Zaterdagavond, scène 1: in de straten van Teheran dansen honderdduizenden mensen die de verkiezingsoverwinning vieren van Hassan Rohani, de hervormingsgezinde president van Iran. Scène 2: duizend kilometer naar het zuiden, in de stad waar het startkapitaal en de religieuze basis van al-Qaeda en IS vandaan komen, danst de Amerikaanse president Trump met Saoedische prinsen hun traditionele zwaarddans. De Saoedische koning Salman zal later de belachelijke bewering doen dat ‘wij in Saoedi-Arabië geen terrorisme en extremisme kenden voor de revolutie [van 1979] in Iran’. Trump zegt hem een paar keer na dat alle terrorisme in de wereld uit Iran komt. Het zal moeilijk zijn om de hypocrisie van de VS en Saoedi-Arabië, en de giftigste relatie ter wereld, kernachtiger te illustreren dan met de split-screen van zaterdagavond. De grootste despoot en extremisme-exporteur van de wereld klaagt over de één-na-ergste, en de patron van de wereld staat daar hartstochtelijk bij te knikken.

De meeste krantenlezers hebben wel een ruw idee waar de relatie tussen Saoedi-Arabië en de VS om draait, namelijk wapens en olie. Maar het is een stuk minder bekend hoe diep die relatie gaat en hoe schaamteloos het toneelstukje is dat de Verenigde Staten en Saoedi-Arabië samen al zeventig jaar opvoeren. Dat begon begin 1945 op een Amerikaans oorlogsschip in het Suez-kanaal. Daar tekende de Amerikaanse president Roosevelt een geheime overeenkomst met de Saoedische koning Abdul Aziz. De Saoedi’s garandeerden de aanvoer van goedkope olie, de VS beloofden Saoedi-Arabië militair te beschermen. Onderdeel van de deal: Amerikaanse bases in Saoedi-Arabië en om de paar jaar militaire megadeals.

Dat is op zich nog niet megaschokkend. Maar Saoedi-Arabië is ook een fundamentalistische staat, die de mensenrechten erger schendt en minder boodschap heeft aan democratische beginselen dan bijna elk land ter wereld. En de VS doen daar tegen andere landen nogal opgewonden over. Bovendien is Saoedi-Arabië ook de voornaamste exporteur van extremisme en fundamentalisme, in de vorm van de salafistische islam: de religie van al-Qaeda, IS, en bijna alle in Europa geradicaliseerde moslims. Saoedi-Arabië levert daarvoor niet alleen de religieuze basis. Saoedische elites leverden ook enthousiast het geld en de politieke steun. In Washington is dat alom bekend. ‘Saoedi-Arabië blijft een doorslaggevende financiële steunbasis voor al-Qaeda, de Taliban, en andere terroristische groepen’, schreef bijvoorbeeld Hillary Clinton toen zij minister van Buitenlandse Zaken was, in een geheime memo die uitlekte via WikiLeaks. In het openbaar doen alle Amerikaanse functionarissen alsof dat niet zo is.

Obama sleet ook al voor 110 miljard aan wapens aan Saoedi-Arabië

Trumps dansje van zaterdagavond, op zijn eerste staatsbezoek, is een helder signaal dat hij op dezelfde weg wil blijven doorgaan als zijn voorgangers. Sterker nog: hij begon er al mee toen hij nog niet aangetreden was. Volgens een dossier van The New York Times zette hij zijn schoonzoon Jared Kushner toen al op de zaak. Die bereidde de wapendeal voor die dit weekend werd gesloten: 110 miljard dollar meteen, 350 miljard totaal. Bij de voorbereidingen haalde Kushner voor de verbaasde ogen van Saoedische onderhandelaars zijn mobieltje uit zijn zak, belde de CEO van straaljagerfabrikant Lockheed even privé, en dong wat van de prijs af.

Typisch Trump en zijn kliek, denkt u? Het is eerder business as usual: de wapensystemen die Trump nu verpatst, waren al voor verkoop goedgekeurd onder Obama. Die sleet zelf ook voor 110 miljard aan wapens aan Saoedi-Arabië en verzweeg de Saoedische rol bij de verspreiding van extremisme.

Wie naar dit zaakje kijkt, zal zich afvragen of wapenverkoop nou werkelijk de belangrijkste reden voor dit alles is. En terecht, want dat is ook niet zo. Die wapenverkopen zijn deel van vaste patronen in de Amerikaanse buitenlandse politiek, een vastgeroest Midden-Oosten-beleid dat breed gedragen wordt door een elite van hoge ambtenaren, diplomaten, ondernemers, bedrijven, lobbyisten, denktanks, politici. De grote lijnen van dat beleid, qua Israël, Iran, de Arabische staten, zijn steeds meer een soort onwrikbare waarheden geworden, nauwelijks te veranderen en gedragen door een bijna obsessief geloof dat alles wat in het Midden-Oosten gebeurt van levensbelang is voor de VS. Ook in dat opzicht ontwikkelt Trump zich steeds meer tot een conventionele Amerikaanse president; wederom een die zich in zijn blik op de wereld niet mentaal uit het Midden-Oosten kan bevrijden.