Tijdens het Grachtenfestival van dit jaar – dat 15 augustus begint – zijn er klassieke concerten in een schuilkerk, een metrostation en een drijvend Chinees restaurant. ‘Het Grachtenfestival gaat om klassieke muziek op bijzondere locaties. Daarbij leggen we de nadruk op het presenteren van jonge talenten, of ze nu nog op het conservatorium zitten, of op het punt staan om internationaal door te breken. Met de bijzondere locaties proberen wij ze uit te dagen om iets bijzonders te doen.

Dit jaar hebben wij bijvoorbeeld een locatie in de metrotunnel van de Noord/Zuidlijn, ter hoogte van het station Vijzelgracht. Deze locatie, dertig meter onder de grond, sluit perfect aan op de muziek van een getalenteerde accordeonist, Vincent van Amsterdam. Hij won dit jaar het Grachtenfestival Conservatorium Concours met prachtige stukken die lijken op te borrelen uit het diepste van de aarde. Zelf vertelde hij tijdens het concours dat zijn muziek in het binnenste van de aarde begint, en vervolgens steeds lichter en vrolijker wordt totdat de muziek tot aan de hemel reikt. Maar vanwege de beperkte speeltijd op het concours kwam hij met zijn stuk niet verder dan net iets boven de grond. Wij dachten meteen, die moet de metrotunnel in.

Grachtenfestival Amsterdam probeert dingen te doen die in het normale theaterseizoen niet mogelijk zijn. Zo zijn we op negentig verschillende locaties in de stad aanwezig, veel zichtbaarder en toegankelijker dan een handvol theaters. En we kiezen locaties uit die de beleving van een stuk naar een hoger niveau tillen. Zonder de kwaliteit van de muziek overigens uit het oog te verliezen. Want we zouden niet een metrotunnel ingaan als het helemaal niet klonk.’

De concertzaal van Felix Meritis

‘Dit was de eerste concertzaal in Nederland. De gegoede burgerij van Amsterdam wilde kunst en cultuur wijder verspreiden en opende in 1788 aan de Keizersgracht een mooie ovale concertzaal. Deze zaal, die geroemd werd om zijn akoestiek en ook model heeft gestaan voor de kleine zaal van het Concertgebouw, was lange tijd de enige in Amsterdam. Het burgercollectief programmeerde de zaal uiteindelijk honderd jaar lang. In 1888 was de stad inmiddels meerdere concertzalen rijk en was het Concertgebouw de belangrijkste concertzaal. Felix Meritis werd een drukkerij en kreeg precies honderd jaar later, in 1988, weer een culturele functie als centrum voor cultuur en wetenschap. Sinds februari is de stichting failliet.’

Het Paleis op de Dam onder Koning Lodewijk Napoleon

‘De eerste koning van Nederland was de broer van Napoleon Bonaparte, Lodewijk Napoleon. Toen hij in 1806 de troon besteeg maakte hij van het stadhuis aan de Dam zijn paleis. Maar het was allemaal iets te sober, dus besloot hij het gebouw te verfraaien en ook het Franse hof naar Nederland te halen. Onderdeel van zijn hofhouding waren dertig, voornamelijk Parijse, musici waarvoor hij een concertzaal liet maken in het paleis. Hij hield er concerten en hofbals voor het betere deel van de Amsterdamse burgerij en adel, maar inmiddels is die zaal hartstikke verborgen. Het zou dus wel een wens van het Grachtenfestival zijn om er eens iets te organiseren. Een in Amsterdam geboren fluitist, Louis Drouet, die als zoon van een Franse pruikenmaker bij Lodewijks hofhouding terechtkwam, heeft zelfs nog mooie composities gemaakt. Als wij er een concert zouden geven, zou het natuurlijk mooi zijn om ook een compositie van Drouet te spelen.’

Vuilnisbelt in Londen

‘Een van de gekste buitenlocaties waar ooit een concert is gegeven, moet denk ik een vuilnisbelt in Londen zijn. Als je iets niet associeert met de Royal Philharmonic Orchestra uit Londen dan is het wel een vuilnisbelt. In 2007 speelde het orkest deels met instrumenten gemaakt van vuilnis, ter gelegenheid van een milieubewustwordingsproject. Ik weet overigens niet of iedereen neusknijpers op had, of dat het niet te harden was, maar toeschouwers hadden gewoon, als ware het een normaal concert, kaartjes moeten kopen.’

Bregenzer Festspiele/Fort Rijnauwen, Utrecht

‘Bijzondere buitenluchtlocaties zijn die waar de omgeving het decor vormt. Zo worden concerten tijdens de Bregenzer Festspiele in Oostenrijk op een drijvend podium in het Bodenmeer gehouden. Eromheen heb je de bergen en het enorme meer. In zo’n weidse omgeving met zevenduizend toeschouwers moet de muziek natuurlijk versterkt worden. De geluidstechnicus heeft dan misschien wel de belangrijkste rol van de avond: hij moet een perfect gehoor hebben om het geluid te mengen en af te stellen. Dat bepaalt uiteindelijk hoe het geluid het publiek bereikt.

Bij Fort Rijnauwen, tussen Utrecht en Bunnik, heb ik in 2009 de operavoorstelling King Arthur van Holland Opera gezien. Het publiek zat op tribunes, met rechts de restanten van het fort. King Arthur betrad te paard een vijfhonderd meter breed “podium”, terwijl een begrafenisauto met andere personages in de verte kwam aanrijden. Dat bood zo’n prachtig schouwspel. De voorstelling maakte op een hele mooie manier gebruik van de omgeving. Samen met het orkest, dat gewoon in het zicht zat, leidt dat tot een verassende totaalbeleving.’

De Hermitage Amsterdam

‘De Hermitage is een van onze locaties tijdens het Grachtenfestival van deze zomer. Niet dat de Hermitage voor ons de meest bijzondere locatie is, maar wat er gaat plaatsvinden is heel speciaal. De componist van het Berlage Saxophone Quartet heeft het gebouw zelf namelijk in zijn compositie, Tasten, opgenomen. Het gebouw is nu niet alleen het decor, het is niet alleen de plek waar het concert plaatsvindt maar het gebouw is een van de instrumenten geworden. Het publiek zit in het auditorium van het museumgebouw en kijkt naar een scherm. Het kwartet bespeelt samen met een slagwerker en een pianist aanvankelijk onderdelen van het gebouw, elders in de Hermitage. Op zolder zijn bijvoorbeeld buizen waar de slagwerker mee aan de slag zal gaan. De muziek wordt live gestreamd naar de zaal waar het publiek zit. Langzaamaan komen de musici dichterbij, door het gebouw heen, steeds andere onderdelen bespelend. Eenmaal in het auditorium spelen zij nog werken van Farken, Moesgorgski, Grieg en Piazzolla op hun eigen instrumenten.’