Londen – De curry komt uit India, de kaas uit Frankrijk, de zalm uit Schotland, de tropische vruchten uit Maleisië en het varkensvlees uit Suffolk. Chelsea zorgt goed voor de bezoekende journalisten. De overdaad typeert de luxe van de Premier League, de spannendste, theatraalste en rijkste voetbalcompetitie ter wereld, de plaats waar roebels, yuans en oliedollars naartoe vloeien. Eerder dit jaar werd bekendgemaakt dat liefst vijftien clubs, waarvan enkele op het tweede niveau, in handen zijn van, veelal buitenlandse, miljardairs.
Dit is de elite van de voetbalwereld, wat dit seizoen wederom bewezen wordt nu er waarschijnlijk vijf Engelse clubs gaan overwinteren in de Champions League – een record. Het voetbal is kwalitatief beter dan voorheen, de stadions zijn luxer, de kaartjes duurder en de supporters vreedzamer. Sommige dingen zijn hetzelfde gebleven: de vaders die met hun zoontjes naar het voetbal gaan, de geur van hotdogs op weg naar het stadion en de geur van vers gemaaid gras. Kunstgras is hier voor de armen.
Romantici missen het volkse gevoel. ‘Jij moet naar Scunthorpe!’ gebood een bevriende journalist uit Nederland, nadat ik hem had bijgepraat over het culinaire feest in Stamford Bridge. ‘Toen ik in Engeland nog wel eens in een perskamer kwam, was er alleen droge cake en thee met of zonder melk, ingeschonken door een tandeloze oude vrouw die “Here you are, love” zei.’ Dat is ook de wereld waar de leden van Against Modern Football zich thuisvoelen. Niet Chelsea-Manchester United voor hen, maar Guiseley-Accrington Stanley voor de beker.
Een reëel probleem is dat de kloof tussen de Premier League en de rest almaar groter wordt. Al jaren klinkt er kritiek dat de rijkste clubs niet genoeg doen voor amateurs die soms niet eens cornervlaggen kunnen betalen. Daar komt bij dat voetbalvelden steeds vaker plaatsmaken voor woningbouw, zoals in een dorpje nabij Sunderland waar driftig actie is gevoerd voor het behoud van de velden van de Whitburn & Cleadon Junior Football Club.
Premier League-clubs zetten zich in voor de gemeenschap, waarbij de een (Everton) meer doet dan de ander (Arsenal), maar dat kan het onbehagen over de rijkdom niet wegnemen. Manchester United-middenvelder Juan Mata, bijvoorbeeld, heeft besloten om een procent van zijn salaris in het fonds Common Goal te stoppen, dat overal ter wereld straatvoetbal stimuleert. De Spanjaard heeft andere spelers gevraagd om mee te doen, maar slechts twee collega’s uit de Premier League hebben toegezegd dat te doen.