Dat de scheiding tussen kerk en staat zon slecht idee niet is ge weest, bleek de afgelopen weken weer eens in alle heftigheid in Afghanistan, alwaar in het kader van de islamitische revolutie de nieuwe machthebbers van de Taliban overgingen tot het opblazen van twee eeuwenoude, reusachtige boeddhabeelden die een zuivere koranbeleving in de weg zouden staan. VN-secretaris Kofi Annan zat nog in het vliegtuig naar Kaboel in een desperate poging het culturele erfgoed te behouden, toen de eerste ladingen dynamiet tot ontploffing werden gebracht. De Taliban maakte daarmee duidelijk dat de islamitische revolutie ook in het voormalige hippieparadijs inmiddels een point of no return heeft bereikt, voor zover dat nog niet duidelijk was geworden via de aanhoudende massa-executies onder de vermeende tegenstanders van het regime.
Het doet, zoals Hubert Smeets in NRC-Handelsblad al constateerde, inderdaad allemaal veel denken aan onze eigen Beeldenstorm, de bloedige bakermat van de Nederlandse protestantse identiteit, in het kader waarvan er niet minder zachtzinnig werd omgesprongen met religieuze kunstschatten dan wel met tegenstanders van de nieuwe godsdienstige lijn.
Het maakt ook meteen duidelijk dat het proces van de deconfessionalisering, waarvan we in Nederland momenteel een hoogseizoen beleven, niet hard genoeg kan gaan. Hoe eerder Nederland is verlost van de traditionele macht van de geïnstitutionaliseerde religie, des te beter. Uiteindelijk is de Verlichting een nog immer voortschrijdend inzicht. Veel tijd is er ook niet. Straks treedt het eerste kabinet De Hoop Scheffer-Rosenmöller aan en kunnen we weer helemaal overnieuw beginnen.
Maar voorlopig zijn het spannende tijden. Zo staat heden de klassieke drie-eenheid God, Oranje en Vaderland volop ter discussie. Filosoof Paul Cliteur signaleerde een verband tussen ontkerkelijking en de dagelijks zwakker wordende positie van de monarchie, en repte van een onstuitbaar evolutionair proces. Een teken aan de wand is dat het Republikeins Genootschap met succes wervingscampagnes houdt onder de leden van zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Nog even en Nederland is echt «van God los». In de kolkende actualiteit van het mondiaal herrijzende religieuze fanatisme is dat misschien een kleine overwinning, maar het geeft de burger toch moed.
Tegenkrachten zijn er natuurlijk ook. Onlangs spuwde kardinaal Simonis zijn gal over de wijze waar op Paars godsdienst zou «marginaliseren». Volgens de kardinaal bestaan «kerk, godsdienst en zingeving» niet voor Paars. Het had Simonis bijvoorbeeld zeer gestoord dat premier Kok sinds het aantreden van zijn tweede heidense regeerequipe nooit meer met hem had willen spreken, zelfs niet over het ook theologisch zo gevoelig liggende aanstaande huwelijk tussen de kroonprins en een katholieke schone uit Zuid-Amerika.
De kerkvader kreeg bijval in het boek De lege tolerantie van Trouw-redacteur Marcel ten Hoo ven, waarin de Amerikaanse historicus James Kennedy forse kritiek ventileert richting Paars. Kennedy ontwaart in de triomf van het poldermodel een dominante cultuur van liberaal secularisme, en waarschuwt voor politieke vervreemding van de diverse religieuze subculturen. Dagblad Trouw sloot zich daarbij aan. «Paars laat zich te zeer leiden door revanchisme», berichtte deze krant op de voorpagina van zaterdag 10 maart jongstleden. «De kerken zijn nog altijd grote bewegingen, die aan het publieke debat een waardevolle bijdrage kunnen leveren.»
Een confessioneel contraoffensief zit er hoe dan ook aan te komen. Dit keer hult de kerk zich in een nieuw jasje, dat van de compassie met de armen. Men werpt zich op als monopolist van het mededogen en verwijt Paars kapitalistische, goddeloze kilheid ten aanzien van de consumptieve onderklasse.
Maar waar waren de bisschoppen toen de Nederlandse verzorgingsmaatschappij onder leiding van de rooms-katholieke premiers Van Agt en Lubbers vijftien lange jaren achtereen niet minder compassieloos kaal werd gesaneerd? Toen hoorden we niets!
In ieder geval is de roomse kritiek op Paars ongepast, komend van een religieuze multinational die zich al tweeduizend jaar een dictatoriale volmacht toedicht en tegenstanders dan wel criticasters binnen de eigen gelederen al die eeuwen placht te marginaliseren op de brandstapel of in het vagevuur. In vergelijking met het door het Vaticaan verordonneerde dodental in de wereldgeschiedenis onder ongelovigen, is de Taliban nog kinderspel. Een toontje lager zou dan ook gepast zijn.