Wethouder Ronald Schneider van Leefbaar Rotterdam tijdens de laatste gemeenteraadsvergadering van 2016 © Jan de Groen / HH

Rotterdam, de stad waar het rechtspopulisme mainstream werd, maakt zich op voor spannende gemeenteraadsverkiezingen in maart. Eerder dit jaar maakte Geert Wilders bekend dat zijn pvv Leefbaar Rotterdam gaat uitdagen, de zielsverwanten die al zestien jaar een vaste machtsfactor zijn in de havenstad. Leefbaar-voorman Joost Eerdmans noemde hij een ‘slapjanus’, zijn partij zou zijn ‘afgedreven naar het midden’. Bij de laatste Provinciale-Statenverkiezingen kwam Wilders in Rotterdam als grootste uit de bus en hij ruikt dus kansen. Leefbaar koos de vlucht naar voren en sloot een verbond met het Forum voor Democratie van Thierry Baudet. Die zal zijn Rotterdamse achterban oproepen in maart op Leefbaar te stemmen. Bij de Statenverkiezingen zal Leefbaar de gunst terugbetalen. In het verkiezingsprogramma dat de partij vorige week presenteerde is gekozen voor de aanval als de beste verdediging. Doorbreken van ‘islamitische monocultuur’ in winkelstraten, meekijken bij ‘haatmoskeeën’ en de gemeenteraadsverkiezingen als ‘referendum over de Nederlandse cultuur en onze Rotterdamse waarden’.

Vriend en vijand erkennen dat Leefbaar Rotterdam de lokale politiek onomkeerbaar veranderde. Voor de tweede keer zit de partij als grootste in het college; de helft van haar bestaan was ze aan de macht. Als enige grote Nederlandse anti-establishmentpartij deed ze langdurige bestuurservaring op. Toch klinkt deze raadsperiode ook kritiek. De sjeu lijkt er wat uit. De partij rolt van schandaal in schandaal. Lijsttrekker Joost Eerdmans wordt soms de wethouder van lege dozen genoemd, omdat zijn portefeuille veiligheid grotendeels het terrein is van de populaire burgemeester Ahmed Aboutaleb. Heeft Leefbaar voldoende binnengehaald om de achterban, zo’n dertig procent van het Rotterdamse electoraat, aan zich te binden? Of gaan de compromissen van het regeren de partij opbreken nu de eeuwige outsiders van de pvv een radicaler alternatief bieden? Profiel van een anti-establishmentpartij die establishment werd.

Joost Eerdmans is nog maar net uitgesproken of felle discolichten springen aan. Op een stampende hardhouse beat stuitert Forum voor Democratie-oprichter Thierry Baudet het podium van de Rotterdamse nachtclub Villa Thalia op. Eerdmans krijgt een innige omhelzing. En tegen het publiek: ‘Wat is het heerlijk om eens even onder elkaar te zijn, om eens een keer niet de geplaagde minderheid te zijn die de media van ons maakt.’ Het is 30 september en Eerdmans, Baudet en FvD-nummer twee Theo Hiddema zijn in Rotterdam voor de aftrap van hun samenwerking. Eerdmans: ‘Wij delen dezelfde waarden en willen dezelfde waarden beschermen. Forum voor Democratie is jong en fris, wij zijn ervaren.’

Leefbaar benadrukt het graag: ze zijn kritisch, maar ook constructief; ze kunnen tegen de macht ageren, maar ook regeren. Noem het pragmatisch populisme. Al snel komt die middag de moord op Pim Fortuyn ter sprake. ‘Sinds 2002 weten wij dat het lastig is om ter rechterzijde je mening te uiten’, zegt Eerdmans als hij terugkijkt op de jaren in het gemeentebestuur en vooruitblikt op de verkiezingen. ‘Wij praten van de periode voor en de periode na Pim Fortuyn. Rotterdam is nu hot and shining. Wij denken niet in termen van links of rechts, maar zeggen: wat zijn de feiten en wat zijn de prioriteiten?’

Laat je meevoeren in de maatschappijanalyses van Leefbaar-kopstukken en je merkt dat die doorgaans boven alle discussie of twijfel zijn verheven. Zij omschrijven zichzelf als pragmatisch of realistisch, Rotterdams en recht voor zijn raap; als politici die gewoonweg doen wat werkt. Oprichter Ronald Sørensen zou de lokale politiek zelfs het liefst helemaal ‘depolitiseren’, aangezien het toch klip en klaar is wat de lokale bevolking wil, waar die ook op stemt: ‘Ze willen allemaal veiligheid en ze willen allemaal dat het schoon is. Ze willen allemaal ’s nachts slapen en geen ellende van jongeren. En ze willen allemaal minder belasting betalen.’ Voor onderwerpen waarover minder eenduidigheid bestaat is er altijd nog het referendum.

Een paar weken na de rally met Thierry Baudet verwoordt Joost Eerdmans het in zijn wethouderskamer met uitzicht op de drukke Coolsingel zo: ‘De feiten zijn nu eenmaal rechts.’ Neemt het migratievraagstuk. ‘Je ziet dat er een toestroom van vluchtelingen is en dat er nog veel meer vluchtelingen op de stoep hadden gestaan als Hongarije de deur niet had dichtgegooid. Ik neem het links zeer kwalijk dat ze het al die jaren niet over de problemen met vluchtelingen, asielzoekers en integratie hebben gehad, en dat nog steeds niet doen. Je laat niet alleen je plicht lopen, je laat anderen het opknappen. Er zijn te veel linkse ideologen die vinden dat je het daar niet over mag hebben.’

Ik spreek Eerdmans op een donderdagmiddag tussen een aantal vergaderingen van de gemeenteraad door. Het is lunchtijd en er staan een glas melk en een broodje klaar. Eerdmans’ snelle, kordate manier van praten maakte hem jarenlang een spraakmakend presentator van het radioprogramma Standpunt NL, waarin hij luisteraars uitnodigde om hun mening te delen over actuele thema’s, van kunstsubsidies tot migratie. De geboren politicus schreef zich als middelbare scholier in bij het cda. Hij was kandidaat-Kamerlid voor die partij en secretaris van vvd-burgemeester Ivo Opstelten toen hij in 2002 bevangen raakte door de ‘systeemkritiek van Fortuyn’ en overstapte naar de Lijst Pim Fortuyn. ‘Zijn ideeën over hoe ambtenaren beter zouden kunnen werken spraken mij aan. En ook zijn kritiek dat bestuurders naar het volk moeten luisteren, dat ze moeten doen wat ze zeggen.’

Fortuyn veroorzaakte ook een revolutie in politieke stijl. Hij lapte de regels van de politiek aan zijn laars, noemde het een ‘bloody shame’ als collega-politici de dingen niet benoemden. Eenmaal aan de knoppen bleef Leefbaar trouw aan die roots. Dat is fijn voor de kiezer, maar ook een permanente spagaat. Neem de reactie op de aankondiging dat kunstcentrum Witte de With de naam van de zeeheld van de gevel wil halen na verwijten van ‘anti-zwartheid’. Binnen een paar uur bestookte Tanya Hoogwerf, Leefbaar-woordvoerder integratie, het voltallige college van burgemeester en wethouders met felle vragen. ‘Cultuurbobo’s die het uitwissen van onze nationale historie voor ogen hebben’ zouden geen subsidie meer mogen krijgen, een oplossing die Leefbaar wel vaker voorstelt als maatschappelijke organisaties afwijken van de partijlijn. Een van de vragen: ‘Bent u bereid om de naam van Witte de With te verbinden aan een andere instelling in de stad – een die het wél verdient zijn naam te dragen – en het kunstcentrum aan te raden haar naam te veranderen in bijvoorbeeld het Ella Vogelaarinstituut? Zo nee, waarom niet?’

In de Rotterdamse raad kan het flink knetteren. Leefbaar-raadsleden kiezen in die debatten vaak een toon die het midden houdt tussen bijtende ironie, woede en lichte minachting van het bestuur. Wethouder en locoburgemeester Eerdmans ligt daar niet van wakker: ‘De fractie heeft nu eenmaal meer wensen dan wat een college kan doen. Een gezonde spanning tussen fractie en college houdt iedereen scherp.’ Toch is het voor de drie Leefbaar-wethouders soms schipperen. Neem het debat over de rellen die uitbraken toen de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Cavusoglu tijdens een campagnetour het land werd uitgezet. In de raad stelde Hoogwerf dat ‘de integratie is mislukt’. Een pvda-raadslid kopte de voorzet dankbaar binnen: vindt Leefbaar-wethouder Ronald Schneider van Integratie dat ook?

‘We hadden weg kunnen lopen toen het azc er kwam. Maar dan was dat azc dubbel zo groot geworden’

Tanya Hoogwerf glimlacht als ik haar vraag of die houding nooit problemen oplevert. ‘Mooi hè, dualisme’ – alsof ze de vraag verwachtte. We spreken elkaar in de fractiekamer. Boven de deur hangt een staatsieportret van Pim Fortuyn met zijn hondjes, de langharige spaniëls Kenneth en Carla. ‘Onze kracht is dat we een bestuurspartij kunnen zijn. Het is leuk om de macht uit te dagen, maar als je vervolgens de macht krijgt en er niks mee doet ben je geen knip voor de neus waard. Maar ik zou ook een waardeloos raadslid zijn als ik als stemvee zou gaan zitten meeknikken.’

Hoogwerf was consultant tot zij in 2014 in de raad kwam. Nu zou je haar het rechtse geweten van Leefbaar kunnen noemen. Bij de Tweede- Kamerverkiezingen stond zij als eerste vrouw achter partijleider Jan Roos op de kieslijst van Voor Nederland. Gezien haar portefeuille gaat ze waarschijnlijk een prominente rol spelen in de campagne tegen de pvv. Het was haar moeder Ans Hartnagel, fortuynist van het eerste uur en wethouder voor Leefbaar Capelle, die haar voor de politiek won. Hoogwerf: ‘Ze was erbij toen Fortuyn werd gekozen als lijsttrekker van Leefbaar Nederland. “We zijn geschiedenis aan het schrijven”, zei ze toen ze thuis kwam.’ In 2010 bewoog ze Joost Eerdmans om na zijn Kamerlidmaatschap voor de lpf wethouder in Capelle aan den IJssel te worden.

Besturen kan best de achilleshiel blijken, erkent Hoogwerf. ‘Maar dat zou niet de afweging mogen zijn. De afweging die we moeten maken is: doen we de dingen die we Rotterdam beloofd hebben?’ Dat dit niet altijd even eenvoudig is, bleek rond de komst van zeshonderd asielzoekers in de wijk Beverwaard en twaalf statushouders in Hoogvliet. Het werd een pijnlijke illustratie van de Leefbaar-spagaat. Voor een zaal vol woedende Hoogvlieters moest toenmalig wethouder Schneider het collegebesluit verdedigen. Op aandringen van de politie werd de voorlichtingsbijeenkomst vroegtijdig afgeblazen en verdween Schneider onder escorte van het toneel. Een afgang voor de partij die zich in de raad fel had verzet tegen de komst van het azc, maar daar als grootste in het college aan meewerkte. Twee Leefbaar-bestuurders van de deelgemeente, waar het al langer rommelde, werden op non-actief gesteld en zegden later hun partijlidmaatschap op. Geruchten dat Geert Wilders hen al polste voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn volgens Norbert Swaneveld, een van de opgestapte bestuurders, onjuist. Hoogwerf: ‘We hadden weg kunnen lopen toen het azc er kwam. Maar dan was er één garantie: dan was dat azc dubbel zo groot geworden.’

‘De spelregels voor vanavond: geen pauze, niet schelden. Vanavond zijn jullie meningen het belangrijkst.’ Het is een warme, doordeweekse avond in mei en Joost Eerdmans spreekt een goed gevuld theaterzaaltje op het Rotterdamse eiland Katendrecht toe. ‘Ik vraag iedereen begripvol te blijven, ook als er domme vragen worden gesteld.’ Onder de noemer De Vijfde Colonne organiseerde Leefbaar een debatavond over de ‘Turkse kwestie’ en de ‘mislukte integratie’. De titel moet volgens initiator Tanya Hoogwerf aanzetten tot debat, al zien anderen er eerder een smakeloze verwijzing in naar de fascistische Spaanse dictator Franco, die de term gebruikte om te waarschuwen voor een georganiseerde samenzwering binnen de eigen gelederen. Voor de ingang houden vier kleerkasten toezicht op een handvol demonstranten die Leefbaar verwijten verdeeldheid te zaaien. Onder de panelleden zijn de rechtse opiniemakers Wierd Duk, Annabel Nanninga en Ebru Umar als moderator, maar ook Brahim Bourzik, hoofdredacteur van De Moslimkrant, en Nourdin el Ouali van nida, een lokale en islam-geïnspireerde politieke partij.

Als ik El Ouali enige tijd later in de fractiekamer op het Rotterdamse stadhuis vraag naar die bijeenkomst, geeft hij toe getwijfeld te hebben of hij op die uitnodiging zou ingaan. De voormalig GroenLinks-politicus is een van de felste tegenstanders van Leefbaar in de raad. Hij analyseert snel pratend de stand van de maatschappij. ‘We kregen er wel vragen over: waarom faciliteren jullie dit? Wij gaan geen debatten uit de weg, maar we waren er zeker voor beducht dat het geen verhulde steek onder de gordel was.’

El Ouali vertelt over de postercampagne voor vrije partnerkeuze. Door de hele stad hingen eerder dit jaar foto’s van zoenende stellen: een moslima en een joodse man, twee vrouwen. Daarboven de woorden: ‘In Nederland kies je je partner zelf’. Het was een initiatief van Leefbaar-wethouder Schneider, maar El Ouali zag vooral een campagnestunt. ‘Wij hebben een sociale media-analyse gedaan waaruit blijkt dat negentig procent van de reacties op die campagne van autochtonen kwamen en dat de vrouwen waarover het ging overwegend negatief waren.’ Thema’s rond huiselijk geweld en gedwongen huwelijken wil hij niet onder het tapijt vegen, ‘maar waar het over gaat is dat als je deze vrouwen wil emanciperen, je dat moet faciliteren’. Zijn kritiek: ‘Leefbaar heeft geen enkel belang bij een oplossing van dit soort vraagstukken, dit is hun electorale verdienmodel: alle problemen in de samenleving zijn afkomstig van mensen met een kleurtje.’ Zo was El Ouali kritisch over de wegbezuinigde vrouwenstudio’s. ‘Vrouwen kregen daar hulp om zelfredzamer te worden: samen boodschappen doen, vrijwilligerswerk. Nu dat weg is kunnen die vrouwen nergens meer naartoe en weten we niet meer waar ze zijn.’

‘Echt complete onzin’, noemt Hoogwerf het verwijt dat haar partij niet geïnteresseerd is in echte oplossingen. ‘Wij van Leefbaar zijn niet de zachtste heelmeesters, maar we zijn echt geen partij die alleen maar wat roept. Het gevangen houden van je eigen vrouw is gewoon strafbaar, maar er is nog nooit iemand voor veroordeeld. Kort zo’n kerel die zijn vrouw de deur niet uit laat op zijn bijstandsuitkering.’

pvda-raadslid Peggy Wijntuin ziet juist vijandigheid. Ze spreekt met vuur over de partij die op het gebied van armoedebeleid ‘meer afbreekt dan opbouwt’ en over de manier waarop Leefbaar omgaat met de diversiteit in Rotterdam. Haar emoties verraden dat ze de monsterzege uit 2002 nog altijd niet helemaal te boven lijkt. ‘Het is een bange partij, bang voor het Rotterdam anno 2017’, zegt ze. ‘Ze zijn vijandig naar groepen die volwaardig onderdeel zijn van deze samenleving.’ Ze vertelt hoe zij politiek actief werd na een nare ervaring van haar dochter. Wijntuin werd geboren in Paramaribo, haar dochter in Rotterdam. ‘Om het op zijn Surinaams te zeggen: haar navelstreng ligt in deze gewijde aarde begraven. Ze was een jaar of negentien toen iemand tijdens het uitgaan tegen haar zei: “Pim Fortuyn had gelijk, ze hadden jullie allemaal in zee moeten dumpen.” Thuis vroeg ze of wij hier eigenlijk nog wel thuishoren. Dat doet pijn hoor, je dochter die vraag horen stellen. Toen besloot ik de politiek in te gaan. Ik dacht: wij horen erbij, het is ook onze toekomst.’

Inspraakavond over de mogelijke komst van een asielzoekers-centrum in de Rotterdamse deelgemeente IJsselmonde © Hans van Rhoon / HH
‘Jammer genoeg is die doortastende, open houding van Marco Pastors verdwenen’

We zijn ruim een uur in gesprek als Ronald Sørensen, ‘Sør’ voor intimi, naar de koelkast loopt en een blikje Bavaria aanbiedt. We zitten aan de grenen keukentafel die eind 2001 enige tijd dienst deed als hoofdkantoor van Leefbaar Rotterdam in oprichting. Betrokkenen beschreven de oprichting veelal als een gemoedelijke boel, met koffie van echtgenote Nel en een pilsje na afloop. Geschiedenisdocent Sørensen zat in die tijd thuis, herstellende van een hersenbloeding. Ooit was hij pvda-lid en actief voor de onderwijzersvakbond. Hij had gehandeld in de voorloper van de airconditioning en in speculatieve opties, en bedacht educatieve stadswandelingen over architectuur en de oorlog. Een politieke partij kon er, kortom, ook nog wel bij.

Sørensen is exemplarisch voor het nieuwe rechtse engagement dat Pim Fortuyn losmaakte. Als fractievoorzitter was Sørensen lange tijd het gezicht van Leefbaar. Na twee raadsperioden werd hij senator voor de pvv, weer later maakte hij zich hard voor de samenwerking met Forum voor Democratie. ‘Als een vis in het water’, zegt hij over zijn laat ontdekte liefde voor de politiek. Lachend: ‘Daar zei ik toch bijna “als een slang in de kuil”!’ Het viel hem op dat veel mensen in de raad geen idee hadden wat hun ideologische achtergrond was. ‘Met ons erbij was het meteen knokken, maar wel steeds gefundeerd. Niets is zo leuk als dat.’ Hij maakte zich onder meer hard voor referenda en democratische vernieuwing, een zero tolerance veiligheidsbeleid en waarschuwt voor de islam in Nederland. Ook ijvert hij al jaren voor de terugkeer van de slechtvalk in de stad – ‘prachtige beesten’ – om overlast van stadsduiven te bestrijden.

De politieke revolte kwam in het Rotterdam van rond de eeuwwisseling niet uit de lucht vallen. Het gistte al langer in de stad die van oudsher kampt met veel armoede. Drugsdealers, bendes en straatgeweld waren in grote delen van de stad vaste prik. Uit onvrede met de koers van landelijke partijen ontstonden in de jaren negentig door het hele land lokale partijen. Een daarvan was de Stadspartij Rotterdam, die ondanks de linkse agenda de kraamkamer van Leefbaar zou worden. De Stadspartij behaalde haar grootste succes met een referendum over de opdeling van Rotterdam en de vorming van een stadsprovincie Rijnmond. 86 procent van de stemmers sprak zich uit tegen deze technocratische gril van de Paarse jaren negentig. Later eiste partij-oprichter Manuel Kneepkens van burgemeester Bram Peper dat hij van Wassenaar naar Rotterdam zou verhuizen.

‘Wij hadden het gevoel dat de Partij van de Arbeid in Rotterdam vooral bezig was met de landelijke politiek en niet in staat was problemen in Rotterdam op te lossen. Als een partij zo lang aan de macht is, ontstaat aderverkalking’, zegt Kneepkens, tevens kunstenaar, jurist en oud-medewerker van de Erasmus Universiteit. Hij kan niet vaak genoeg benadrukken dat de gelijkenissen met Leefbaar daar stoppen. ‘De Stadspartij had een poëtisch-ecologisch programma, we waren een partij voor creatieven – niet alleen voor kunstenaars, ook mensen die bijvoorbeeld sociaal creatief zijn. We hadden vanaf het begin een rechtervleugel, want we speelden ook in op de Rotterdamse trots.’

Via via kwam hij in contact met het bestuur van Leefbaar Nederland. Zo’n landelijk verbond van lokale partijen sprak hem wel aan en dus zegde hij toe de partij om te dopen tot Stadspartij Leefbaar Rotterdam. De liefde bekoelde toen Leefbaar Nederland Pim Fortuyn aantrok als lijsttrekker. Eind 2001 schreef Kneepkens, die de altijd goedgeklede Fortuyn eens een ‘Armani-fascist’ had genoemd, de naam Leefbaar alweer uit. Nog diezelfde dag toog Ronald Sørensen naar het Centraal Stembureau en liet de partijnaam Leefbaar Rotterdam registreren – naar eigen zeggen om te voorkomen dat een extreem-rechtse partij er met de naam vandoor zou gaan en het blazoen van Fortuyn zou besmeuren. Iets wat Kneepkens tegenspreekt: ‘Sørensen is zelf extreem-rechts, de rechtervleugel van de partij wilde van mij af.’ Het leek de spindoctors van Leefbaar Nederland een goed idee als Pim Fortuyn zich in zijn woonplaats Rotterdam als politicus zou bewijzen voordat hij een gooi deed naar het premierschap. Hoewel Fortuyn daar aanvankelijk aan twijfelde, stuurde hij Sørensen begin 2002 een mailtje: ‘Maak me maar lid en stuur de rekening.’

‘Toen wij begonnen was Rotterdam gewoon een onveilige rotstad’, zegt Sørensen. In het eerste Leefbaar-college, aangevuld met cda en vvd, werd ‘veiligheid’ de mantra. Er kwamen controleurs op de metro, de beruchte tippelzone bij de Keileweg ging dicht en onveilige wijken kregen hun eigen ‘stadsmarinier’: een hoge ambtenaar die kennis ‘uit de wijk’ meenam naar het stadhuis en de opdracht had om bureaucratische obstakels te doorbreken. Sørensen: ‘Wij hebben de regentenmentaliteit op het stadhuis doorbroken door wethouders targets te geven. Dus: wat ga je doen de komende vier jaar?’ Er kwam een veiligheidsindex, gebaseerd op onder meer enquêtes en criminaliteitsstatistieken. Als die niet omhoog ging, moest de verantwoordelijke wethouder de consequenties aanvaarden.

De invloed van het college reikte tot buiten de gemeentegrenzen. Op aandringen van het tandem Marco Pastors, wethouder Ruimtelijke Ordening, en burgemeester Opstelten nam het kabinet Balkenende II in 2005 de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek aan, beter bekend als de ‘Rotterdamwet’. Deze regeling geeft gemeenten door het hele land een instrument om mensen met een bijstandsuitkering te verbieden om naar specifieke probleemwijken te verhuizen. De wet is omstreden omdat deze armere mensen in hun vrijheid beperkt, maar kon in Rotterdam op brede steun rekenen omdat het landelijke erkenning was voor de opeenstapeling van sociaal-economische problemen in sommige Rotterdamse wijken.

Veel mensen zijn het erover eens dat er met de komst van het eerste Leefbaar-college een frisse wind door de Rotterdamse ambtenarij waaide. Zoals Anke Griffioen, eigenaar van twee schoenwinkels in Rotterdam en Amsterdam en als actieve ondernemer regelmatig bij wethouders over de vloer. ‘Je merkte in die tijd dat de partijpolitiek naar de achtergrond verdween. Het had wel iets weg van een revolutie. Er was een machtsvacuüm en daardoor kwam er veel meer ruimte voor experimenten. Ze moesten wel.’ Ze herinnert zich haar idee om een deel van de vervallen Nieuwe Binnenweg, waar ze haar winkel heeft, op te kalefateren met een ontwerp van het gerenommeerde architectenbureau Mecanoo. ‘Ik legde het voor aan wethouder Pastors en binnen een half uur was het geregeld. Jammer genoeg is die doortastende, open houding bij de huidige Leefbaar-wethouders verdwenen.’

Noem het een zwaktebod of trouw aan de roots, maar de afkeer van de pvda zit bij veel Leefbaren nog altijd diep. Zelfs nu er van die partij weinig over is. Op hun beurt blijven tegenstanders Leefbaar steevast het label ‘extreem-rechts’ en ‘polariserend’ opplakken. Toch zijn er in Rotterdam altijd geluiden opgegaan dat een große Koalition van Leefbaar en pvda een kans moest krijgen, een college dat het hele naoorlogse politieke landschap in de havenstad zou omvatten. Bij bijna elke verkiezing behaalden die partijen samen een comfortabele meerderheid. En in de hoofdstad houden vvd en SP het toch ook met elkaar uit?

Nu zit Leefbaar in de verdediging, zoals Leefbaar ooit de PvdA in de verdediging dwong

Onderlinge animositeit lijkt de voornaamste reden dat het in Rotterdam nooit tot zo’n samenwerking kwam. Want in hun kijk op de samenleving hebben de partijen meer gemeen dan je zou zeggen. Beide zijn voor een actieve rol voor de overheid bij de aanpak van maatschappelijke problemen. Leefbaar was tot de huidige bestuursperiode bijvoorbeeld tegen de verkoop van de aandelen van de gemeente in energiebedrijf Eneco. Toen schoonmakers een aantal jaar geleden staakten voor betere arbeidsomstandigheden, gingen er binnen Leefbaar stemmen op dat de gemeente hen weer in dienst zou moeten nemen. En de postercampagne voor een vrije partnerkeuze? Die boodschap was vroeger waarschijnlijk als Postbus 51-spotje verspreid.

Ook in de aanpak van achterstandswijken – een thema dat nooit van de agenda verdwijnt – staat Leefbaar in een oude, sociaal-democratische traditie van geregisseerde wijkaanpak. Eind 2016 stemden Rotterdammers per referendum over de woonvisie van wethouder Schneider. Het ging daarin over gezinsvriendelijke ‘bakfietswijken’ rondom het centrum en de sloop van betaalbare woningen die plaats moesten maken voor duurdere nieuwbouw – een behandeling die eerder bijvoorbeeld de Amsterdamse Bijlmer kreeg. Pim Fortuyn deed al voorstellen om de middenklasse terug te laten keren in de stad, en later werkte een pvda-wethouder de plannen verder uit. En in aanloop naar de verkiezingen pleit Leefbaar voor de herinvoering van de Vestigingswet, die de overheid een instrument moet geven om ook het winkelaanbod bij te sturen.

Joost Eerdmans op een gezamenlijke bijeenkomst met Forum voor Democratie, 30 september, Rotterdam ©  ROBIN UTRECHT / ANP

‘In die activistische overheid zit zeker een parallel met de pvda’, erkent Dominic Schrijer, voormalig pvda-lijsttrekker in Rotterdam en nu burgemeester van Zwijndrecht. Na een nipte verkiezingsoverwinning hield hij in 2010 de boot af toen Leefbaar aangaf met de pvda in zee te willen. ‘We zagen in de stad dezelfde problemen, maar maakten verschillende analyses. Het is een fundamenteel verschil of je achteruitgang in de samenleving verklaart vanuit etniciteit of vanuit de sociale positie van nieuwkomers; dus of mensen een kleurtje of een taalachterstand hebben. Dat werd de grote scheidslijn.’ Uitspraken van toenmalig Leefbaar-voorman Marco Pastors waren voor Schrijer de druppel geweest. Na hevige rellen in Hoek van Holland had die burgemeester Aboutaleb een ‘moslimburgemeester’ genoemd en met een motie van wantrouwen om de oren geslagen. Bij diens beëdiging hadden Sørensen en Pastors hem al een envelop gegeven waarin hij zijn Marokkaanse paspoort kon terugsturen. Schrijer: ‘Toen heb ik gezegd: dit is gewoon discriminatie.’

Vier jaar eerder was het diezelfde Pastors die de boot afhield toen de pvda samenwerking wel zag zitten. ‘Wij deden dat uit idealisme’, zegt Pastors nu. ‘Wij waren fortuynisten. We vonden dat Rotterdammers iets te kiezen moesten hebben en we wilden dus niet met de partij in een college stappen waar we tijdens de verkiezingen lijnrecht tegenover hadden gestaan. De pvda had ons de hele collegeperiode verdacht gemaakt. Ze zeiden dat wij tweedeling in de stad veroorzaakten, terwijl wij juist vonden dat we de tweedeling die in de pvda-tijd was ontstaan aan het oplossen waren.’

Vier lange oppositiejaren later zocht hij toch toenadering. ‘Ik kan je vertellen dat oppositie voeren een frustrerende bezigheid is. Je doet je best en aan het einde van de dag wordt alles weggestemd. Ik heb heel erg mijn best gedaan om die coalitie met de pvda van de grond te krijgen, maar jammer genoeg wilden ze niet.’ Zelfs de burgemeester van Amsterdam, wijlen Eberhard van der Laan, bood aan om te bemiddelen. pvda-leider Schrijer wilde er niet aan. ‘Wij waren de verkiezingen ingegaan met de boodschap dat deze twee partijen niet samen gaan. Er moet wel een bepaalde chemie bestaan binnen een stadsbestuur.’

Mensen die deze periode van dichtbij meemaakten, wijzen ook op de enorm verziekte verhoudingen in de raad. Jaren van wantrouwen en verwijten over en weer hadden een situatie gecreëerd waarin collega-raadsleden van verschillende partijen elkaar niet eens meer de hand schudden. Dat veranderde rond 2012, toen een gematigdere lichting Leefbaar-politici trad aantrad. Partij-mastodont Pastors werd toen topambtenaar van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid en Ronald Sørensen verhuisde naar de Eerste Kamer. De genuanceerde Ronald Schneider, de latere wethouder, zou de partij als nieuwe fractievoorzitter gaan normaliseren. Hij spande zich in voor betere verhoudingen met andere partijen. Want hoe dan ook moest Leefbaar na de verkiezingen van 2014 weer aan de macht komen om haar stempel op de stad te blijven drukken. Politieke tegenstanders keken hun ogen uit toen ze de nieuwe fractievoorzitter op borrels zagen verschijnen. Een Leefbare op een pvda-borrel? Het werd de gewoonte om na lange onderhandelingen met politieke tegenstanders samen nog een biertje te drinken, op het stadhuis of in de kroeg.

In 2014 werd de charismatische Joost Eerdmans als lijsttrekker ingevlogen uit Capelle. Zijn boodschap: een veilige stad, tegenprestaties voor mensen in de bijstand en ‘echt luisteren naar de Rotterdammers op straat’; aan islamofobie maakte hij weinig woorden vuil. Geholpen door een uitgekiende, op data-profielen van kiezers gestoelde campagne werd Leefbaar weer de grootste en vormde een college met cda en d66. De partijen hadden een minuscule meerderheid in de raad. Schneider had daarom d66 het liefst ingeruild voor de acht zetels van de pvda. Maar hij vond binnen zijn partij geen medestanders voor een verbond met de erfvijand.

‘Grootste resultaten huidig LR-college’, staat boven het papier dat Joost Eerdmans uit zijn werkmap vist als ik hem vraag wat zijn partij deze collegeperiode zoal bereikte. Daaronder thematisch geordende bullet-points. Zakelijk, helder en ondanks de ruime regelafstand gewoon op anderhalf A4’tje; zoals Pim het graag gezien had. Het gaat over ‘patsercontroles’, ‘aanpak verkeershufters’ en ‘aanpak straatintimidatie’ die veiligheid weer ‘topprioriteit’ maakten. Verder: het behoud van gratis OV voor ouderen, 61 miljoen extra voor zorg, twaalfduizend Rotterdammers uit de bijstand en lastenverlaging. In tegenstelling tot Forum voor Democratie, dat ook thema’s als privacy en energietransitie aanstipt, blijft Leefbaar voorlopig de ‘schoon, heel, veilig’-partij die het altijd geweest is. Lekker duidelijk, maar is die boodschap nog net zo sterk als vijftien jaar geleden?

Het A4’tje van Eerdmans kan niet verhullen dat het de voorbije raadsperiode vaak onrustig was binnen Leefbaar. Het begon met een coup van fractievoorzitter Ronald Schneider, die een aantal partijgenoten en de voltallige oppositie achter zich verenigde om wethouder te worden ten koste van Leefbaar-kandidaat Ingeborg Hoogveld, partner van partijkanon Marco Pastors. De interne onrust die volgde kostte twee fractievoorzitters de kop. Voor de zomer moest wethouder Schneider aftreden toen bleek dat jarenlange puinhopen bij het gemeentelijk vastgoedbedrijf tot subsidiefraude hadden geleid. Hij hield de eer aan zichzelf omdat partijgenoten overwogen een motie van wantrouwen tegen hem te steunen. In juni verloor het college alsnog haar wankele meerderheid toen Leefbaar-raadslid Mohammed Anfal overstapte naar nida. ChristenUnie-sgp redde het college met gedoogsteun onder voorwaarde dat het college zware bezuinigingen op de armenzorg terugdraaide.

Betrokkenen omschrijven Leefbaar als een brede volkspartij. Maar dan wel een die haar outsider-imago altijd bleef koesteren en kiezers graag een stevig, rechts tegengeluid laat horen. In de raad bleven de straatvechters van Leefbaar het establishment altijd uitdagen. Dat neemt niet weg dat de partij de helft van haar bestaan zelf aan de macht is geweest en zo zelf ‘plucheplakker’ werd. De outsiders zijn nu de insiders. Door het tegengestelde te beweren maakt de partij zich kwetsbaar voor aanvallen van de flanken. Anders gezegd: de eeuwige outsiders van de pvv kunnen toch altijd een stapje verder gaan.

Nu zit Leefbaar in de verdediging, zoals Leefbaar ooit de pvda in de verdediging dwong. Want ook de andere partijen roeren zich. pvda, GroenLinks, SP en nida riepen een links blok uit en voor het eerst doet 50Plus mee in Rotterdam. Coalitiegenoot d66 doet ondertussen geen moeite het ongemak te verbergen over de Vestigingswet waarmee Leefbaar in het aantal belwinkels en shoarmazaken wil gaan snoeien. Leefbaar lijkt zich nu te laten verleiden tot een race op rechts, met het risico zich te vervreemden van andere partijen. Of kan de partij toch vasthouden aan haar pragmatisch populisme met uitzicht op een derde bestuursperiode? De Rotterdamse verkiezingen gaan hoe dan ook spektakel opleveren.