Vorige week donderdagavond bleef ik al zappend op de bank hangen bij het programma VI Vandaag van Wilfred Genee. Het ging over een van de urgentste geopolitieke conflicten van dit moment: de spanningen tussen de VS en Rusland over Oekraïne. De Nederlands-Russische Euvgenia Parakhina, danseres en bekend van een aantal tv-programma’s, mocht de kwestie duiden. Zij probeerde de heren aan tafel en de kijker mee te nemen in de wereld van de Russen. Verfrissend, want kennis van die wereld en meer historische kennis in het algemeen kan bijdragen aan de-escalatie van dit gevaarlijke conflict.
‘Iedereen suggereert dat Rusland Oekraïne gaat binnenvallen (…) maar mensen willen dat helemaal niet. Ze hebben nog steeds trauma’s van de Tweede Wereldoorlog, ze willen absoluut geen oorlog’, aldus Parakhina. Ze deed een poging Russische angst voor navo-uitbreiding tot aan de Russische grens te duiden. Alleen was er niet echt ruimte voor een serieus gesprek, wel veel ongemakkelijk gegiechel. Zoals vaker gebeurt in het publieke debat wanneer men zich niet houdt aan het dominante narratief inzake Rusland, kreeg Parakhina geen eerlijke kans. Ze werd geridiculiseerd. De reactie van de heren aan tafel op haar vatte het prima samen: ‘wat u wilt is het beleid van Poetin goedkeuren’ en ‘de navo is niet een agressor’. Einde discussie.
Het begrijpen van de Russische politiek wordt vaak gemakkelijk opgevat als instemming met het beleid van president Poetin. Maar begrijpen en instemmen is geenszins hetzelfde. Er is alle aanleiding de Russische zorgen te begrijpen én serieus te nemen. Volgens de Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Zbigniew Rau, is de kans dat Europa betrokken raakt bij een oorlog de afgelopen dertig jaar niet zó groot geweest. Hij riep vorige week op tot een vreedzame oplossing.
Ook onze nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra zegt alles op alles te zetten voor de-escalatie. Hij twitterde na zijn eerste gesprek met Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de navo, dat hij trots was medeoprichter te zijn van het militaire bondgenootschap, ‘de hoeksteen van onze veiligheid’. De-escalatie is noodzakelijk, maar komt niet zomaar tot stand. De vraag die Hoekstra en andere Europese leiders zich moeten stellen: biedt de huidige navo-strategie van permanente uitbreiding (‘opendeurbeleid’) en militarisering ons de beloofde veiligheid? Het eerlijke antwoord: nee.
Voor de navo is Rusland een ‘systemische rivaal’, een belangrijke reden om van navo-lidstaten te vragen hun militaire uitgaven te verhogen. Waar het nieuwe kabinet gehoor aan geeft. De huidige situatie doet denken aan de Koude Oorlog, de periode na de Tweede Wereldoorlog toen de Sovjet-Unie en de VS lijnrecht tegenover elkaar stonden en zich tot op de tanden bewapenden. Massale navo-oefeningen aan de grens met Rusland, miljarden aan wapenleveranties aan Oekraïne, navo-oorlogsschepen in de Zwarte Zee, het draagt niet bij aan enige ontspanning in Europa. Ook het Amerikaanse raketschild waar sinds 2008 aan wordt gewerkt in Oost-Europa, dat tevens offensief ingezet kan worden, houdt geen rekening met de veiligheidszorgen van de Russen.
Oekraïne zelf is verdeeld en dreigt voortdurend uit elkaar getrokken te worden door Rusland in het oosten en de VS, navo en EU in het westen. Wat dat tot gevolg kan hebben weten we na de Maidan-revolutie in 2014, toen Rusland de Krim annexeerde. Enige reflectie over de koers en strategie van de navo is nodig.
De kern van het conflict rond Oekraïne draait om het opendeurbeleid van de navo en bewapening en militarisering van (navo-)landen aan de Russische grens. Oud-navo-chef Jaap de Hoop Scheffer stelde in 2018 al dat de navo de gespannen relatie met Rusland voor een belangrijk deel zelf heeft veroorzaakt, door continue uitbreiding van het bondgenootschap richting het oosten. Vooral de belofte van navo-lidmaatschap aan Oekraïne en Georgië, in 2008, heeft veel kwaad bloed gezet. Het oprukken van de navo vormt een begrijpelijke zorg voor Rusland. Deze zorg negeren kan tot grote ellende leiden.
navo-uitbreiding druist ook in tegen beloftes die verschillende westerse leiders maakten in de aanloop naar de Duitse hereniging in 1990. Toen werd toegezegd dat de navo niet zou opschuiven richting het oosten. Volgens de voormalige minister van Buitenlandse Zaken James Baker zouden de VS geen ‘inch’ opschuiven. Feit is dat sinds 1999 allerlei, veelal Oost-Europese landen toetraden tot de navo.
Voor de Amerikanen zijn de Russische eisen dat Oekraïne geen lid mag worden van de navo en er geen troepen en wapens in Oost-Europese landen geplaatst mogen worden een ‘non-starter’. De Russen zijn niet van plan de Russische troepen aan de Oekraïense grens terug te trekken en stellen zich dreigend op. Dat is het voorlopige, nogal schrale resultaat van drie internationale topontmoetingen. Is verdere escalatie dan onoverkomelijk? Dat is niet te hopen, want verdere escalatie tussen twee tot de tanden met kernbommen bewapende staten is een onacceptabel risico voor de hele wereld. Ook Nederland doet er daarom goed aan te blijven zoeken naar mogelijkheden tot ontspanning.