het jaar, ook in de ogen van onze oosterburen.
Het jaar 2016 was ook het laatste van Toneelgroep De Appel, ons oudste toneelensemble. Op 31 december komt een eind aan de bijna halve eeuw dat deze troep heeft bestaan, eerst onder oprichter en pater familias Erik Vos, daarna onder zijn leerling Aus Greidanus sr., ten slotte onder hekkensluiter-tegen-wil-en-dank Arie de Mol. Het verdwijnen is vooral te danken aan dom gekluns van de Haagse gemeentepolitiek en schandalige vormen van onbehoorlijk bestuur. Fijn afscheidscadeau voor burgemeester Jozias van Aartsen. En ja, dan hadden we in 2016 natuurlijk ook nog Johan Simons. Uit München teruggekeerd, waar hij vier jaar de ‘Kammerspiele’ leidde, werd hij weer artistiek leider van NTGent, waar hij al succesvol de baas was tussen 2005 en 2010. Maar: hij ging ook het Rotterdams toneel opschudden. En: hij ging ook een festival leiden in het Ruhrgebied. En: toen Schauspielhaus Bochum de speelbal dreigde te worden van een commerciële kermisexploitant (het energiedrankje Red Bull) nam hij ook daar de leiding over. En zodoende zou er vanaf 2017/2018 Europees theater gemaakt worden in de driehoek Gent-Rotterdam-Bochum. Het publiek werd als het ware de kluif van een Babylonische taalverrijking voorgehouden. Schouwburgdirecteuren, kunstbestuurders en cultuurambtenaren stonden aanvankelijk in de rij om Johan Simons als ‘muzen-redder’ te begroeten.
Het te voorziene slachtveld kon niet uitblijven en kwam er dan ook. Geen sterveling, ook Johan Simons niet, kan in vier agenda’s tegelijk leven. Het Rotterdamse schouwburgplein liep boordevol met directeuren, de artistieke talenten zochten spoorslags een goed heenkomen. In Vlaanderen worden de door Johan Simons’ gedrag geëntameerde Gentse en Bataafse Twisten sinds november nog uitsluitend in de kolommen van dagblad De Morgen uitgevochten. Johan Simons, verslaafd aan de hoge gages bij onze oosterburen, regisseert daar ondertussen de ene zeperd na de andere: het genante Die Neger naar Jean Genet bij Schauspielhaus Hamburg, de slaapverwekkende vertoningen Deutschstunde (naar Siegfried Lenz) en Schimmelreiter (naar Theodor Storm) bij Thalia aldaar. Hij schijnt zich vooralsnog in Bochum te hebben ingegraven. Het wordt hier te lande echt de hoogste tijd om op te houden met de langzamerhand in ieder subsidieformat afgedwongen aandacht voor ‘internationalisering’. Je kunt een globalist of Europeaan immers niet spelen. Niet voor een fortuin. En ook niet voor een in internationale Verelendung gefrituurde appel & een ei. Dat Ivo van Hove zijn internationale prijzenkast meer dan verdient, mij hoor je er niet meer over. Maar dat wij hier met ons allen zijn op de internationale, boventitelde, Anglo-Amerikaanse markt gemonteerde kassuccessen moeten gaan nastreven… ik zou het ernstig willen afraden. Het is sowieso onbetaalbaar. Zeker nu we cultuurpolitiek gesproken voorlopig zijn aangewezen op ambtsdragers die qua cultureel besef van ground zero afkomstig lijken te zijn.