Een gevolg van het Europese vluchtelingenprobleem is dat de aandacht voor de buitenlandse politiek erdoor verdwijnt. In Amerika eist op het ogenblik de verrassende opkomst van Donald Trump als Republikeins kandidaat voor het presidentschap alle aandacht.
Zouden we hier niet de honderdduizenden vluchtelingen hebben, dan was Trump een dankbaar onderwerp voor speculaties geweest. Een nieuwe McCarthy? Hervatting van de Koude Oorlog? Enzovoort. Maar Amerika is momenteel vrijwel uit de Europese aandacht verdwenen. Het gaat hier om hoe de toestand op het station in Boedapest is, wat Angela Merkel heeft gezegd, wat er in Brussel is besloten.
En er is één club van politici die de buitenlandse politiek nog niet heeft losgelaten. Terwijl de stroom vluchtelingen misschien een hoogtepunt heeft bereikt, is hier een oud denkbeeld voor een oplossing nieuw leven ingeblazen. Militair ingrijpen. De Franse president François Hollande is van mening dat het zou helpen als bepaalde gebieden in Syrië gebombardeerd zouden worden, met het doel de terreurbeweging Islamitische Staat te verslaan en safe havens te scheppen. In Nederland is de fractieleider van het CDA, Sybrand Buma, op een soortgelijk denkbeeld gekomen. De vroegere minister van Defensie Joris Voorhoeve is het met hem eens.
Het is een onzalig plan dat niets anders dan averechtse resultaten belooft. Dat weten we sinds 2003 toen president George W. Bush, gesteund door zijn neoconservatieve omgeving, de aanval op Saddam Hoessein opende, in de overtuiging dat daarmee de democratisering van het Midden-Oosten was begonnen. Deze onderneming heeft honderdduizenden het leven gekost en Irak als een verwoeste staat achtergelaten. De geschiedenis van de oorlogen van Bush in Afghanistan en Irak is nooit objectief en volledig – met al het bedrog, de militaire fouten en de gigantische vergissingen – beschreven. Het is niet onmogelijk dat de terreurorganisatie IS toen is ontstaan, als reactie op de door Amerika aangerichte puinhoop. En nu zouden we, als bijdrage tot het herstel van de orde, delen van Syrië willen bombarderen. Zou dat helpen?
Als het op het gebruik van militaire middelen aankomt, is de kern van het probleem dat het Westen geen tactiek en strategie heeft waarmee in die regio resultaten kunnen worden bereikt. Na de eindeloze oorlog in Afghanistan, het debacle in Irak, de mislukking in Syrië en de vergeefse inmenging in Libië zijn we zo verstandig geweest ons daar niet meer met militaire middelen in de conflicten te mengen. Het ontbreekt het Westen aan het talent, de techniek en de mentaliteit om de tegenpartij op langere termijn van een doeltreffend antwoord te voorzien. We hebben geen remedie tegen bermbommen en zelfmoordterroristen. Het kost ons al de grootste inspanning en het beste technisch vernuft om ons eigen openbaar vervoer veilig te maken. Nieuwe militaire ondernemingen in de islamitische regio dragen een enorm risico in zich: dat ze leiden tot een herhaling van de tragedie die in 2001 is begonnen.
Bovendien hebben we ons nog geen voorstelling gemaakt van wat ons in Europa met een paar miljoen volslagen vreemde vluchtelingen te wachten staat. Mensen die de taal niet kennen, er andere zeden en gewoonten op nahouden en van wie we niet weten wat voor soort bestaan ze zich hier voorstellen. Deze week is bekend geworden dat een zeker aantal eerder aangekomen immigranten – hoeveel het er zijn weten we niet – hier illegaal woont. We kunnen erop rekenen dat het er niet minder zullen worden.
In ieder geval zal deze massa zich in Europa vestigen. Onze hoop is dat ze zich zullen aanpassen. Het kan een generatie duren, maar dat risico hebben we nu bewust genomen. Dit betekent dat we ook op lange termijn de consequenties zullen moeten dragen. Het zou goed zijn als we alvast probeerden ons daarvan de eerste voorstelling te maken.