Dat de zeven jaar van George W. Bush voor Amerika en zijn bondgenoten op een ramp zijn uitgedraaid, daarover zijn we het met uitzondering van een paar hardnekkig gelovige columnisten wel eens. In de verkiezingsstrijd dienen zich nu de volgende vragen aan. Hoe groot is de schade en waar is die aangericht? En wat moet er worden gedaan voor het herstel? Zoals altijd hebben we er in Europa het grootste belang bij welk antwoord de Amerikanen in november zullen geven en tegelijkertijd hebben we er niet de geringste invloed op. Onder deze omstandigheden zou de Europese reactie dus voor de hand liggen: zelf een wereldmacht vormen die straks het Amerikaanse beleid in ieder geval enigszins zal kunnen beïnvloeden.

Maar dat is al sinds het begin van de Koude Oorlog een illusie en daarin zal ook onder een nieuwe Amerikaanse president geen verandering komen. We zullen hier nooit een politieke eenheid worden, en zelfs als het nog eens daarvan, mirabile dictu, zou komen, zouden we niet bereid zijn de consequenties te dragen. Het enige wat de Europeanen kunnen doen, is hopen dat Washington onder een nieuwe president verstandigere beslissingen zal nemen. Of die dan de Europese strijdlust zullen aanwakkeren? Waarschijnlijker is het dat ook dan de Europeanen tegen de geringste kosten zoveel mogelijk in de schaduw zullen blijven. Sharing the burden is al sinds 1949, toen de Navo werd opgericht, een onvervulde Amerikaanse wens.

Sinds het einde van de Koude Oorlog is de betrokkenheid van de Europeanen bij de wereldpolitiek verd er afgenomen. De oorlog in Joegoslavië heeft in zes jaar tweehonderdduizend levens gekost – van Europeanen – waarna er door Amerikaans ingrijpen een eind aan is gemaakt. Tot 11 september 2001 heeft het Westen in de waan verkeerd dat de eeuwige vrede was uitgebroken en daarna begon onder leiding van Bush de afbraak, onder omstandigheden die volstrekt verschillend zijn van die waaraan we gewend waren.

De Koude Oorlog was voor verreweg het grootste deel een uiterst overzichtelijke krachtmeting, die zich volgens ongeschreven regels en onder de dreiging van een kernoorlog heeft voltrokken. Wel bestonden er duidelijke voorstellingen van wat er zou gebeuren als, per ongeluk of opzettelijk, een van de partijen de regels grondig zou overtreden, zoals we in het boek van Herman Kahn, On Escalation, Metaphors and Scenarios, kunnen lezen en in Stanley Kubricks film Dr. Strangelove kunnen zien. Er liep pas werkelijk iets mis toen de partijen zich als het ware buiten het reglement van de wereldworsteling begaven, de Amerikanen in Vietnam en de Russen in Afghanistan.

Op 11 september zijn de scenario’s, de regels, de conferenties en de diplomatie in één klap afgeschaft. Van die klap is het Westen in zijn geheel niet hersteld. Na zesenhalf jaar is er nog steeds geen duidelijk signalement van de vijand en evenmin een doeltreffende manier om hem te bestrijden. De oorlog van de Amerikanen tegen de Taliban is een mislukking. Er moeten meer troepen van de Navo komen, zegt de Amerikaanse minister van Defensie Gates. Hij vindt ook dat ze beter moeten vechten, hoewel ook hij en zijn generaals niet weten hoe dat moet.

Deze radeloosheid blijft voor de bondgenoten niet verborgen; reden waarom op het ogenblik de Duitsers niet naar het gevaarlijke zuiden willen en de Canadezen overwegen naar huis te gaan. Wel komen binnenkort honderd Belgen de Nederlanders helpen, en zestig Georgiërs zijn in aantocht. Dat scheelt.

Het grote probleem van het Westen in zijn geheel is dat het wel de volgende aartsvijand heeft, maar dat die niet als een duidelijk identificeerbare partij kan worden herkend, en dat die zich daarbij bedient van strijdmiddelen waarop wij geen antwoord weten. Bermbommen, zelfmoordterroristen. We proberen de vijand tot een normale tegenpartij te maken door hem een naam te geven: islamofascisme, al-Qaeda. We doen alle moeite om hem met de gebruikelijke manieren – tanks, vliegtuigen, de meest geavanceerde wapens en geheime martelingen – te verslaan. Maar na vijf jaar oorlog in Irak houdt hij een leger van 150.000 man in Irak gegijzeld en in Afghanistan is hij weer in een geheimzinnige opmars.

Is dit een mislukking? Als zoiets in het normale bedrijfsleven zou gebeuren, was de directie allang ontslagen, of het bedrijf failliet gegaan. Naties, machtsblokken zijn geen bedrijven. Ze hebben een onuitputtelijke continuïteit, en een politiek mechanisme waardoor fundamentele fouten opnieuw en opnieuw kunnen worden gemaakt. Dat wordt door de geschiedenis van de afgelopen zeven jaar aangetoond. De vraag is of bij deze Amerikaanse verkiezingen dit fundamenteelste probleem wordt opgelost. Als er een wonder gebeurt.