Istanbul − Op het centrale plein van Avcilar, een deelgemeente van Istanbul, staat een beeldengroep met bronzen bustes van schrijvers en musici. Onder hen operazangeres Leyla Gencer, ‘La Diva Turca’, die vanaf de jaren vijftig uitgroeide tot een van de sterren van de opera van Milaan. ‘Mijn dochtertje moest altijd huilen als we hier langs kwamen’, zegt Safiye, een 47-jarige huisbewaarster, terwijl ze stilstaat bij het beeld.
Muzikale overgevoeligheid? Nee. Dit is de plek waar het gezin van Safiye wekenlang moest kamperen nadat hun flat was getroffen door de aardbeving van 1999. Het epicentrum daarvan lag bij Izmit, negentig kilometer ten oosten van Istanbul, maar ook op de zwakste plekken van de metropool stortten gebouwen in en vielen doden. Avcilar is zo’n zwakke plek. Het gezin overleefde, maar de herinnering aan de ramp en aan de nasleep riep bij het toen tweejarige meisje nog lang emoties op.
Voor de inwoners van Istanbul was de mogelijkheid van een aardbeving altijd wel aanwezig, ergens in een kelderetage van het brein, maar sinds de verwoestende natuurramp van 6 februari in het zuiden van Turkije en Noordwest-Syrië, die aan meer dan vijftigduizend mensen het leven kostte, staat iedereen op scherp. De Grote Aardbeving van Istanbul! Het kan echt gebeuren!
Volgens het Kandilli-observatorium voor aardbevingsonderzoek is er 64 procent kans dat de stad ergens in de komende zeven jaar getroffen zal worden door een schok met een kracht van 7,0 of hoger. In de loop van de eeuw stijgt die kans tot 95 procent.
De gevolgen zullen, uitgaande van de huidige toestand van de gebouwen, catastrofaal zijn. Volgens burgemeester Ekrem Imamoglu lopen zo’n negentigduizend panden in de stad het risico geheel in te storten. Een veelvoud zal beschadigd raken. Voor de goede orde: dat zijn allemaal gebouwen met vele etages. Tienduizenden mensen zullen omkomen, misschien zelfs vierhonderdduizend.
Bestuurders komen nu met plannen die al jaren geleden uitgevoerd hadden moeten worden: grootschalige inspectie van gebouwen, afbraak van risicopanden, strenger controleregime. Probleem is dat dit samenwerking vereist tussen het stadsbestuur, dat in handen is van oppositiepartij chp, en de landelijke akp-regering. Dat schiet niet op. Ondertussen nemen sommige inwoners het zekere voor het onzekere en verhuizen naar het veiligere Ankara. Al tienduizenden, zo wil het gerucht. Safiye hoort daar niet bij. Geen geld. Bovendien: ‘Ik hou van Avcilar, ik ken de mensen hier. Wat moet ik ergens anders?’