In 1935 kwam Erwin Schrödinger met zijn beroemde gedachte-experiment over de kat in de doos. Dit experiment valt onder de kwantummechanica, en hoe meer je over Schrödingers kat leest, hoe moeilijker het na te vertellen blijkt. In ieder geval: zolang je de doos niet opent kan de kat zowel levend als overleden zijn. De twee mogelijkheden bestaan naast elkaar. De kat is dood en springlevend tegelijk.

Er bestaat ook zoiets als Schrödingers eikel. Dat is een man (het kan ook een vrouw zijn, maar laten we reëel zijn, vaker is het een man) die een harde, foute opmerking maakt, meestal seksistisch of racistisch, en dan bepaalt of hij die opmerking serieus bedoelde of dat het ‘gewoon een grapje’ was op basis van hoe de omstanders reageren.

Schrödingers eikel vertelt bijvoorbeeld dat hij bij een bewusteloze vrouw een kaars ‘erin heeft gestoken’, en als iedereen in de studio lacht, is het simpelweg een grappig verhaal. Wanneer daarna mensen buiten de studio zeggen dat dit walgelijk is, niets minder dan een vorm van seksueel geweld, dan gilt Schrödingers eikel dat hij het niet zo bedoelde, dat het een heksenjacht is, dat we het met een korreltje zout moeten nemen.

Was het een heksenjacht op Johan Derksen? Het was een mediajacht. Sowieso. Maar de hype was vooral een zoektocht naar een autoriteit, iets of iemand die iets onaangenaams als dit misschien niet ongedaan kon maken maar op z’n minst recht kon zetten, Derksen en co kon corrigeren.

Van producent Talpa was elke morele uiting een lachertje

En die zoektocht is moeilijk. Van producent Talpa zelf was elke morele uiting een lachertje. Die wisten welk vlees ze in de kuip hadden. Bij Derksen was de kat altijd dood, het foute springlevend. In 2018 kwamen Gijp, Genee en Derksen bij Talpa aanwaaien, nadat ze bij rtl in opspraak waren geraakt na een serie transfobe grappen over de Vlaamse journalist Bo van Spilbeeck. In zijn boek Inside beschrijft Michel van Egmond hoe Talpa-baas John de Mol de Inside-heren ontving, zij hem een stapeltje papieren met wensen overhandigden, hij er zwijgend doorheen ging, ‘prima’ zei en zijn handtekening zette. De vergadering duurde 21 minuten, en terwijl half Nederland nog bezig was zijn walging over de heren uit te spreken, liepen ze De Mols kantoor uit met een loonsverhoging van anderhalve ton.

Van John de Mol zelf verwachtte ook niemand iets. Niet sinds hij de sfeer van seksuele onveiligheid binnen zijn bedrijf vooral bij de vrouwen neerlegde, die zwegen over seksueel grensoverschrijdend gedrag van mannelijke werknemers.

Verwachtte iemand nog iets van de politiek? Waarom politieke figuren als Mark Rutte geen positie innemen, legt Coen van de Ven in de Groene uit: elke politicus die de morele lat hoger dan enkelhoogte legt, wordt daar op een dag voor afgestraft. Dus is er in de politiek een race to the bottom: beter is je niet moreel uitspreken, dan kan dat nooit in je gezicht boomerangen.

In feite heeft de politiek moreel gezag daarmee uitbesteed – aan de massa, oftewel ‘het dorpsplein’ dat sociale media kunnen zijn, en de publieke opinie vormt. Het goede nieuws is dat dat soms goed uitpakt. Toen Derksen de stekker uit Vandaag Inside trok, was het duidelijk dat hij niet kon roepen dat hij ‘gecanceld’ werd door wokies die anders nooit naar het programma keken. Hij zag zichzelf tot paria gemaakt door zo’n beetje iedereen met een Twitter-account.

Het zorgelijke nieuws is dat de massa zelden één mening heeft en dat op dat dorpsplein niet ieders individuele mening even luid klinkt. Want, zoals Eva Hofman schrijft over Elon Musks overname van Twitter: de meest gevatte belediging wint.

Wat je zou willen is verantwoordelijkheid vóóraf. Tv-bazen en politieke leiders die voorafgaand aan een politiek- of mediaseizoen stellen wat de regels zijn, zodat kijkers en stemmers precies weten wat ze krijgen, en de deelnemers weten waaraan ze zich moeten houden. Dan heb je geen publieke afrekening achteraf op het dorpsplein nodig. Zou je denken.