‘Scholte is paranoïde’ en ‘Scholte ziet spoken’ heet het meestal wanneer de kunstenaar nog maar eens een paar nieuwe beschuldigende vingers wijst in de richting van voormalige collega’s, in de hoop eindelijk de dader van de bomaanslag boven water te krijgen.
Was de explosie (1994) waarbij Scholte beide benen verloor, een vergissing (een drugsafrekening, bedoeld voor een ander met dezelfde auto) of is er sprake van een koelbloedig beraamde aanslag?
Eén ding is zeker: het ongeluk heeft, een enkele titel als Muur van vuur (1997) daargelaten, geen diepe sporen in het werk van de op het Canarische eiland Tenerife verblijvende kunstenaar achtergelaten. Scholte is gewoon blijven doen wat hij altijd deed: schaamteloos knippen en plakken, hermonteren, overschilderen en hopeloos verouderde ideeën over copyright op de helling zetten.
Als je de op de tentoonstelling bijeengebrachte schilderijen, zeefdrukken en grafische bladen ziet, een overzicht van werken van de afgelopen tien jaar, zie je vooral een verzameling cleane, afstandelijke plaatjes. Het is eigenlijk bizar hoe weinig geniaal je hoeft te zijn om dit soort kunst te maken; je blaast een foto van een strippenkaart wat op, maakt er een mooie zeefdruk van, geeft het de titel Nationale Strippenkaart, lijst het zaakje in en voila!
Je overschildert een reproductie van een Mondriaan, laat een streng-neoplastische zwarte lijn in het bovenste gedeelte kronkelen als getroffen door een zweepslag, denkt even na over wat je gedaan hebt en kijk, daar heb je de titel al: Mondriaan Revisited (1997).
Soms is kunst maken helemaal niet moeilijk.
Soms is die ongecompliceerde, direct herkenbare beeldtaal saai, zoals in Birds - een plaatje van een zwerm zwarte vogels tegen een bloedrode zonsondergang met in de rechterbeneden hoek het copyright-tekentje gevolgd door ‘Alfred Hitchcock 1963’, soms leveren simpele beelden (en waar ze vandaan komen - geknipt uit de media of gedownload van Internet - who cares?) wel weer olijk-luchtige kunst op.
Dan zien we een op doek geschilderde vrolijke ‘sokkensculptuur’: een tuiltje met fier omhoogstekende sokken, of drie barbiepopachtige vrouwen, blond-, bruin- en zwartharig, van wie er een in een rolstoel (Three Faces, 1998), die ons wezenloos-vriendelijk toelachen.
Scholtes werk zou eigenlijk door iedere postmodern onderlegde kunstenaar gemaakt kunnen worden, en toch voert alleen Rob Scholte zo dwingend de regie over betekenisloze, gelikt slapperige, aan de massamedia ontleende beelden.
Zou dat de reden zijn voor de door de kunstenaar zo vaak geconstateerde afgunst? Afgunst op een kunstenaar die wist dat je de media moet plunderen om zelf een mediaster te worden?
Scholte is de eerste Nederlandse schilder die begrepen heeft dat niet originaliteit ertoe doet maar slechts het talent om je handtekening tot inhoud van het werk te laten worden.
Hoe hij dat precies voor elkaar heeft gekregen, blijft een raadsel.

  • Het is weer lente. Dat wordt gevierd door 28 beeldhouwers in de Amsterdamse Hortus waar een tentoonstelling wordt gehouden op het thema De Hortus als lusthof. Een ‘paradijs’, beloven de samenstellers. T/m 19 juli, Hortus Botanicus, Plantage Middenlaan 2a, Amsterdam. Open ma. t/m vrij. van 9.00 tot 17.00 uur, entree Ÿ 7,50.
  • ‘Grappig maar toch ongemakkelijk’, zo wordt het werk van kunstenaar Paul de Reus genoemd. ‘Meedogenloos en tot in het absurde doordacht verschijnen passie, ontreddering en aftakeling in beeld.’ Alleen op de wereld, installatie Paul de Reus. T/m 9 augustus, Museum voor Moderne Kunst, Utrechtseweg 87, Arnhem. Di. t/m vrij. 10.00-17.00 uur, weekends vanaf 11.00 uur.