Zou hij dan ook verkozen zijn? Ik vermoed van wel. In elk geval zou zijn situatie nu niet zo vernederend en oncomfortabel zijn. Clinton deed toen iets anders: hij hield Hillary’s handje vast en bekende ootmoedig. Niet dat hij overspel had gepleegd maar wel dat hij ‘pijn had veroorzaakt in zijn huwelijk’. Wie nooit pijn had veroorzaakt in zijn huwelijk, mocht de eerste steen gooien.
Zijn reacties op eerdere incidenten waren vergelijkbaar. Toen hij beschuldigd werd van marihuanagebruik, bekende en ontkende hij tegelijk: hij had er wel eens van geproefd maar hij hield er niet van en had niet geïnhaleerd. Over zijn dienstplichtontduiking tijdens de Vietnamoorlog pakte hij uit met 36 halfgare excuses, in plaats van te erkennen wat hij destijds vond: dat die oorlog verkeerd was.
De tactiek van ‘halve bekentenissen-halve leugens’ zou je kunnen uitleggen als de handige manoeuvres van een in het nauw gedreven politicus, ware het niet dat dit geschipper ook karakteristiek is voor zijn beleid. Met hem kwam een nieuwe generatie aan de macht, de naoorlogse babyboomers. Amerika kreeg een president die saxofoon speelde op MTV, die een aardig mondje kon meepraten over Internet en broeikaseffect, die het morele en ideologische relativisme van zijn generatie weerspiegelde. Maar voor hun ouders wou hij de ideale schoonzoon zijn. Hij liet zijn haar grijs spoelen en praatte over God en moederliefde tot je hart smolt. Jong en oud, rijk en arm, links en rechts, iedereen moest zich in hem kunnen vinden.
Natuurlijk, hij had beloofd de uitsluiting van homo’s uit het leger te beëindigen maar toen het leger daar bezwaar tegen maakte, verduidelijkte hij dat hij het zo letterlijk niet had bedoeld. Hij was er wel voor maar niet zo meteen, niet als de generaals het niet wilden. Het resultaat was een politiek die ‘don’t ask, don’t tell’ werd genoemd (hij zou willen dat dit nu ook op zijn eigen situatie toegepast zou worden!), waarna overigens de uitsluiting van homo’s nog frequenter werd. Daarna sneuvelde zijn belofte om de gezondheidszorg te hervormen. Hij wou wel een ziekteverzekering voor iedereen, maar niet meteen, niet als gevestigde machten bezwaar hadden.
Als kandidaat was zijn slogan ‘It’s time for change’ maar Clinton werd een president van de status quo. De enige wezenlijke verandering onder zijn bewind gebeurde op initiatief van de Republikeinen. Toen hun campagne voor bijstandshervorming succes kreeg, werd ze prompt door Clinton gecoöpteerd. Die hervorming was minder een bezuinigingsmaatregel dan een morele kruistocht tegen ongehuwde moeders die, volgens de rechtse mythologie, er lustig op los neuken om kinderbijstand te trekken. In plaats van die demagogie te ontmaskeren, nam hij ze over. Uiteindelijk beëindigde hij het recht van kinderen op bijstand en maakte hij fondsen vrij om ongehuwde moeders een ‘kuisheidstraining’ te geven.
Niemand was verwonderd toen hij, onder ede ondervraagd door Paula Jones’ advocaten, toegaf dat hij seks had gehad met Gennifer Flowers. Slechts enkele keren, voegde hij er karakteristiek aan toe. Dus hij loog niet, zo legden zijn medewerkers uit, toen hij ontkennend antwoordde toen 60 Minutes hem vroeg: ‘Flowers zegt dat ze jarenlang een seksuele relatie met u had. Is dat waar?’ Op zijn huidige moeilijkheden bereidde hij naar verluidt dezelfde verdediging voor. ‘Aangezien we enkel orale seks hadden’, zo zou hij aan Lewinsky gezegd hebben, ‘kunnen we ontkennen dat we een seksuele relatie hadden.’
Die moeilijkheden begonnen op dezelfde manier als de Flowers-kwestie. Evenals Flowers hoopte Linda Tripp rijk te worden met onthullingen over Clintons seksleven. Met heimelijk gemaakte bandopnamen van de ontboezemingen van haar vriendin Lewinsky wendde ze zich tot een literair agente. Die adviseerde haar om zich legaal in te dekken alvorens haar bestseller te schrijven. Zo belandden de bandopnamen in de klauwen van Ken Starr.
Opnieuw door zijn hormonen in het nauw gedreven staat Clinton nu voor het grootste dilemma in zijn carrière. Zal hij blijven ontkennen of zijn beproefde schippermethode gebruiken? Als Monica’s beruchte spermajurk niet door de mand valt, heeft hij weinig keuze. Als het DNA-onderzoek geen uitsluitsel geeft, kan hij misschien blijven ontkennen maar de albatros zal voor de rest van zijn regering rond zijn nek blijven cirkelen. Waarom niet opnieuw een halve bekentenis proberen? Als hij dat doet, zal het publiek hem vergeven, beweren de opiniepeilingen. En als de publieke opinie hem vergeeft, moet het Congres dat ook wel doen. Maar ‘als het publiek meer details verneemt, dan kunnen de polls wel eens heel andere resultaten geven’, zegt opiniepeiler Andrew Kohut.
Met spanning kijkt Amerika uit naar de volgende episode van de soap. Het publiek zegt tegen de opiniepeilers dat het de buik vol heeft van het schandaal maar intussen springen de kijkcijfers van de nieuwsshows omhoog naarmate ze minder over Kosovo en meer over de spermajurk praten. Want dit is een soap waarin Jan Publiek een hoofdrol speelt. Niet Starr en zijn Jury, niet het Congres, maar het publiek beslist over Clintons lot. Dit is eindelijk een politieke situatie waarin het volk echt aan de macht is. Wat kan het doen aan Kosovo behalve machteloos de blik afwenden? Maar Clinton overleeft als het volk dat wil en verdwijnt als hij de volksgunst verliest.
Het volk is aan de macht, maar de plaats waar het zijn macht uitoefent is een surrealistisch Wonderland. Onwillekeurig vraag je je af wat de geschiedenisboeken van de toekomst gaan schrijven over het politieke debat in Amerika, aan de vooravond van, pakweg, de economische ineenstorting van Rusland of de internationale beurskrach.
De half-om-halftactiek tegen de spermajurk
Toen Gennifer Flowers in 1992 voor 150.000 dollar het verhaal over haar seksuele relatie met Bill Clinton aan een sensatieblad verkocht, kreeg deze een gouden kans om een vuist te maken voor het recht op privacy. Hij mocht op Flowers’ onthulling reageren in 60 Minutes, Amerika’s populairste nieuwsshow. Hij had toen kunnen zeggen: ‘Ik weiger dit soort vragen te beantwoorden, niet uit schuldgevoel maar omdat ik het recht verdedig van elke burger op een privéleven dat niet te grabbel wordt gegooid door de media. Ik ben kandidaat voor president, niet voor heilige. Ik ben een mens en dus verre van perfect maar ik heb het hart op de juiste plaats en het talent en de visie om ons land naar de 21ste eeuw te leiden en blablabla…’
www.groene.nl/1998/33