
Waar vorig jaar de rij meteen tot om de spreekwoordelijke hoek stond en mijn inbox vrijwel direct overstroomde, kostte het door een wat ongelukkige timing dit jaar beduidend meer moeite om de tip-sluizen te openen. Het is natuurlijk een mooi idee, zo aan het einde van het jaar nog eens het een of ander in de spotlights te zetten en zo direct een collega of een freelancer en plein public te complimenteren, maar de realiteit is toch dat wanneer het winternummer eenmaal is gezakt menigeen liever op familiebezoek gaat of de toekomst overpeinst. Een vriendelijke doch strenge (lees: smekende) herinneringsmail bleek gelukkig voldoende om de Groene-machine weer in beweging te zetten.

Joost de Vries , the hardest working man in show business, had die aansporing natuurlijk niet nodig gehad. Hij mailde vrijwel direct nadat het eerste verzoek was verstuurd. ‘John, ik kies twee stukken die voor mij laten zien wat kunstkritiek op z’n best is – stukken die zelf dwarsverbanden leggen tussen cultuur en filosofie, en literatuur en film, en zo iets over het leven van nu zeggen. Zo zegt Verkracht worden en weer opstaan, van Marja Pruis, via film en literatuur iets over hoe onze blik op slachtofferschap verschuift.’
De Vries interviewde dit jaar zelf de notoir schuwe Don DeLillo, naar aanleiding van het verschijnen van diens Zero K, maar schrijft: ‘Laten we zeggen dat het boek interessanter was dan de mens, die elke vraag ontweek en uitstraalde dat hij liever nergens over sprak. Terwijl Zero K een filosofisch juweeltje was, over hoe je je eigen sterfelijkheid het diepst in de ogen kunt kijken. Niña Weijers ontrafelde in haar recensie die complexe filosofie die DeLillo in zijn Zero K had verwerkt zonder iets aan het mysterie van de roman te ontdoen, door haar eigen dwarsverbanden aan te leggen en verder te kijken dan de roman alleen.’

Het zal voor niemand als een verrassing komen, maar de krachtigst samengebalde aanbeveling kwam van Rutger van der Hoeven die, nadat ik geëmotioneerd een dreigende herinnering had gestuurd, mailde: ‘Ha Jan, tegen de teleurstelling: Marijn Kruk, Een staatsgreep in slow-motion , 29-6.’
Een uitstekende keuze natuurlijk. Want het was een steengoed verhaal.
Over datzelfde artikel schreef Jaap Tielbeke: Ik vermoed dat ik niet de enige ben die dit artikel van Marijn Kruk zal aandragen, maar het hoort ook gewoon thuis op de eindejaarslijst. Het stuk over Erdogans “staatsgreep in slowmotion” verscheen al voor de couppoging, maar is nog steeds het beste dat ik dit jaar las over de situatie in Turkije.’

Verder schrijft hij: ‘Twee jaar lang deed Platform Investico onderzoek naar de enorme zak geld die gemeenten en provincies in hun schoot geworpen kregen dankzij de liberalisering van de energiemarkt. Bestuurders begonnen met “gratis geld” te strooien, tuigden “revolverende fondsen” op en investeerden in projecten die niet zelden flopten. In dit heerlijke slotstuk worden de belangrijkste bevindingen nog eens samengevoegd om tot een vernietigend oordeel te komen: “De energiemiljarden strooiden zand in de raderen van de democratie.”’
De huidige Martin van Amerongen-fellow Lotfi El Hamidi prees een van de stukken van zijn voorganger Thijs Kleinpaste aan. ‘Wat niet voldoet aan ons zelfbeeld, klopt niet’ gaat over het verheven zelfbeeld van wit Nederland en hoe dat in het publieke debat alleen maar witter is geworden. ‘Kleinpaste houdt Nederland een spiegel voor, over het heden en het verleden, waarin de Nederlandse identiteit nog altijd vereenzelvigd wordt met gouden tijden waar je boeken over vol kunt schrijven, terwijl de schaduwzijden worden gereduceerd tot bladzijden. Aanvullend was het interview van Kleinpaste en Fiep van Bodegom met Gloria Wekker over “witte onschuld” een mooie en belangrijke bijdrage aan het racismedebat in Nederland.’

Irene van der Linde mailde, vanuit wat volgens haar het noordelijkste huis van Nederland moet zijn, dat ze even had moeten graven. Het was onmogelijk kiezen, schreef ze, en daarom had ze zich maar beperkt tot haar eigen, treurige asielportefeuille:
‘Wat erbovenuit sprong: Ingeborg beugel met “[Waar zijn al die journalisten nu?](Waar zijn al die journalisten nu?)” Prachtig verhaal over Lesbos-na-de-vluchtelingen-hulpverleners-en-journalisten-invasie. Ook: stuk van Linda Polman over het failliet van de internationale hulpverlening wat betreft de vluchtelingenopvang, erg goed. Laat pijnlijk en onverbloemd zien hoe het ervoor staat en welke keuzes de internationale gemeenschap maakt. Had ook stuk van Xandra over Hillary op mijn lijstje, maar zag het al rondgaan op Twitter.’

Dat het vlijmscherpe stuk dat onze hoofdredacteur over Hillary Clinton schreef op Twitter rondging is natuurlijk geen reden om het hier niet te noemen. De baas publiek een complimentje toeschuiven is natuurlijk wat gênant, maar dat zowel Roos van der Lint als Christine Rothuizen over de schroom heen stapte, mag als een extra bewijs van de kwaliteit worden gezien. Van der Lint schreef: ‘Het beste en wat mij betreft ook het meest nodige stuk van het jaar was “Being Hillary” van Xandra over de dubbele standaard in het Amerika-nummer’. Rothuizen deed een duit in hetzelfde zakje: ‘Het stuk van Xandra over de dubbele standaard voor Hillary Clinton en andere vrouwen met topambities vond ik kraakhelder en ijzersterk opgeschreven. Met cijfers illustreert ze hoe Clintons populariteit varieerde van immens tot minimaal tot immens. Dit meewisselend met haar positie als (verplicht koekjes bakkende) first lady of bedrogen echtgenote en haar politieke ambities. “Om te slagen moet een vrouw aardig gevonden worden, maar om aardig gevonden te worden moet ze verbergen dat ze geslaagd is.” Een “Catch-22”-situatie. “Seksisme, het heeft altijd iets sleets om erover te beginnen”, schrijft Xandra Schutte zelf. Hier dus niet. Nuchter, schrikbarend en aan het eind zelfs met humor (snik).’

Van der Lint mailde verder: ‘Maar om nu alleen de baas te tippen, mwah, en Hillary heeft helemaal niets met kunst te maken, dus misschien mag dat stuk in een rijtje.’ Ze tipte het al eerder genoemde ‘Verkracht worden en weer opstaan’ (13 juli) waarin Marja Pruis het komediegehalte van Paul Verhoevens Elle peilt en daarvoor te rade gaat bij andere ‘verkrachtingsfilms’ uit het (recente) verleden en scènes uit de literatuur. ‘Luchtig doen over zoiets als een verkrachting is misschien zo gek nog niet, schrijft ze, maar de beweegredenen van hoofdpersonage Michèle blijven onduidelijk. In het stuk sluimert steeds de vraag hoe die fictie zich dan verhoudt tot het echte leven. En: Bas van Putten schreef met “Meewiegen met Mahler” (31 augustus) een pionierend stuk over “de ondergang van het analoge luisteren”. Aan de hand van bevindingen uit het boek van Micha Hamel stelt hij zich de vraag of er nog een toekomst is voor Beethoven en Bach. Nu eens geen klaagzang over grijze en lege zalen maar een kritische kijk op het eigen vakgebied mét tips voor muziek in de toekomst.’

Ook Rothuizen had meer met de wereld te delen. ‘Ik kan geen appels met peren vergelijken en wil ook graag het stuk “Vanavond is het rustig. Iedereen heeft diarree” (22 juni) van Ingeborg Beugel noemen. Zij deed meerdere keren verslag vanuit plekken waar vluchtelingen strandden. In dit eerste stuk loop je met haar rond in de haven van Piraeus. Leert de mensen en de situatie kennen. Aangrijpend. Beste cartoon: het vulgaire Trump-alfabet dat Gorilla / Herman van Bostelen speciaal ontwierp. En dan nog de beste/mooiste zin van het jaar. Van jou Jan! In een stuk over de fotograaf Koudelka beschrijf je hoe zijn foto’s vaak onderbelicht zijn, “een soort uitwijken, alsof hij het donkere voor het niet-donkere neemt”. Dat laatste klinkt zo logisch. Ging niet meer uit mijn hoofd.’
Ja, dat was raak verwoord. Puntje voor mij.
Marja Pruis – de onbetwiste ster van het jaaroverzicht van vorig jaar – werd op een ongelukkig moment geveld door een gemeen wintergriepje, maar dat weerhield haar er gelukkig niet van een en ander te tippen. Zo kon het stuk dat Dichters & Denkers-collega De Vries schreef over het belang van culturele pretentie haar goedkeuring wegdragen. ‘Ook heel mooi uit m’n hoofd vond ik ’t stuk van Roos over Georgia O’Keeffe.’ Een dag later mailde ze nog eens: ‘Wat ik ook een mooi stuk vond was dat van Mischa de Vreede over het herdenken van leed, en of er zoiets bestaat als erger leed dan ander leed.’ Ik mailde haar, empathisch als ik ben, dat het een kloterig moment was om ziek te zijn. ‘Echt totaal kloterig ja dit’, mailde ze terug. ‘Maar zoals je ziet heb ik mijn computer weer geopend. Voel me alleen totaal nog niet boven jan (ken je die uitdrukking).’

‘Ha Jan, zoiets?’ mailde Fiep van Bodegom : ‘Voor het Amerika-nummer interviewde Rutger van der Hoeven de dichteres Claudia Rankine. Haar bundel Citizen (2015), over ras in hedendaags Amerika, bewees dat poëzie tegelijkertijd vernieuwend in vorm, politiek én veelgelezen kan zijn. De bundel werd al meerdere keren genoemd en besproken (ook in De Groene), maar dit was de eerste keer dat een uitgebreid interview met haar in Nederland verscheen.’
Margreet Fogteloo hoefde niet lang na te denken. ‘Amsterdam als koelkastmagneetje van Floor Milikowski vond ik onthutsend. Wat je in de binnenstad van Amsterdam om je heen ziet gebeuren en waar bewoners zich blauw aan ergeren heeft zij door middel van degelijk onderzoek onderbouwd. Ze ontrafelt hoe Amsterdam in korte tijd in de greep is geraakt van de slag om de toerist, de binnenstad verandert in een eenvormig lawaaiig consumptieparadijs, de vastgoedwereld er wel bij vaart en de gemeente geen greep heeft op het proces dat zij zelf enkele jaren geleden mogelijk heeft gemaakt door “er alles aan te doen om het toeristisch potentieel van de stad te benutten”. Leuk hoor, een appartementje huren van een particulier – maar voor het machtssysteem erachter en de effecten op de omgeving sluiten beleidsmakers de ogen. Daar komt nu wel wat verandering in, mede dankzij haar artikel. Voor 2017 aub meer feiten en minder meningen.’
Hear, hear.

En bijna last, but in meer dan één opzicht het tegenovergestelde van least, kreeg ik (uiteraard) ook een reactie van Xandra Schutte die mijn stoutste verwachting overtrof. ‘Hoi Jan’, schreef ze, ‘om het goede voorbeeld te geven, kom ik meteen maar met mijn top 10 van verhalen van 2016.’ Dat ze vervolgens twaalf stukken aanprees zou ik ‘karakteristiek’ willen noemen. ‘Zie maar wat je ermee doet’, schreef ze. Dus hier zijn ze.’
‘De machine heeft de mens al verslagen in spierkracht en nu neemt zij langzaam maar zeker ook onze denkkracht over. Robot-experts voorspellen een toekomst zonder werk. Wat te doen met het stuwmeer van vrije tijd? Dat klinkt fijn: meer tijd om boeken te lezen, met vrienden door te brengen of om te zorgen voor ouders en kinderen. Maar zijn wij daar wel op gebouwd, een leven van permanente vakantie? vraagt auteur Casper Thomas zich af.’
2 ‘Dat klopt niet juf, het staat niet in de koran’
‘Op school zitten PVV-stemmers in de klas met gelovige moslims. Ze tolereren elkaar, maar daar houdt het meestal mee op. Beiden voelen zich miskend en hun standpunten verharden. Hoe gaan docenten om met die spanningen? En wat kunnen zij doen om radicalisering te voorkomen? Margalith Kleijwegt maakte een rondgang langs vele scholen en schreef een spraakmakende reportage over de polarisatie in het klaslokaal.’
3 Onze lieve ouders van eeuwigdurende bijstand
‘Veel opa’s en oma’s uit de babyboomgeneratie ondersteunen hun kinderen met geld voor het kopen van een huis, of als oppas. Die kinderen vinden dat doodnormaal. Misschien zijn ze verwend. ‘Je past alleen op als het jou uitkomt, hè.’ Anneke Groen en Herman Vuijsje verwoordden het breed levende grootouderlijke ongenoegen en joegen de ‘kinderen’ in de gordijnen.’
4 Ons dieet als religie voor ongelovigen
‘Jezelf eetrestricties opleggen is van alle tijden, voedselgewoonten voorzien ons van identiteit. Maar in geseculariseerde, individualistische samenlevingen is eetstijl de nieuwe religie, schrijft Sanne Bloemink. ‘Onze eettafel lijkt soms wel te zijn veranderd in een apotheek.’
‘In de media en op universiteiten klinkt steeds vaker een anti-intellectualistisch sentiment: je hoeft je niet te schamen voor je onwetendheid, wie het wél weet is een sukkel. Maar een beetje pretentie is juist goed voor de mens, betoogt Joost de Vries. En wie erudiet wil worden, mag best een tijdje de wannabe uithangen.
6 Moeilijker kunnen we het niet maken
‘Jaarlijks zijn honderdduizenden burgers het niet eens met een besluit van de Belastingdienst. Als zij bezwaar maken blijkt de dienst een ondoordringbare instantie die maar moeilijk op haar schreden terugkeert. Het onderzoek van Sjors van Beek is hilarisch als het niet zo pijnlijk zou zijn. ‘Ze moeten excuses maken!’’
7 Nadert de Amerikaanse democratie haar einde?
‘De Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump illustreert het gelijk van Plato: de tirannie vloeit voort uit de democratie. Amerika kent momenteel zijn eigen Weimar-moment, schreef de Amerikaanse denker Andrew Sullivan al in juni, toen iedereen nog geloofde dat het een landslide voor Hillary zou worden. Zijn scherpe en invloedrijke essay blijft belangrijk.’
‘Homo’s, minderheden, moslims, vrouwen – over één ding zijn ze het allemaal eens: de witte man is de bron van alle kwaad. Maar wie is die witte man eigenlijk? vraagt Joost de Vries zich af in dit dappere stuk.’
9 De vluchtelingenhel in Griekenland
‘Ingeborg Beugel schreef een serie schrijnende reportages over de vluchtelingenproblematiek. In Griekenland is een parallelle wereld van vluchtelingen ontstaan. Vluchtelingen zijn er tweederangsburgers die door de politiek grotendeels worden genegeerd, met alle inhumane gevolgen van dien. ‘Overal protesteren Griekse schoolouderverenigingen tegen de komst van vluchtelingenkinderen op “hun” scholen.’’
‘De mensheid is uitgegroeid tot een kracht van geologische proporties en dat heeft onvoorziene gevolgen. Al het leven op aarde wordt in gevaar gebracht. Jaap Tielbeke over de ontzagwekkende impact van de moderne mens op de planeet. ‘Wij zijn een dom en gevaarlijk wezen.’’
11 Ook geslaagde burgers stemmen extreem-rechts
‘De welvarende klasse die in penthouses woont, de onzekere self made middenklasse – ook zij stemmen op populistisch rechts. Niet alleen die ‘verliezers van de globalisering’. En altijd is de buitenwereld de vijand, schrijft Marcel ten Hooven. ‘Deze mensen redeneren: ik werk harder dan anderen en draag meer bij aan de welvaart, en de lanterfanters profiteren.’’
‘De Amsterdamse binnenstad verandert in snel tempo in een eentonig consumptiegebied. Floor Milikowski ontrafelt de oorzaken van de pretparkisering van de stad: het is de explosieve mix van stijgende vastgoedprijzen, miljoenen toeristen en slimme ondernemers. Dagjesmensen en low budget-bezoekers maakt het niet uit wat ze doen in de stad. Bier is net zo leuk als De Nachtwacht.’
Tot slot : een groot deel van de hierboven genoemde stukken figureerde ook op mijn lijst van favorieten. (En om hier tegen het einde nog wat spanning te genereren: ik kan verklappen dat ik het slechts met één keuze echt heel erg oneens ben.) Maar het lijkt me niet meer dan logisch dat ik van de gelegenheid gebruik maak om, in plaats van in herhaling te vervallen, alleen nog het een en ander aan het bovenstaande toe te voegen.
Het 26ste nummer van 2016 was waarschijnlijk het sterkste nummer van dit jaar. Naast Marijn Kruks essayistische, analytische megareportage over Erdogans Turkije bevatte het namelijk ook een indrukwekkende reeks artikelen waarin afscheid werd genomen van Henk Hofland: de analist, de cultuurcriticus en de essayist.
Een week eerder was het andere nummer dat in aanmerking komt voor beste Groene van 2016 gepubliceerd. Naast de eerder genoemde stukken van Ingeborg Beugel en Linda Polman stond daar ook een bijzondere bijdrage van Franca Treur in. De covertekst – ‘Moet Halina Reijn een kind?’ – was wat mij betreft de leukste van het jaar. Maar het essay zelf maakte de belofte ook waar.
Casper Thomas’ stuk over de homo smartphonicus leek speciaal voor mij geschreven: even confronterend als noodzakelijk.
Hassan Bahara liet ons dit jaar in de steek. Zijn laatste stuk was zo sterk dat het las als zout in de wond.
Irene van der Linde schreef over het falende Kinderpardon, op het snijvlak van het schrijnende en het woest-makende.
Leest ALLE columns van Marja Pruis, die dit jaar geheel terecht de J.L. Heldringprijs in ontvangst mocht nemen.

De Groene schrijft niet vaak over sport, maar als het dan gebeurt is het vaak ook meteen onvergetelijk. Pieter van Os’ essay over Johan Cruijff als zinnebeeld van ons was zo’n stuk.

Ik heb weinig stukken met meer plezier gelezen dan Thijs Kleinpaste’s ‘Ondergang van het avondlandje’, over cult-politicus Thierry Baudet. Kleinpaste’s opvolger, Lotfi El Hamidi, schreef een van de fijnste stukken in het kerstwinternummer: ‘Femimam’. Samen met een reeks fantastische onderzoeksverhalen vormen zij het beste bewijs dat uw gulle giften aan Fonds 1877 de wereld een betere plek maken.
Rest mij niets anders dan u een prettige jaarwisseling te wensen. Voorspellen mag dan moeilijk zijn, zeker waar het de toekomst aangaat, maar weer of geen weer: in de nacht van dinsdag 3 op woensdag 4 januari rolt er een nieuwe Groene van de persen. Tot dan.
Naschrift
Je verzint zoiets niet: net als vorig jaar dreef ook nu vlak nadat de bovenstaande terugblik was verscheen nog een bericht binnen. En net als vorig jaar was het afkomstig van niemand minder dan Casper Thomas. Hij schreef:
‘Jan, als het nog zin heeft nomineer ik graag dat essay van Andrew Sullivan. De winst van Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezing is zonder twijfel de grootste politieke gebeurtenis van het jaar. Andrew Sullivan geeft in dit essay een grimmige analyse van het type politicus waartoe Trump behoort, en welke kant de Verenigde Staten onder zijn leiding langzaam op kunnen drijven.
Een tweede verhaal dat belangrijk is om in herinnering te roepen is de reportage over de gescheiden werelden (en vooral visies op de samenleving) in het voortgezet onderwijs, opgetekend door Margalith Kleijwegt.
Tenslotte, blijft bij mij het verhaal van Marja Pruis over het ongemakkelijke ritueel van het publiek sterven. (Jan, dat van Marja was toch dit jaar? )
Hartelijke groeten,
Casper
Sent from my HTC’
Ik vrees dat je twee verhalen door elkaar haalde, dit jaar schreef Marja over schrijvers die er een punt achter zetten in De val naar onsterfelijkheid. Over de drang naar het publieke sterven schreef ze een jaar eerder. Maar ook dat was prachtig.