
TONEEL - Loek Zonneveld
Op 6 januari heeft de zeer goede toneelspeler Wart Kamps een musical-prijs in de wacht gesleept voor de titelrol in een toneel-voorstelling met liedjes. Hij speelde vorig seizoen Cyrano met de grote neus in De zere neus van Bergerac, het jaarlijks spektakel voor publiek van 8 tot 88 van het Rotterdamse Ro-Theater. Zo’n toneelvoorstelling met liedjes heet dus tegenwoordig ook al musical. Qua prijzen dan. Waarvan akte. De nieuwste van het Ro-Theater heet overigens De gelaarsde poes en die mag er ook zijn. Don Duyns bewerkte het Perrault-verhaal uit de Moeder-de-Gans-sprookjes. Naast de jongste molenaarszoon, die door zijn kat in een markies wordt getransfigureerd (zou Shakespeare zeggen), werd ook het zij-verhaal geleend over een mensenvlees etende oger, een soort Shrek-met-een-broek-aan, die zichzelf in een muis vertoverd om door de kat van de molenaarszoon te worden opgepeuzeld – een maaltijd die hem zwaar op de maag gaat liggen.
Zo’n familievoorstelling is vooral enorm gebaat bij een uitwaaierige verhaallijn met een hoop dwarsstraten. Daartoe werd door Duyns een bijplot gefabriceerd, waarin de polderlandse variant van een beroemde spion optreedt, de bijna-pensionado James Blond, een meestercreatie van de ook elders in de voorstelling alom tegenwoordige Arjan Ederveen. Net als bij de Cyrano-voorstelling van vorig jaar werd Alex Klaassen gevraagd om verse liedteksten te maken, waartoe (als ik goed geteld heb) twaalf nummers van Michael Jackson inventief werden verspijkerd.

Het musicalgenre wil graag uit het vaatje van de geloofwaardigheid en het betere tragische louteren tappen. Het gaat Joop & Albert per slot van rekening om het aanboren van diepere lagen in de menselijke existentie. De familietoneelvoorstelling-met-liedjes doet niet aan die flauwekul. Haar bloedgroep is het variëté, de grand guignol, de Christmas Pantomime en de revue. Het geweldige voordoek (vorm: Niek Kortekaas), de poppetje-gezien-kastje-dicht-regie (opnieuw: Pieter Kramer), de dialogen en touwtje-spring-plotlijnen van Don Duyns refereren daar voortdurend aan. Dus staat het sublieme en subtiele in de menselijke gevoelssferen voortdurend ten dienste van het uitrollen en uitsmeren van het uitbundige, zeg maar: de sfeer van ‘waar is de Gulle Lach op heden gebleven’, om Wim Sonneveld te citeren. Dus heeft de verwende, dreinerige vleesetersreus een moe-hoe-hoe-dertje dat zielig is en alleen op de wereld, en allebei kunnen ze hun slechtigheid nu eenmaal ook niet helpen, maar allejezus, wát zijn ze slecht! Laat een en ander rustig over aan het duo Alex Klaassen en Dick van den Toorn.
De reus heet overigens Benjamin en zijn moeder Cor, dat u het weet. De subtiele grensgebieden van het menselijk gevoel worden ook hardhandig bepoteld middels een werkelijk eindeloze reeks multi-rollen (het woord dubbelrol is voor de omvang van de vermenigvuldiging der karakters en types niet meer toereikend, Alex Klaassen doet er in zijn uppie alleen al vijf, maar misschien heb ik niet goed geteld). De Jackson-nummers vormen zo’n beetje het subtielste element van de voorstelling – Thriller heet hier overigens Eten-Etens-tijd!. Eigenlijk zijn al die songs steengoed, de kurk waarop de hele onderneming drijft.
De voorstelling duurt, inclusief de pauze, drie uur, en die vliegen voorbij. Ik zat naast een opa die een kippenren aan kleinkinderen had meegebracht. Met z’n allen zaten zij op een imposant gevulde rij te demonstreren welk effect amusement voor elk wat wils sorteert en hoe enorm vrolijk dat eruitziet – het was, neem dit rustig van me aan, een voorstelling in de voorstelling. Waarbij de grootvader van dienst boven iedereen uitschaterde bij de afdeling scabreuze humor, waar De gelaarsde poes trouwens in ruime mate in voorziet. In de titelrol was de titelrolvertolker Maarten Heijmans, wegens het voortijdig opgebruiken van zijn negen fysieke kattenlevens, tijdelijk vervangen door Bart Rijnink, een ongeëvenaard groot talent waarover wij nog veel zullen gaan horen en nog meer zullen gaan zien. Hij en Tom van Kalmthout (die Jaap de nep-markies speelt) vormen een zalig span. De voorstelling is nog tot in lengte van maanden te zien.
FILM – Gawie Keyser
Een film over een vrouw gespeeld door Jennifer Lawrence, de ster van The Hunger Games die heden ten dage de darling is van min of meer iedereen op onze planeet, die tegen alle verwachtingen in succes behaalt als zakenvrouw. Zou ik deze film willen zien? Nee. Te meer gezien de titel: Joy.
Maar wat moet dat moet en daar gaan we dan, en al gauw blijkt dat ook Robert de Niro (nóg een reden om in eerste instantie de film te mijden), Isabella Rossellini, Bradley Cooper, Virginia Madsen en Diane Ladd meedoen. Ze spelen familieleden en kennissen van Joy, een stralend aantrekkelijke, gescheiden jonge vrouw die op een mooie dag de Miracle Mop bedenkt. En met haar magische dweil trekt ze naar QVC…
En daarvan ga je rechtop zitten. Want QVC, dat is toch de televisiezender voor het thuiswindelen waarop karikaturale verkopers te zien zijn die de meest banale producten denkbaar eindeloos aanprijzen, zodat kijkers ze rechtstreeks kunnen bestellen. Een soort Blokker op tv. Maar dan soms met beroemdheden als verkopers, zoals talkshowkoningin Joan Rivers of Donna Mills, ster van Knots Landing. Knots Landing? Ja, prime-timesoap, spin-off van Dallas. Donna prijst juwelen aan, betaalbaar voor de man op straat, wanneer Joy haar debuut maakt. De scène is een triomf: voor het oog van miljoenen kijkers bevriest Joy. Ze weet niet wat ze moet zeggen, ze is in doodsangst dat al het geld dat ze in haar dweilfabriek heeft geïnvesteerd in rook opgaat. Dan hervindt ze zichzelf. Ze werpt alle QVC-opsmuk van zich af door geen Donna Mills proberen te zijn, maar gewoon zichzelf: een moeder die in haar drukke leven geen tijd heeft om dweilen van slechte kwaliteit te moeten gebruiken, en dus haar eigen dweil heeft ontworpen, de Miracle Mop. Joy’s eerlijkheid werkt aanstekelijk. Al gauw bellen de kijkers met duizenden om de dweil te kopen.
Regisseur David O’Russell, die twee jaar geleden het schitterende American Hustle maakte, vangt de tijdgeest uitstekend met dit verhaal over vrouwelijke empowerment en de neoliberale droom van succes in je eentje behalen zonder bemoeienis of controle van buitenaf. Mooi is ook de link tussen populair vermaak en de consumptiemaatschappij. Joy’s moeder is verslaafd aan soaps zoals die waarin Mills speelde. Maar waar ze werkelijk aan verslingerd is, is de droom ooit net zo mooi en succesvol als Mills te leven. En hiervoor heb je dingen nodig: dure kleding, blinkende sieraden, shampoo en haarspray (véél haarspray, het zijn de jaren tachtig) en natuurlijk die miraculeuze dweil die je ertoe in staat stelt in een handomdraai de keukenvloer te reinigen, zodat je op tijd kunt zijn voor cocktails met je woest aantrekkelijk man. Zo’n leven kun je dus kopen op QVC, een bedrijf dat inmiddels in het echt, natuurlijk, op internet actief is.
Een fijne film is Joy, ondanks problemen op het gebied van script die vooral in het laatste halfuur opzichtig worden. Dan blijkt dat de veelvoud van personages te weinig ruimte heeft om deel te nemen aan het verhaal, vooral Joy’s moeder die haar tv-verslaving blijkt te verruilen voor een romance met een loodgieter uit Haïti. Toch is er meer dan genoeg om van te genieten in deze film: Lawrence, QVC, Donna Mills (geen De Niro, want die is, zoals we van hem gewend zijn de laatste jaren, geen schaduw van zijn oude zelf). Joy, een film over een vrouw die ondanks alles succes behaalt – ja, gaat dat zien.
Vanaf 7 januari in de bioscoop
POPMUZIEK - Leon Verdonschot
In De Groene deze week: een bespreking van Blackstar, het nieuwe album van David Bowie, een plaat met de vrijheid van jazz en hoofdrol voor de saxofoon. Bowie, exponent van de beeldcultuur pur sang en zelf acteur, heeft altijd veel zorg besteed aan zijn videoclips. Die uit de jaren tachtig, toen hij uitgroeide tot een stadionartiest, laten zich moeilijk bekijken zonder het enigszins besmuikte ongemak dat álle clips uit de jaren tachtig nou eenmaal oproepen, maar de tien minuten durende clip bij de eerste single Blackstar is als het nummer zelf spannend, ongrijpbaar en voer voor vele interpretaties. De meest voor de hand liggende en tegelijk fraaie: de dode astronaut is een oude bekende uit het Bowie-repertoire: Major Tom. Hier de nieuwe videoclip van David Bowie:
Hier die van Space Oddity: de geboorte van Major Tom. En hier de clip bij de tweede single van het album, Lazarus, met die onverminderd prachtige uithalen van Bowie. Opnieuw van regisseur Johan Renck, en in zekere zin het vervolg op de Blackstar-clip.
Persistence
Inmiddels een traditie: het jaarlijks rondreizend festival Persistence, een verzamelterm voor meestal een band of zes, zonder uitzondering afkomstig uit de hardste regionen van de gitaarmuziek. Punk, en vooral hardcore. Nu zijn er niet zo vreselijk veel hardcorebands die de grote zalen die de tour in heel Europa aandoet kunnen vullen, dus de Persistence-tour heeft inmiddels een aantal vaste namen opgebouwd die om de paar jaar de grootste plek op de poster krijgen. Dit jaar is dat Terror, een mateloos populaire band waar werkelijk níets origineel aan is en die na al die jaren nog steeds klinkt als het inhoudsloze broertje van Hatebreed. Zeer geschikt om heel lomp op op en neer te springen, dat wel. Daarnaast uit New York H20, dat optimistische, soms ronduit stichtelijke teksten al jaren koppelt aan ronduit vrolijke hardcorepunk en een wervelende podiumpresentatie. Vorig jaar ook al van de partij, maar dit jaar de headliner: Ignite, uit Orange County. De reden van de promotie naar hoofdact-status: ein-de-lijk heeft de band een nieuw album geschreven en opgenomen, het eerste in tien (!) jaar. De voorbodes van A War against You beloven veel vertrouwds: energieke, politiek geladen powerpunk, met een hoofdrol voor de meest markante stem uit de hardcore, die van de Hongaars-Amerikaanse zanger Zoli Teglas. Een samenvatting in muziek en sfeer van de editie van 2015 vind je hier.
24 januari, TivoliVredenburg Utrecht.
Televisie – Walter van der Kooi
Teledoc Campus is het kleine broertje van Teledoc (documentaires over actuele Nederlandse onderwerpen): korte films van beginnende documentairemakers. Samenwerkingsverband tussen Cobo, Filmfonds, Mediafonds en NPO. Het eerste seizoen leverde vorig jaar heel wat leuke films op, zoals Bademeisters over Utrechtse corpsballen die ’s zomers strandwacht op Texel zijn en een daartoe ontwikkelde eigen taal hanteren; en Ni Hao Holland over Chinezen in en over Giethoorn. De meeste daarvan zijn nog te zien op de site van Teledoc Campus. Aanstaande zondag begint een nieuwe reeks van negen, waarvan ik de eerste drie zag. Geopend wordt met het fascinerende De alchemisten. In een pand aan de prestigieuze Heerengracht werken twee jonge strakgepakte broers met twee dito medewerkers aan gigantisch rijk worden op de financiële markt met gebruik van een computerprogramma dat alle gevaarlijke emoties (euforie door snelle winst of paniekverkoop) moet elimineren. Je denkt het al gauw te weten, filmisch, want wat is er te beleven aan wat jonge koppen die weinig anders doen dan naar schermen staren? Maar blijf kijken en word beloond. Werkt het programma? Bewijzen ze zich voordat het geld op is? Vinden ze financiers? Hoe liggen de onderlinge verhoudingen? Vooral dat laatste levert verbluffende dialogen en beelden op. Curieus hoezeer het uitschakelen van emoties niet alleen een digitaal project blijkt te zijn, maar ook (schijnbaar) een eigenschap van de jonge CEO. Curieus ook dat ze besloten de camera toe te laten. Spijt daarover lijkt me niet denkbeeldig.
Een week later zien we de maatschappelijke tegenpool van deze boys: twee Groninger verworpenen der aarde, wonend in tuinhuisje respectievelijk caravan, zwaar aan de drank en object van wat ‘bemoeizorg’ heet – activistische vorm van maatschappelijk werk waarin mensen die zich onttrekken aan het vangnet van de hulpverlening systematisch benaderd blijven worden. Bernadette en Richard lijken er in U heeft een probleem niets van te moeten hebben. Als de bemoeials bereikt hebben dat Bernadette geen drank meer krijgt bij de Spar ontdekken ze dat nu de C1000 die belangrijke taak heeft overgenomen. (Bernadette klaagt trouwens over de taxikosten als ze ’s nachts een fles heeft laten bezorgen.) Maar hoe groot ook de oprechte maar soms gespeelde weerzin tegen de hulpverleners – die bereiken toch een en ander. Als Richard uiteindelijk samen met zijn hulpverleenster in gietende regen de dode merel begraaft die al tijden in zijn caravan ligt te stinken, is dat zowaar ontroerend. De professionals zijn niet altijd even fijnzinnig in taal en methoden waarover de kijker vanuit zijn gemakkelijke stoel weer lekker kritisch mag zijn. Boeiend.
In de derde aflevering komen twee vrouwen met hiv-besmetting aan bod. Beiden hebben zich, na de diagnose, jaren lang verscholen uit schaamte en angst. Het taboe drukt op hen nog veel zwaarder dan op besmette mannen. Nu treden ze, na lange worsteling om zelfacceptatie, naar buiten om begrip voor zichzelf en lotgenoten te bereiken. En een beter, zinvol leven te bevechten. Teledoc Campus lijkt weer de moeite waard.
Teledoc Campus, zondags vanaf 10 januari, NPO 3, 23.40 uur.
Jona Honer, De alchemisten, VPRO, 10 januari.
Esra Piké, U hebt een probleem, Ikon, 17 januari.
Nadia Moussaid, Leven, liefde & hiv, KRO-NCRV, 24 januari.
Kids & Docs
Er is nauwelijks een land ter wereld waarin documentaires over en tegelijk voor kinderen worden gemaakt. Hier gebeurt dat sinds 2007 systematisch wel dankzij samenwerking tussen omroepen, Mediafonds (alweer), Cinekid en Idfa. In januari zijn er vier te zien. Eerst Tegenpool. Je ziet vijf vriendinnen van rond elf met alle huidskleuren van de regenboog op een bankje aan de Noordkant van het Amsterdamse IJ. Ze zijn om op te vreten in hun gesprek over hoe ze zich hun ‘tegenpool’ voorstellen. Volgens Mayra moet dat een crimineel zijn zonder warme familieband die ook nog eens hamsters haat (prachtig omgekeerd zelfportret). En ja, dan gaat ze met de filmmaakster vlak bij het bankje op bezoek bij Silas, die vast heeft gezeten en een beroerde jeugd in instellingen heeft gehad. Gelukkig haat hij hamsters niet. Sterker, hij heeft zelf een huisdier, al wordt gelukkig niet de voor de hand liggende vraag gesteld of hij die slang naast muizen en ratten soms ook een hamstertje voert. Hebben ze veel raakvlakken, die twee? Nee, zegt Silas terecht. Want Mayra kan zich niet voorstellen dat ze ooit uit stelen zal gaan, ook niet als ze wordt ontslagen en de rekeningen niet kan betalen. Maar schuchtere, dappere Mayra heeft wel geleerd dat je je niet te snel beter moet voelen dan een ander en dat een gelukkige jeugd een zegen is.
Skatekeet is een verrukkelijk portret van Keet die vindt dat de meeste meisjes met tuttige dingen bezig zijn, zoals jurkjes en verkering. Best wel raar, vindt ze, want ze is pas tien. Dat gedoe ziet ze later wel: ‘als ik tieten heb’. Voorlopig houdt ze het op skaten, wat geheel ten onrechte alleen een jongensding lijkt. Gelukkig vindt ze een geloofsgenote en gaat ze vrolijk los met haar omgekeerde petje.

Prachtig is Tien, dat niet op leeftijd wijst maar op de naam van de vader van Jolijn die opeens doodging toen ze net drie werd. Haar drie grote zussen hebben herinneringen aan hem maar zij moet het beeld van papa construeren uit verhalen van anderen. Mede daardoor lijkt ze meer met papa bezig dan de anderen en is zij de enige die niet blij maar boos is als ze hoort dat mama en haar vriend (die ook vriend van papa was) gaan trouwen. Niet omdat ze hem niet moet (integendeel) maar omdat ze bang is papa te vergeten. Door de locatie (camping met talloze dieren) en de liefdevolle, open relaties in het gezin is het overwegend idylle. Maar ja, de dood hoort er hier al vroeg bij. En de film is eerbetoon van Jolijn aan Tien en van de maker aan Jolijn en haar zussen.
Hoofd vol dromen gaat over Anne Fee (10) die een Glitter&Glamourband heeft samen met twee huisgenoten. Ze schrijven een nummer over toekomstdromen, maar die van Anne Fee kunnen uitkomen – die van haar oudere vrienden met verstandelijke beperking niet. Deze film heb ik niet kunnen zien.
Ten slotte: de meeste afleveringen zijn niet alleen inhoudelijk de moeite waard, ze zijn ook fraai vormgegeven.
Kids & Docs (ook wel Echt gebeurd genoemd), zaterdags in Z@pplive, NPO 3, rond 10.05 uur.
Marta Jurkiewicz, Tegenpool (Human), 9 januari.
Marinka de Jongh, Hoofd vol dromen (NTR), 16 januari.
Edward Cook, Skatekeet (Ikon), 23 januari.
Nathalie Crum, Tien (KRO-NCRV), 30 januari.
Beeld: (1) Still uit Tien. Bron: www.idfa.nl; (2) De gelaarsde poes. Foto: Leo van Velzen; (3) Still uit Hoofd vol dromen. Bron: www.idfa.nl