
In de NRC stond een portret van de Armeense Janna Chaglamdian voor haar bloemenwinkel. Mirakel, als je weet dat ze in 1994 met man en kinderen uit Abchazië vluchtte, geen asiel kreeg en dankzij dominee Visser van de Pauluskerk een kamer vond waar het gezin negenenhalf jaar illegaal woonde (‘de kinderen hebben me nooit zien huilen’). Uiteindelijk kregen ze een verblijfsvergunning. Ze werd verkoopster in een bloemenzaak. Banklening om voor zichzelf te beginnen lukte niet. Vier bevriende gezinnen leenden twintigduizend, en kijk nou toch. ‘Ik ben altijd tegen de juiste mensen aangelopen.’ Dus dacht ik aan Hamza Mutabazi, die ik leerde kennen in de documentaire De wijde wereld. Hamza vluchtte met drie broers uit Burundi: de oudste was kindsoldaat geweest, ontsnapt maar gezocht. De kleintjes liepen hetzelfde risico. Moeder wuifde ze uit. Nu is ze dood. Ze zagen haar nooit terug. Als alleenstaande minderjarige asielzoeker kwam Hamza terecht op vluchtelingenschool De wijde wereld, waar hij les kreeg van meester Teade Walma. Die heeft destijds alle kinderen daar gefotografeerd: een veelkleurig tableau van koppies. Vijftien jaar later achterhaalde hij een groot aantal oud-leerlingen en organiseerde een reünie. Die bijeenkomst is de draad waaraan drie grote kralen zijn geregen: portretten van Hamza, Mina Souliman (Irak) en Malika Esmaily (Iran).
Voor hen waren Walma en collega’s de ‘juiste mensen’. Hamza is rapper en bedrijfsleider in een kledingzaak en we gaan met hem terug naar het restaurant waar hij als tiener werkte. ‘Ze zien me hier niet als afwasser maar als Hamza’, zegt hij. Een waar woord, blijkt als de Hollandse eigenares binnenkomt en er omhelsd wordt. ‘Hij is een soort zoon’, zegt ze. ‘Ik vertelde alles over de mensen met wie ik omging en over mijn relaties’, straalt hij. ‘We hebben ze allemaal voorbij zien komen’, lacht ze. ‘Ik wilde dat ze hier bleven slapen in de tijd dat ze uitgingen. Beter dan de auto pakken.’ Beslissend lijkt me, dat een ‘moeder’ zich over die puber ontfermde. Hamza is nu een liefhebbende partner en vader. Hij verschoont zijn baby; zijn geliefde kijkt stralend toe.
Mina en Malika zijn ook al succesvol, respectievelijk in commerciële studies en psychologie – ze zullen er op uit zijn gekozen. (Hoewel, de meeste reünisten lijken sterk en mooi: De wijde wereld en vervolgscholen moeten gewerkt hebben als ‘juf Kiet’.) Bij de twee vrouwen worden we meer geconfronteerd met de pijn van het vluchten. Niet alleen die van henzelf, maar indirect, via hun machteloos en sociaal diep gevallen en geïsoleerde ouders voor wie ze letterlijk en figuurlijk tolk werden. Waar in Malika’s geval bij kwam dat moeder het huwelijk beëindigde – vrijheid voor zichzelf en haar dochter bevechtend. Waar dochter gemengde gevoelens over heeft: zij had geen vader meer, maar kreeg desondanks Iraanse waarden mee die haar gevoel van vrijheid beperken. Mina zegt: je moet vechten om niet ‘de vluchteling’ te blijven, maar om, in de woorden van Hamza, Mina te worden. Mede dankzij de juiste mensen. Waarvan er veel zijn, maar nooit genoeg.
Sherman _de_ Jesus,_ De wijde wereld, KRO-NCRV 2Doc, maandag 3 augustus, NPO 2, 22.10 uur