Zolang zijn armen gespierd, zijn hart eeltig en zijn vuisten gebald waren, was er geen enkele reden voor hem om nachtmerries te hebben. In de korte nachten van het land – waar de fabrieken altijd open en de arbeiders als de Griekse Marathon waren – had hij, we hebben het over de toen 25-jarige Mesut, beknopte, krachtige dromen. In een van die dromen zei zijn vader tegen hem dat zijn leven van werken, geld verdienen en de helft van dat geld opzij leggen niet voor hem was weggelegd. Zijn vader zei: ‘Vertrouw niemand of niets die jou een gunst wil doen. Alleen God is gezegend met de eigenschap om te geven zonder te nemen. Vertrouw dat ding niet dat jou al het werk bespaart.
Waarom zouden ze je in een vreemd land betalen om enkel op een knop te drukken? Ben je de heiden meer lief dan dat je voor je vader bent? Of is dat ding soms je moeder die jou te hulp komt schieten?’
Dit droomde Mesut nadat zijn baas een nieuwe machine had aangeschaft voor de bandenfabriek. Wanneer je op een knop drukte begon deze machine te werken. Al die banden, van groot tot klein, die tijdens hun reis naar perfectie een paar keer omgedraaid werden door Mesut en zijn collega’s werden nu vastgepakt door de klauwen van deze machine en omgedraaid. Mesut zag drie van zijn collega’s ontslagen worden. Hij en een goede vriend van hem mochten blijven om om de beurt op de knop te drukken.
De gastarbeider was niet de slimste van zijn vader; zo maakte hij de fout om niet meer aan de droom te denken waarin zijn vader tot hem had gesproken.
De machine pakte op een zomerse dag de schouder van zijn goede vriend vast en draaide de man om. Zo snel dat het hoofd de betonnen vloer raakte en de man doodging. Mesut bracht het lijk van zijn goede vriend naar diens dorp. In het huis van de jong overleden man was men eigenlijk al uitgehuild. Slechts het snikken van een paar vrouwen was nog te horen. Mesut voelde zich erg schuldig en zei de hele dag ‘sorry’ tegen iedereen. Hij zag dat het zusje van wijlen zijn vriend naar hem keek. Hij bleef nog drie dagen in het dorp. Op de derde dag liep hij naar haar toe en zei: ‘Wil je met me trouwen?’ Het meisje keek hem niet eens aan en antwoordde: ‘Dan weet je wat je te doen staat…’
Ze hebben vier zonen gekregen. Vanwege die kinderen heeft Mesut nooit woord kunnen houden. Zijn vrouw heeft er niet over gezeurd. Maar in haar ogen zag Mesut wel dat ze het hem kwalijk nam. Mesut besloot nog een paar jaar te wachten eer de hamer te grijpen, naar de fabriek te lopen met de hamer en daar de overgang naar een nieuwe tijd kapot te slaan. Zijn zonen wilden niets liever dan op hun vader lijken. Daarom gingen ze heel lang op zoek naar werk in een fabriek. Toen Mesut zag dat zijn vier zonen in een vies koffiehuis zaten te niksen en dat hun armen niet gespierd, hun harten niet eeltig en hun vuisten nooit gebald waren, toen pakte hij de hamer wél. Hij ging op zoek naar die ene machine die hem had verleid tot makkelijk werk, zijn beste vriend had vermoord en zijn zonen had veranderd in nietsnutten. Zo kwam hij er achter dat de fabrieken naar elders verhuisd waren. Er waren ook geen machines meer die de zonen bij de schouders konden pakken en omdraaien.
Het was een mooie zomerse dag toen Mesut met die grote hamer naar het museum kwam en de hamer aan ons overhandigde. Hij was openhartiger dan de slaven die nooit hebben gedroomd van vrijheid maar wel van de dag dat zij slaven bezitten. Toen hij de hamer aan ons gaf, zei hij: ‘Ik had die machine lang geleden kapot moeten slaan. Ik had naar mijn vader en naar mijn vrouw moeten luisteren. Nu is het te laat. De machine heeft ons verslagen. Met de hamer heb ik het ding niet bewerkt omdat ik hoopte dat mijn zonen er ooit ook eentje zouden bezitten. Heb ik te veel gewild?’
Rubriek Het Migrantenmuseum
De hamer
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2009/18
www.groene.nl/2009/18