Boedapest – Het is misschien een onhandige tijd voor atoombommetaforen, maar dat is waar de Hongaarse premier Viktor Orbán vorige week het effect van een Russisch olie-embargo op de economie van zijn land mee vergeleek. In zijn wekelijkse radio-interview zei hij dat Hongarije vijf jaar en veel geld nodig heeft om de ban op Russische olie op te vangen.

Het Hongaarse bezwaar is niet slechts een nieuw hoofdstuk in Orbáns eeuwige strijd met Brussel, of een manier om een wit voetje te halen bij Poetin: Hongarije is voor zo’n zestig procent afhankelijk van de toevoer van Russische olie. Dus er zijn wel degelijk duidelijke, praktische bezwaren – al zijn er andere Europese landen die nog sterker afhankelijk zijn van Russische olie, maar die het olie-embargo niet vetoën, bijvoorbeeld Slowakije en Letland. Het Hongaarse veto kan ook nog een manier zijn om de Europese Commissie onder druk te zetten om het coronaherstelfonds eindelijk aan Hongarije uit te keren, ondanks de vrees voor corruptie.

Tegelijkertijd blijft de Hongaarse relatie met Rusland precair. Er gaan in Boedapest hevige geruchten rond over de bezetting van de nieuwe regering-Orbán, die de herkozen premier aan het samenstellen is. Als die geruchten kloppen, wordt dit de regering die het meest pro-Kremlin is tot nu toe. En het Hongaarse volk staat inmiddels opvallend weinig solidair tegenover buurland Oekraïne: in een enquête kwam Hongarije naar voren als het EU-land waarin de minste mensen vinden dat de oorlog ‘hun probleem’ is. Na een initiële schok en een golf van verontwaardiging in maart en april – waarin herinneringen aan de eigen geschiedenis met Rusland tijdelijk opleefden – lijken de pro-regeringsmedia hun werk te doen: die hebben weinig sympathie voor Oekraïne en benadrukken steeds weer veiligheidsrisico’s voor Hongarije.

Hoewel de angst voor negatieve gevolgen van de oorlog Orbán wellicht geholpen heeft bij zijn herverkiezing is de koele Hongaarse houding ten opzichte van de invasie niet zonder internationale consequenties: de eens zo hechte relatie met de andere Visegrad-landen staat onder hoogspanning – vooral die met Polen. De Poolse en de Oekraïense ambassadeurs gaven vorige week samen het startsein voor een #StopRuslandNucampagne: ze stonden pal tegenover het Hongaarse parlementsgebouw, aan de Donau in Boedapest. De vraag is of dit alles Hongarije nog meer in de armen van Rusland zal drijven; Orbán was nog nooit eerder internationaal zo geïsoleerd.