
Werkelijk geraakt en verrast ben ik dit jaar door twee boeken die in alles elkaars tegenovergestelde zijn: John Eliot Gardiners Bach: Muziek als wenk van de hemel en Valeria Luiselli’s De gewichtlozen. Het eerste is het monumentale, doorwrochte, uiterst secure werk van een ervaren Britse academicus en gevierd dirigent. Het tweede is het springerige, vitale, met niets te vergelijken romandebuut van een Mexicaanse vrouw van vijftig jaar jonger. Luiselli verrast doordat ze werkelijk iets nieuws probeert, op eigengereide toon de romankunst vernieuwt met een duizelingwekkend verhaal over spoken, kinderen, over een huwelijk, over een redactrice op zoek naar de nieuwe Bolaño, over cultstatus, over poëzie, en dat allemaal in secuur gecomponeerde fragmenten.
Het is rauw, snel, slim en organisch, inclusief de geur van ontbinding.
Heel wat anders dan de bijna achthonderd pagina’s dikke zerk waarin Gardiner de oppergod van de klassieke Europese muziek tot leven wekt. Niet eerder heb ik het idee gehad zo dicht bij Johann Sebastian Bach te komen, zijn woedeaanvallen, zijn branie, zijn ijver, zijn gekonkel met machthebbers, zijn gedonder met geld. Gardiner geeft Bach zijn menselijke gestalte terug. ‘Qua temperament stond Bach dichter bij de componisten uit de romantiek,’ concludeert de musicus en historicus en hij schildert een prachtig portret van deze ‘geboren dissident, bijna een proto-Beethovense rebel avant la lettre.’ Bijna elk stuk waar hij over schrijft heeft Gardiner zelf uitgevoerd, wat hem tot de gedroomde gids maakt voor deze bevlogen rondleiding door de kathedraal genaamd Bach.
John Eliot Gardiner, Bach. Muziek als een wenk van de hemel.
Valeria Luiselli, [De gewichtlozen](http://mindbus.go2cloud.org/affc?offerid=5&affid=22&url=http%3A%2F%2Fwww.athenaeum.nl%2Fshop%2Fdetails%2FDe+gewichtlozen%2F9789079770083)_