Daarom zou ik bij iedereen een exemplaar van Over rusteloosheid van Arjen van Veelen in de koffer willen proppen. Dit boek is trouw aan de humanistische traditie maar heeft het stof van haar geblazen en walst haar rond in onze eigen verwarrende en wonderlijke tijd.
Wat er dan gebeurt, is dat je in de ligstoel van tandenbleekinstituut PerfectSmile® ineens aan Aristoteles moet denken, en even later aan de hoftandarts van koning George de Derde en dan weer aan YouTube-filmpjes van David Bowie’s tanden. En zonder dat je het in de gaten had, heb je een onnadrukkelijke reflectie op de schoonheidsindustrie gelezen. Die werkwijze maakt Arjen van Veelen verwant aan Alain de Botton, ook zo’n eigentijdse humanist.
Ik kende Van Veelen al, als collega-universiteitsbladjournalist, en wist dat hij in Leiden geschoold is als classicus. Dat hij kan schrijven wist ik ook, maar dat het zo sprankelend en scherpzinnig zou worden verrast me, als ik heel eerlijk ben, toch.
Wat heeft Pindarus met kudos op dumpert.nl? En Vergilius met Paris Hilton? Hoogtepunt vind ik de 61 overpeinzingen over Facebook. ‘Een testversie van Facebook werd vijfhonderd jaar geleden gelanceerd door studenten van de universiteit van Wittenberg.’ ‘Plato zou in de rij hebben gestaan voor de iPad.’ In plaats van voorspelbaar te wijzen op het narcistische van Facebook, legt Van Veelen de mechanismen bloot. Waarom schrijven mensen er bijvoorbeeld in de hij-vorm, net als Julius Caesar deed?
Van Veelen onthult de universele trekken aan de oppervlakte van onze cultuur, op de toon van vrolijke verwondering. ‘Ik heb de instant-zen van zon op mijn vel’, klinkt het vanuit Kreta, om even later uit te komen bij: ‘Het grappige is dat stoïcijnen net als Vodafoon vinden dat je moet leven alsof elke dag je laatste is.’

Arjen van Veelen, Over rusteloosheid. Augustus, 204 blz., € 17,50