Er raast een raar soort stiekeme revolutie door stad en land. Alles moet en gaat op de schop: in de wereld en in Nederland.

De wereld ondergaat een groots en vooral mondiaal democratiseringsproject dat drie jaar geleden gewapend ter hand is genomen. Het pakt vooralsnog averechts uit, maar wordt wel onvervaard doorgezet. Als de mens niet goedschiks goed wil worden, moet hij maar kwaadschiks goed worden. Wie dat wereldbeeld geen revolutie durft te noemen, is een boon.

Nederland dompelt onder in een navenant hervormingsproces waarin bijna een halve eeuw beproefde traditie aan snee is. Op wat gedoe over bezuinigingen na verloopt het proces zonder noemenswaardige weerstand omdat de vertrouwde maatschappelijke organisaties geen bal meer voorstellen. De rollen zijn zelfs drastisch omgedraaid. Een advocaat die een, trouwens niet bijster creatief, actietje onderneemt tegen de Immigratie en Naturalisatie Dienst, sinds jaar en dag een van de beroerdste overheidsagentschappen van het land, krijgt anno 2004 al een disciplinaire klacht aan zijn broek.

De omslag is snel gegaan. Sinds 9/11 is er sprake van de Eerste Wereldguerrilla, waarvan Osama bin Laden het mondiale icoon is geworden en waaraan Volkert van der G. in eigen land zijn ongevraagde bijdrage heeft geleverd. Onderschat de betekenis van beide mannen niet. Op hun manier hebben ze het maatschappelijke leven verwoest en aldus bereikt waarop ze uit waren. Actie en reactie zijn over de hele linie eenduidig. Strijd is het toverwoord, ook in de democratische gemeenschap waar doel en middel juist in balans zouden moeten zijn.

De geschiedenis is weer begonnen. In het afgelopen decennium is ons toekomstbeeld op zijn kop komen te staan. Voorspellingen zijn potsierlijker dan ooit. De toekomst van de internationale gemeenschap in en buiten Europa, van de geglobaliseerde economie die draait op goedkope olie en geavanceerde arbeid, van de al dan niet democratische of diep religieuze ambities van burgers her en der in de wereld, van de kunsten en wetenschappen, kortom van iedereen die nog geen pensioen heeft of dat nooit zal krijgen, is ongewisser dan vijftien jaar geleden voor mogelijk werd gehouden. Maar het cliché «uitdaging» heeft een heel andere betekenis gekregen: het is vooral gevaar geworden.

Dat perspectief is niet vrolijk, althans niet voor hen wier wereld- en mensbeeld niet is verziekt door enthousiasme over strijd en korte metten.

Maar te midden van de brekers en wrekers houden zich ook bouwers schuil. Wie wil weten hoe de brekers en bouwers heten en wat ze zouden kunnen bereiken, dient allereerst het vizier te openen om de toekomst te kunnen verkennen. In dit zomernummer vindt u daarom toekomstverkenningen op zulke uiteenlopende gebieden als terrorisme en filosofie, buitenlandse betrekkingen en literatuur, onderwijs en televisie, moraal en politiek.

Extra dik zomernummer voor twee weken. Het volgendenummer van De Groene Amsterdammer verschijnt woensdag 28 juli 2004