De kleine Anastasi Romanov krijgt nog een laatste standje en een devote non jaagt een paar luidruchtige hofdames weg. Buiten vallen de eerste schoten en de kijker weet nu wat het gezin toen nog niet kon bevroeden. Het was hun galgenmaal, vlak voordat de revolutie uitbrak.
In de nieuwe film van regisseur Alexander Sokoerov (1951) doolt de camera als een verloren ziel langs dit soort korte scènes en door de immense met schilderijen behangen zalen van de Hermitage, het museum in Sint-Petersburg. Met Russian Ark, die op het Rotterdams Film Festival in première gaat, stapt Sokoerov een nieuw tijdperk van de filmgeschiedenis binnen. Gebruikmakend van een speciaal voor hem in Duitsland ontwikkelde hd-videocamera en na maandenlange repetities met meer dan duizend acteurs en figuranten, realiseerde hij zijn tour de force: een film opgenomen in één ononderbroken take een unicum in de filmgeschiedenis. De plaats van handeling: de Hermitage in Sint-Petersburg; het tijdstip: 14.15 uur, 23 december 2001.
Niet voor niets reageerde Sokoerov op het pessimisme van Peter Greenaway met de opmerking dat «de ware filmkunst nog moet worden geboren». Met Russian Ark doet hij een flinke stap voorwaarts. Weliswaar probeerde Hitchcock ooit iets vergelijkbaars met Rope (1948), maar hij wist van tevoren dat het technisch onhaalbaar was. Hij filmde daarom met een klein aantal acteurs in een enkele ruimte en zette de mise-en-scène bewust zo in elkaar dat de filmrolwisselingen vrijwel onopgemerkt zouden blijven.
Sokoerovs film kwam tot stand met hulp van de Duitse cameraman Tilman Buttner, die ook Lola rennt filmde. Buttner legde met zijn steadicam een nauwkeurig uitgetekend parcours af van ongeveer dertienhonderd meter, door meer dan dertig zalen. Tweeëntwintig regieassistenten stonden het tweetal bij om de minutieus vastgelegde mise-en-scène te kunnen voltooien. De non-stop gedraaide beelden werden op revolutionaire wijze direct op een harde schijf opgeslagen, een prestatie die zelfs George Lucas niet evenaarde in de laatste Star Wars-episode.
Maar ondanks deze revolutionaire opnamewijze zegt Sokoerov meer geïnteresseerd te zijn in de spirituele en artistieke betekenis van zijn film. En inderdaad: de gekozen vertelstructuur en dialoogvorm en de wijze waarop hij de Russische ziel blootlegt, zijn nog eigenzinniger en confronterender dan in enkele van zijn vorige films. Sokoerov speelt in Russian Ark een geniaal spel met de tijd. Als een magiër weeft hij verschillende historische lagen door elkaar heen. Openend ergens aan het begin van de achttiende eeuw voert de film ons langs scenische momentopnames uit de geschiedenis van de Russische tsaren, die ooit de Hermitage als winterpaleis bewoonden. Het zijn schijnbaar alledaagse taferelen uit het leven van de tsaren, maar juist door de bedachte achteloosheid waarmee Sokoerov ze toont, wordt de historische lading schrijnend voelbaar.
De halve kunstgeschiedenis passeert en de Hermitage opent zich als een lang verborgen schatkamer. Twee zonderlinge figuren voeren daarbij vrijwel continu een dialoog, vormgegeven in een filmisch unieke setting. De fictieve, negentiende-eeuwse Franse markies Astolf De Custine slentert voor de camera uit, de armen pedant op zijn rug gevouwen, en buiten beeld horen we de commentaarstem van Sokoerov zelf. Het tweetal kibbelt over de betekenis van de schilderijen, over welke ruimtes wel en niet betreden dienen te worden en over de Europese invloed op de Russische geschiedenis. Over één ding lijken ze het eens; de achttiende eeuw was een hoogtepunt in de historie, uitgaande van de heersende levensstijl en politieke idealen.
Ook over de waarde van enkele van de soms close gefilmde en langdurig in beeld gebrachte kunstwerken bestaat blijkbaar geen verschil van mening. De markies geraakt in extase bij een beeld van Canova en bij enkele schilderijen van Rubens, Van Dijck en Rembrandt. Door Sokoerovs ingenieuze constructie krijg je het gevoel dat vroegere tijden nooit ophielden te bestaan. Uit elke episode zijn de resten doorgesijpeld naar latere generaties. Rusland heeft drie eeuwen lang zowel artistiek als politiek onder de invloed gestaan van Europese kunstenaars en denkers. Sokoerov wil wellicht suggereren dat het tijd wordt om op eigen benen te staan. Terwijl een paar honderd balgasten de Hermitage verlaten na een uitzinnig negentiende-eeuws aangekleed slotfeest, met een orkest onder leiding van Valerie Gergiev, horen we in voice-over de woorden: «Vaarwel Europa, het is voorbij!»
De wervelende aaneenschakeling van personages, historische toespelingen en beeldovergangen is moeilijk in één keer te bevatten. Eigenlijk zou deze unieke film permanent ergens vertoond moeten worden. Zodat we ons kunnen gedragen als sommige van de vaste bezoekers van de Hermitage, die wekelijks naar het museum komen om een kort moment bij hun favoriete schilderij te vertoeven.