Het duurt een tijdje voordat duidelijk wordt dat niet alleen de walvissen maar ook de mensen een bedreigde species vormen in The Island and the Whales van de Schotse regisseur Mike Day. We zijn op de eilandengroep Faeröer waar de inwoners al sinds mensenheugenis jacht maken op de griend, een soort walvis waarover Herman Melville in Moby Dick schrijft: ‘He carries an everlasting Mephistophelian grin on his face.’ Die grimas is niet echt te zien wanneer de eilandbewoners de walvissen in allerlei bootjes opjagen totdat ze dicht genoeg bij de oever zijn om te worden gedood. Toch heeft het tafereel iets duisters: het is alsof de natuur grijnzend toekijkt terwijl de mens zijn eigen ondergang in het gezicht staart.

The Island and the Whales, regie Mike Day © Amstelfilm

Deze documentaire toont de gedachte dat de mens voor het eerst in zijn geschiedenis een stadium heeft bereikt, het Antropoceen, waarin zijn invloed op de natuurlijke omgeving onomkeerbaar is geworden. Op de Faeröer, maar duidelijk niet alleen daar, heeft dit effect op de inwoners. Al eeuwen eten de mensen walvisvlees, omdat het landschap zo onherbergzaam is dat er weinig anders te verbouwen valt. Maar nu heeft een plaatselijke huisarts ontdekt dat de inwoners een ongebruikelijk hoog kwikgehalte in hun lichaam hebben – het gevolg van het eten van walvisvlees. Dat niet alleen, de vergiftiging is ook afkomstig van zeevogels die net als de griend een voedselbron op de eilanden zijn.

Regisseur Day focust op het landschap in poëtische beelden die de romantische visie van de Duitse cineast Werner Herzog in herinnering brengen. We zien kliffen gehuld in mist en baaitjes met op de achtergond de lichten van dorpen. Net zoals Herzog wil Day het idee van de verschrikkelijke schoonheid van de natuur vangen. De zee heeft een glorieuze uitstraling, maar die is dus giftig geworden vanwege kwikbezoedeling. Mens én dier vechten nu voor overleving. Dat doen ze niet alleen, maar in groepen. In een bizarre scène toont Day een nachtelijke jacht op zeevogels bij de kliffen: mannen gewapend met dikke touwen laten elkaar over de afgrond heen naar beneden zakken zodat ze bij de vogelkolonies kunnen, die ze vervolgens bij honderden afslachten.

Dit ritualistische gedrag is ook te zien wanneer de inwoners de opgejaagde grienden op het strand opwachten. Ze zijn gewapend met zelf gemaakte speren, instrumenten benodigd voor de walvisjacht die duidelijk met veel liefde en gevoel voor traditie gemaakt zijn. Voor de kijker schept dit een dilemma: we weten dat het jagen op walvissen moreel onjuist is, maar tegelijkertijd zijn deze mensen gerechtigd tot gedrag dat hun eigen bestaan garandeert. Dat blijkt ook wanneer milieuactivisten vergezeld door niemand minder dan de Amerikaanse celebrity Pamela Anderson arriveren om tegen de walvisjacht te protesteren. De griend, zo blijkt, is geen bedreigde vissoort. Het tamelijk ingewikkelde argument van duurzaamheid in het algemeen komt in de persconferentie van de activisten niet over, en eigenlijk gebeurt dat ook in de rest van de film niet. Dat is winst, want zo vertelt The Island and the Whales het verhaal van de mensen die samen met de griend slachtoffer van de moderniteit zijn worden. In die zin is Melville’s ‘duivelse glimlach’ relevant: hoe meer de mensheid zich ontwikkelt, hoe dichterbij zij bij haar eigen einde komt.


Te zien vanaf 30 maart