Bamako – Een schok ging dit voorjaar door de Franse zakenwereld. Vincent Bolloré, een miljardair met een immens Afrikaans imperium, werd verhoord door de Franse justitie. De verdenking? Het omkopen van buitenlandse agenten, een delict dat sinds het jaar 2000 strafbaar is. Het onderzoek concentreert zich sindsdien op de vraag of Bolloré via zijn communicatiebedrijf Europe RSCG (het huidige Havas) twee staatshoofden, Faure Gnassingbé van Togo en Alpha Condé van Guinee, voor een vriendenprijsje heeft geholpen bij hun (her)verkiezing. In ruil daarvoor sleepte hij lucratieve contracten in de wacht voor het managen van containerhavens in Lomé (Togo) en Conakry (Guinee). Bolloré ontkent via zijn advocaat ook maar iets misdaan te hebben.
Het Bretonse familiebedrijf van Bolloré begon in 1822 met een papierfabriek. Het huidige conglomeraat met dezelfde naam runt havens, spoorlijnen en plantages in 46 Afrikaanse landen. Via zijn media-arm Vivendi (eigenaar van Canal+) controleert Bolloré het televisieaanbod in vrijwel geheel Franssprekend Afrika. Van de achttien miljard euro omzet in 2017 kwam een vijfde uit de Afrikaanse activiteiten. Om dat allemaal veilig te stellen onderhoudt de baas innige contacten met staatshoofden, van Nicolas Sarkozy en Emmanuel Macron in Frankrijk tot Condé en Gnassingbé. Even vriendschappelijk is hij met de huidige en voormalige presidenten van Burkina Faso, Senegal en Ivoorkust.
Franse actiegroepen en media als de website Médiapart hebben in de afgelopen jaren schadelijke onteigeningspraktijken onthuld rond palmolie- en rubberplantages in minstens vier landen langs de Afrikaanse Atlantische kust. Bolloré reageert steevast met een rechtszaak, die hij vervolgens vrijwel altijd verliest. De laatste keer was dat in juni, toen een rechter zijn klachten tegen France 2 wegwuifde, over een documentaire rond precies zo’n zaak die speelde in Kameroen, een land dat sinds 1982 wordt bestuurd door weer een oude vriend, de autocraat Paul Biya. Bolloré’s oorlog tegen de media is terug te lezen in het boek Vincent tout-puissant van de journalisten Nicolas Vescovacci en Jean-Pierre Canet. Het boek begint in stijl: Vescovacci moet Bolloré zevenhonderdduizend euro betalen… voor het mailen van een paar vragen.
Er is ook fundamentelere kritiek. Tijdens het tumult rond Bolloré’s arrestatie verschenen in Burkina Faso en Togo artikelen waarin stond dat het bestaan van Franse monopolies met ondoorzichtige politieke relaties niet meer van deze tijd is. Hoogste tijd om te vertrekken, luidde de boodschap. En dat Togo-Guinee-onderzoek? Kan wel tien jaar duren, zeggen Franse experts.