NEW YORK – Conservatieve Republikeinen, en daar zijn er veel van, worden zenuwachtig. Voor de gemiddelde Bush-stemmer, de overwegend protestants-christelijke sociaal-conservatief, heeft het huidige arsenaal aan presidentskandidaten weinig te bieden. Hoe hard Rudy Giuliani, John McCain en Mitt Romney ook roepen dat ze ‘in de traditie van Ronald Reagan’ staan, geen kiezer die het gelooft.
Twee mensen kunnen de Republikeinen uit de brand helpen. En beiden worden de laatste tijd steeds vaker in gezelschap van belangrijke politieke financiers gesignaleerd. Het zijn voormalig speaker Newt Gingrich, leider van de neoconservatieve overname van het Congres tijdens het presidentschap van Bill Clinton, en acteur en ex-senator Fred Thompson, bekend als aanklager Arthur Branche in de televisieserie Law & Order.
Gingrich maakte afgelopen zondag bekend pas eind september uitsluitsel te geven. Dat geeft hem de gelegenheid tot die tijd achter de schermen aan een campagne te werken en bovenal, buiten het gekrakeel van de officiële debatten om, te peilen of de behoefte aan een klassieke, christelijke conservatief ook dan nog nijpend is. Afgelopen zaterdag hield Gingrich de keynote-toespraak bij de afstudeerceremonie van Liberty University, de universiteit van de vorige week overleden ultraconservatieve televisiedominee Jerry Falwell – de man achter Moral Majority, een politieke organisatie die sinds 1979 de christelijk conservatieve politieke agenda aan de man probeerde te brengen en vanaf 2004 zelfs niets minder dan de ‘evangelische revolutie’ preekte.
De Republikeinse acteur en jurist Fred Thompson houdt evengoed ‘de deur open’, zo zei hij letterlijk. De man was een populaire senator in Tennessee en een voormalige medewerker uit die tijd voert momenteel vanuit Knoxville zo actief campagne dat Thompson inmiddels meeloopt in een aantal officiële peilingen. En daarin gooit hij hoge ogen. Volgens sommige onderzoeken zou de acteur een uiteindelijke presidentsrace tegen de grootste Democratische kanshebber, Hillary Clinton, gemakkelijk winnen. Op 2 juni zal Thompson acte de présence geven op een groot Republikeins gala in Richmond, Virginia. Dat is volgens de dagelijks profeterende wichelroedelopers op televisie en radio ‘een teken’.
Net als Gingrich wordt Thompson, anders dan de te liberale of flipfloppende Giuliani, McCain en Romney, door de waardenpolitie bij de Republikeinen in ieder geval goedgekeurd. Hij mag dan geen regelmatige kerkganger zijn, volgens de Conservative Union heeft Thompson altijd onberispelijk gestemd. En hoe sterk Giuliani, McCain en Romney ook proberen op Ronald Reagan te lijken, met zijn Hollywood-achtergrond heeft Thompson natuurlijk een streepje voor. Hij speelde zelfs al eens president in een televisieprogramma.

Een Republikeinse verrassing is dus niet uit te sluiten. Maar weten de Democraten al wél wie opgaat voor het presidentschap? Hillary Clinton leek zeker van haar zaak, maar met nagenoeg evenveel campagnegeld en nauwelijks minder goede peilingen maakt senator Barack Obama uit Illinois evengoed een kans. Obama heeft gezegd niet als vice-president onder Clinton te willen dienen en van Hillary Clinton mag worden aangenomen dat ze ook zeker niet onder de veel jongere Obama wil dienen.
Twee geschikte kandidaten lijkt een luxeprobleem, maar in potentie kan de Democratische Partij als vanouds splijten. Ook voor hen komt de hoop uit de zuidelijke staat Tennessee. Want de Republikein Fred Thompson kon in 1994 alleen maar worden gekozen omdat de populaire Democratische senator van dienst tot het Witte Huis werd geroepen. Al Gore heette die senator en precies een jaar na het verschijnen van zijn film An Inconvenient Truth publiceert hij deze week een nieuw boek.
The Assault on Reason is volgens de uitgever ‘een visionaire analyse’ over hoe tijdens de ambtsperiode van president Bush de Rede in de politiek op een zijspoor is beland. Ook dat is ‘een teken’. Gore heeft nog nooit expliciet gezegd dat hij zich niet zou kandideren (‘Het is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk’) en voorlopig kijkt hij de kat uit de boom. Als bij de Democraten een tweestrijd tussen Hillary Clinton en Barack Obama ontbrandt, zou hij op het laatste moment kunnen instappen om de rijen te sluiten.
Door de wijze waarop Gore zich na de dramatisch van Bush verloren verkiezingen van 2000 weer hervond en zijn verliezersimago wist op te poetsen met de strijd tegen de opwarming van de aarde (goed voor een Oscar en een Nobelprijsnominatie), heeft ‘Saint Albert’ een bijkans heilige status gekregen. Zelfs de meest verstokte Republikeinen en conservatieve christendominees spreken vol ontzag over de voormalige vice-president en zijn gewijde missie. Gore is bovendien politiek ‘eigenaar’ van het opeens onwaarschijnlijk actuele campagnethema milieu. Terwijl alle Democratische én Republikeinse kandidaten stad en land afreizen om nieuwe grootse plannen tegen klimaatverandering en het einde van de afhankelijkheid van buitenlandse olie te verkondigen, is Gore, in marketingtermen, op dit terrein de meest authentieke stem.
De eerste bumperstickers ‘Gore 2008’ zijn al gesignaleerd. En niet alleen in Nashville, Tennessee.