‘Ze is een avondmens, altijd al geweest, maar op zondag staat ze toch al om acht uur op om de luiken aan de straatzijde omhoog te doen, zodat ze daarna tot tien uur in bed kan blijven liggen zonder dat de overburen dat kunnen zien, want er wordt al genoeg over haar gekletst.’ In De zon is het probleem niet vertelt Daniël Rovers deze anekdote over Tiny, woonachtig te Someren-Eind. Het is een zin die de treffende, grappige en menselijke kern van deze bundel reisverhalen bevat. Mensen willen zich soms aan de maatschappij onttrekken, maar onzichtbaar worden, dat is hen niet gegund. Lectuur van dit boek leidde tot een verrassende vaststelling: reizen is – zoals alles – werken. Zonder het nadrukkelijk te maken, toont Rovers hoe de eis tot productiviteit overal is doorgedrongen, en elk onderdeel van een mensenleven bepaalt.

Reisverhalen schrijven blijkt ook werken, niet in de laatste plaats omdat de reizende reporter in het reine moet komen met zijn statuut als bevoordeelde, en onvermijdelijk bevooroordeelde toerist. De vraag waarom schrijven? verandert in waarom reizen?, tot het verschil onduidelijk wordt: is schrijven (en lezen) niet altijd contact zoeken met het andere, het vreemde en – als er iets op het spel staat – het minder bedeelde? De schrijver is in deze acht verhalen dan ook altijd aanwezig, soms zwijgend en registrerend, soms als gemankeerd avonturier. Hij wordt het tegendeel van Cees Nooteboom, die op een confrontatie met het ergste verval toch nog steeds een cultureel en literair superioriteitsgevoel kan baseren. Rovers bezoekt geen hotspots van al dan niet voormalige grandeur, maar bolwerken of doelwitten van economische en geopolitieke macht, hoe kleinschalig ook. Dakar, Peking, Pristina, Lampedusa, Basel en Amsterdam, maar ook Kapelle (in Zeeland), en Someren-Eind. Op een ongemakkelijke manier worden het plekken waar mensen tot activiteit worden gedwongen: omdat ze bijvoorbeeld niet anders kunnen dan ervan dromen Fort Europa te bereiken (via Lampedusa), of omdat ze dit fort van binnenuit waterdicht maken of in stand houden, zoals de kalme maar angstaanjagende ‘communicator’ die in Basel voor grote chemieconcerns werkt. Of zoals Tiny, die stiekem uitslaapt met de luiken omhoog.


Daniel Rovers, De zon is het probleem niet