
Ik was op de Design Academy in Eindhoven aangesteld als hoofddocent van de nieuwe afdeling ‘Het Atelier’. Ik moest het ambacht ‘van om de hoek’ weer terugbrengen de lokalen in. De eerste lichting studenten was een hechte groep. In eerste instantie vond ik Christiens afstudeerproject helemaal niet zo geslaagd. Ze had alle spullen die in één week werden ingenomen op Schiphol in kaart gebracht en daar een boekje van gemaakt. Ik wist niet wat ik ermee aan moest – wat ik op de Design Academy wilde bewerkstelligen ging om producten maken, hands on zijn, maar dit was meer een studie, wetenschap. Achteraf gezien heeft ze me met dit werk verwonderd. Het heeft me iets laten zien wat ik nog niet kende in het ontwerpen: een journalistieke en onderzoekende houding. Ik ben haar dankbaar dat ze me iets heeft geleerd. Volgens mij raakt dat meteen de kern van wat iemand een goede docent maakt: je moet je kunnen laten inspireren door je leerlingen en niet star zijn – iemand die ook luistert en niet alleen zendt.
Uiteindelijk is het natuurlijk prachtig. als je wakker wordt geschud door een docent die je inspireert om te gaan zoeken naar een eigen handschrift. Mijn adagium als hoofddocent is altijd geweest: ‘Studeer met je handen’. Ik vind het heerlijk om intelligente handen te onderwijzen. Bij Christien merkte ik dat ze geïnteresseerd was in de oorsprong van de materialen. Het proces is dan het belangrijkste en dat herken ik ook in mijn eigen werk. Nu zijn we in het Jongeriuslab een nieuwe weeftechniek aan het ontwikkelen, het is een wisselwerking waarbij ik ook van de jonge ontwerpers leer.
Ik denk dat er tegenwoordig minder tijd is om te experimenteren op de academies zelf, maar ik zie dat het ‘after life’ toeneemt. Veel studenten draaien na hun studie een tijdje mee in verschillende ontwerpstudio’s om kennis en ervaring op te doen. Dat is nodig, want de tactiliteit zie ik verdwijnen. De wereld wordt steeds meer in plaatjes gevangen. Het draait bij producten vaak alleen maar om de marketing die zich ver weg van het designdiscours afspeelt. Mijn les aan jonge ontwerpers is om je te concentreren en zo min mogelijk ogen van buiten toe te laten. Goede studenten voelen feilloos aan wanneer een nieuw ontwerp de wereld in kan.
Ik word blij van ontwerpers die me nieuwsgierig maken of verrassen. Zo was ik vorig jaar in Londen waar ikzelf een tentoonstelling in het Design Museum had. Daar trof ik in een zaal een project dat mijn aandacht trok. Overal lagen hoopjes textiel, gesorteerd op kleur. Ik keek geïnteresseerd op het naambordje en jawel, daar stond: Fibre Market van Christien Meindertsma – het vervulde me stiekem met trots.