Het einde van het jaar wordt nergens zo ernstig voor misbruikt als voor het opwarmen van koude prakjes. De beste dit en de langst gelezen dat, de mooiste zus en de grappigste zo. Maar wie kan ontkennen dat dat op z’n tijd best lekker is? Soms tref je op zo’n helder geordend lijstje iets aan wat je eerder over het hoofd zag. En anders is er vast de mogelijkheid om het heftig met de samensteller eens of oneens te zijn. Afgezien van het ontbreken van een heldere ordening is dit bericht iets dat mikt op dat eerste: het onder de aandacht brengen van dat wat mooi of indrukwekkend was. De vraag was simpel: wat is je bijgebleven? In sommige gevallen betreft het zaken die, in de ogen van onze redacteuren althans, nog wat extra aandacht verdienen. In andere gevallen gaat het om stukken waardoor men plaatsvervangende trots zegt te ervaren. De eerste reacties ontbeerden nog een serieuze onderbouwing, maar allengs werden de mails langer.

Thijs Kleinpaste mailde vrijwel direct een link naar Sjeng Scheijens essay over ‘de avant-garde in Oekraïne, Hans van Baalen, en het waarom van het onontwarbare’ en schreef ‘omdat het briljant is’. Marcel ten Hooven reageerde al even rap en even bondig. Hij noemde de briefwisseling tussen Joost de Vries en P.F. Thomése over ironie (‘mooi!’) en het essay van oud-minister Ernst Hirsch Ballin over het universele van mensenrechten (‘actueel!’) als hoogtepunten.

Er volgde een tweede mail van Kleinpaste met een iets uitgebreidere motivatie: ‘Op zichzelf is het een groot plezier om een geleerd essay te lezen. Wanneer dat plezier echter nog versterkt wordt door de uitgesproken bravoure en ook smaak waarmee de geleerdheid aan het papier is toevertrouwd, dan kan er maar één conclusie getrokken worden: dit essay hoort hoog op de eindejaarslijstjes te staan.’

Ook Roos van der Lint droeg Scheijens essay voor. Alleen de onderkop – het eerder geciteerde ‘de avant-garde in Oekraïne, Hans van Baalen, en het waarom van het onontwarbare’ – was wat haar betreft al genoeg om die keuze te rechtvaardigen. ‘Over de wortels van een land in crisis zonder eenduidige identiteit maar met een rijk avant-gardeverleden dat niemand kent, of wil kennen. Kennis van die cultuurgeschiedenis “had Europese leiders kunnen helpen Oekraïne serieus te nemen, haar te waarderen voor wat ze is, niet voor wat ze zou moeten zijn.” Erg mooi (en een fantastisch cover-beeld).’

Hassan Bahara schreef over waarschijnlijk het meest omvangrijke stuk van het jaar: ‘Een voor Nederlandse begrippen uniek artikel, zowel in kwaliteit als lengte. Het telt iets meer dan tienduizend woorden en beslaat een pagina of tien. De auteur, Marijn Kruk, schrijft altijd vlotte, verhalende stukken over moeilijke gebieden die door turbulente tijden heen gaan. Dat deed hij eerder in Mali en Libië, en nu weer in Koerdisch gebied. Welke toekomst gaan de Koerden tegemoet nu ze meester over hun eigen lot zijn? Met die vraag in het achterhoofd ging Kruk op reis door Turkije, Syrië en Irak en tekende de verhalen op van boeiende figuren, zoals de Duits-Koerdische burgemeester van Cizre, Leyla Imret. Het resultaat is jaloersmakende journalistiek.’

Redactiechef Evert de Vos koos ‘Grote David tegen kleine Goliath’, een omvangrijk onderzoeksverhaal over ISDS, van Frank Mulder, Eva Schram en Adriana Homolova. Ter aanbeveling: ‘Multinationals richten een Nederlands bv’tje op om miljardenclaims tegen staten te kunnen inrichten. In dit stuk wordt haarfijn ontrafeld hoe dit werkt. Bovendien ontdekten de journalisten dat een piepklein legertje van zo’n vijftien internationale topjuristen elkaar deze lucratieve zaken toeschuift. Onderzoeksjournalistiek van de bovenste plank.’ Als om dat ‘van de bovenste plank’ nog eens te onderschrijven, kwam ook Koen Haegens uit bij dit verhaal. ‘Soms wil je het uitschreeuwen tegen iedereen die je tegenkomt: Lees Dit Stuk! Nee, het is geen artikel dat zich makkelijk laat samenvatten in één zin. En ja, ISDS en TTIP, dat zijn ingewikkelde afkortingen. Maar dit is zó belangrijk voor iedereen die een beetje politiek begaan is. Dus ik doe graag alsnog een poging: neem de tijd voor dit ontluisterende inkijkje in de wereld van de vijftien mannen (en slechts één vrouw) die democratisch gekozen overheden op de knieën kunnen dwingen.’

De Groene produceert met grote regelmaat lijvige bijlagen. De zorg en aandacht waarmee die worden gemaakt, maken dat het niet meer dan logisch is dat ook zij hier zijn vertegenwoordigd. Margreet Fogteloo mailde over een zeer recent exemplaar. ‘In de special (8 december) over Silence out loud, een expositie naar een concept van Joost Zwagerman, staat “Bezielde ontzieling” dat is geschreven door Jessica Durlacher. In dit korte stuk is iedere zin raak over een onderwerp waar nauwelijks woorden voor te vinden zijn. De persoonlijke reflectie op de zelfmoord van een vriend die als schrijver veel zielenroerselen heeft achtergelaten is tevens van universele waarde. Er staan trouwens allemaal mooie stukken in, zoals ‘De geluidloze gebeurtenis’ van Marja Pruis. En de stem van Zwagerman zelf niet te vergeten.’

Over Marja Pruis gesproken. Ze schreef een openhartige aanbeveling die het verdient in zijn volledigheid te worden gelezen, omdat hij verborgen levenslessen bevat:

‘Wat voor mij wel een eye-opener was dit jaar was de bespreking door Hassan van dat boek van Jon Ronson. Ik ben afgelopen jaar begonnen met twitteren zoals je weet, en ben er nog iedere dag mee bezig “wat wel, wat niet”. Ook omdat ik zie hoeveel agressie en onvrede weer een nieuw kanaal heeft gevonden. Zoveel tweets die ik ongeschreven laat, omdat ik weet dat ik er spijt van krijg. Zo bij het naderen van de jaarwisseling heb ik mezelf twee dingen voorgenomen op dit gebied, gewoon om er niet van overspannen te raken, want er zijn al zoveel potentiële dingen om overspannen van te raken:
– in principe constructief zijn, zo niet positief (ik weet het, boring)
– me enigszins beperken tot literatuur (al zou ik ook het liefst melding maken van mijn dagelijkse woelingen; ik vecht ertegen, gewoon uit persoonlijke hygiëne).
Het stuk van Hassan vond ik mooi, omdat het een voor mij tot dan toe onbekend medium liet zien in zijn allerverschrikkelijkste vorm. Ik kan er nog steeds niet over uit dat – afgezien van het elkaar voortdurend de maat nemen – opeens met Twitter een eigenschap gelegitimeerd wordt waarvan ik altijd had geleerd dat het onbeschaafd gedrag was: opscheppen.
Complimenten over jezelf doortwitteren vind ik láág.
Mensen die dit doen vind ik apen.’

Jaap Tielbeke schreef: ‘Een van de meest iconische beelden van het afgelopen jaar was de foto van de ongemakkelijke handdruk tussen Yanis Varoufakis en Jeroen Dijsselbloem. In één oogopslag werd de diep verstoorde verhouding in Europa zichtbaar. Er was met Syriza een linkse partij aan de macht gekomen die resoluut wilde breken met het austerity-beleid. De ontknoping van het Griekse drama stortte Europees links in een existentiële crisis. De onverbiddelijke opstelling van de Trojka als kille boekhouders had weinig te maken met de Europese waarden die een groot deel van links altijd hartstochtelijk had verdedigd. Wordt het tijd voor een “lexit”? Anton Jaeger laat in dit fijne artikel de worsteling van links in Europa zien.’ En hij was nog niet klaar: ‘Is het klimaatakkoord dat begin deze maand in Parijs gesloten werd nu een doorbraak of een farce? De opwarming van de aarde zal de komende decennia hoe dan ook doorgaan. Zelfs als het ambitieuze streefdoel van maximaal 1,5 graad Celsius wordt gehaald (wat erg onwaarschijnlijk is) zullen de gevolgen van klimaatverandering de komende jaren steeds ingrijpender en zichtbaarder worden. Er zijn nu al eilandvolkeren die hun leefgebied bedreigd zien door de stijgende zeespiegel. Kunstenaar Vincent Huang vertelt het verhaal van de Tuvalu, een van de kwetsbare eilandstaatjes. Roos van der Lint sprak met Huang over klimaatvluchtelingen en ecologische kunst.’

Marcel ten Hooven schreef in mei ‘Europa, doe open die poort’. Katrien Otten mailt: ‘In dit stuk ontkrachten migratiedeskundigen de mythes rond migratie- en vluchtelingenstromen. Het was precies het stuk dat ik wilde lezen over de vluchtelingenstromen – een ander geluid dan in de dagbladen, precies waar De Groene voor staat. Gelukkig was ik niet de enige die het enthousiast heeft gelezen – op onze site is het een van de best gelezen artikelen van dit jaar.’

Irene van der Linde nam haar tijd maar koos uiteindelijk voor het verhaal van Linda Polman over Lesbos. ‘Ze beschrijft de puinhopen van de vluchtelingenopvang dit jaar aan Europa’s buitengrenzen, waar tienduizenden mensen afhankelijk zijn van vrijwilligers. Polman analyseert, staand met de voeten in de modder, water uitdelend en de weg wijzend, haarscherp en ze laat pijnlijk zien hoe Europa faalt. Ze beschrijft hoe Europa daarmee 150 jaar terug in de tijd valt en iedereen zich afvraagt: waar is toch de UNHCR?’

Ze voegde daar nog aan toe: ‘En Black Twitter van onze eigen Hassan Bahara, veel eerder dan ieder ander die erover schreef. Vanwege zijn scherpe signalering en analyse van de betekenis van dit fenomeen in zowel de VS als in NL.’

Ook Rutger van der Hoeven kwam uit bij Bahara’s stuk over Black Twitter. ‘Nu een ingeburgerd begrip, maar in april had nog niemand in Nederland ervan gehoord. Zijn artikel erover was slechts een van de vele goede en voorlopende artikelen in De Groene Amsterdammer in het afgelopen jaar over sociale media en over de discussies in Nederland en de VS over ras. Nog steeds een aanrader!’

Op de valreep, nog amper bekomen van een welverdiende vakantie, mailde Xandra Schutte al het bovenstaande zelf natuurlijk ook te hebben gekozen. ‘Ik zou er uit mijn hoofd misschien nog aan willen toevoegen: het scherpe verhaal van Joost de Vries over de nieuwe politieke correctheid en waarin die verschilt van de oude, de gewaagde briefwisseling van Stephan Sanders en Yvonne Zonderop over hun schroomvallige omhelzing van het geloof in God, en ‘Gezellig samen falen’ van de Onderzoeksredactie, een onthutsend verhaal waarom de overheid miljarden heeft verspild aan ICT-projecten; een noodzakelijke toevoeging op het rapport van de commissie Elias.’

Tot slot ben ik zo vrij om zelf ook nog het een en ander onder de aandacht te brengen. Gustaaf Peek schreef in het voorjaar een bijzonder essay in het ‘Gelijkheidsnummer’. De intro moet voldoende zijn om u te overtuigen: ‘Gefortuneerd, maar met een socialistisch hart – dat is lastig. Waarom zou ik m’n best doen, ik heb al gewonnen. Boeken schrijven, de kunstenaar uithangen, leven als een negentiende-eeuwse nietsnut, waarom nog vechten? Dáárom. De wereld is volledig ingericht om door bevoorrechte motherfuckers als ik te worden uitgewoond. Waarom zou ik m’n best doen, ik heb al gewonnen. Ik ben de blanke dochter uit Imitation of Life.’

In het eerste nummer na de aanslagen in Parijs schreef Marijn Kruk een waarlijk indrukwekkende reportage. Hij verenigt als journalist het intellectuele en het praktische op een wijze die je eigenlijk maar zelden ziet: zijn verhalen bestaan dikwijls uit gelijke delen modder en boeken. Tel daarbij op dat hij in Parijs woont en jarenlang Midden-Oosten-correspondent was en u begrijpt ongeveer waar mijn bewondering voor dit verhaal vandaan komt.

Betsy Udink schreef in de loop van het jaar een aantal ijzersterke stukken over Turkije. Naast een reeks over de Armeense genocide schreef ze ook een ontluisterend portret van de islamitisch fascistische leermeester van president Tayyip Erdogan.

De meeste namen in dit artikel linken naar Twitter. Volg onze redacteuren aldaar en u bent ook in 2016 verzekerd van de beste leessuggesties.


Nadat deze terugblik was verschenen, dreef er nog een bericht binnen. Casper Thomas schreef: ‘Jan! Mag ik nog meedoen? Ik was het helemaal vergeten. Het vluchtelingenvraagstuk was de grote kwestie van 2015, en drie bijzondere verhalen uit De Groene brachten de moelijkheden daaromheen in beeld.’ Nassers Odyssee, van Irene van der Linde, het verhaal van Brechtje Keulen over de vrachtwagenchauffeurs bij Calais en Robert Dulmers hartverscheurende interview met de Zenobia, de dochter van de Palmyra-archeoloog. Hij schreef: ‘No problem als ik de deadline heb gemist.’ Deadline gemist. Maar dat gebeurt ons allemaal wel eens.