Brussel – In de marge van de Brexit-strijd vinden vele kleinere schermutselingen plaats. Zo zijn alle middelen geoorloofd in het getouwtrek om de investeerders. De aanval werd ingezet door premier May, die in september héél opzichtig ging flirten met het grote bedrijfsleven. Londen zal een paradijs op aarde worden voor multinationals, verkondigde ze brutaal op een bijeenkomst in New York, waar de belangrijkste zakenlui ter wereld bijeen waren. Een belastingparadijs, om precies te zijn. Wat May betreft wordt het post-Brexit-Brittannië er een van maximale winsten en minimale regelgeving.

Het is het fiscale scenario waarvoor werd gevreesd door de overige lidstaten van de Europese Unie. Niet voor niets hadden de Nederlandse coalitiepartijen in het regeerakkoord van 2017 een flinke verlaging van de vennootschapsbelasting afgesproken. De dreiging van een belastingwedloop hing ook toen al boven Europa.

Maar de EU heeft meer noten op haar zang dan enkel een ordinair kortingenfestijn voor multinationals. Vast niet geheel toevallig lekte enkele weken na May’s openingszet uit dat de Europese ‘blijvers’ van plan zijn de Britten aan bepaalde Europese belastingstandaarden te houden. Het fiscale terrein valt weliswaar in principe buiten de zeggenschap van de Europese Unie, maar jezelf schaamteloos in de uitverkoop gooien is dusdanig verstorend voor het gelijke speelveld dat de lidstaten gehouden zijn aan een ‘Code of Conduct on Business Taxation’. Zo ook zij die nog een beetje soepel met de EU handel willen drijven.

De druk vanuit de Britse financiële sector om fiscale kortingen door te voeren blijft evenwel enorm. De machtige bankenlobby kwam met een rapportje waaruit blijkt dat The City afstevent op een economisch ravijn, met zowel een Brexit als een linkse Labour-regering in het verschiet. Alleen fikse reductie van de fiscale tarieven kan volgens de bankiers voorkomen dat Dubai en Singapore over Londen heen denderen.

De EU heeft al weer een nieuwe zet gedaan. Vorige week meldde de Financial Times dat kamp ‘Brussel’ naar het Europese Hof is gestapt om Groot-Brittannië aan te klagen vanwege vermeende illegale belastingvoordelen voor grondstoffenhandelaren. Ook wordt er nog gauw twee miljard euro geëist in een douanedispuut rond de frauduleuze invoer van Chinese kleding. Het ziet ernaar uit dat in de Brexit-strijd nog maar één wet geldt: de wet van de grote bedragen.