Stoppen? Nooit! zegt kunstenaar Klaas Gubbels. Duidelijk antwoord op een vraag die Freek de Jonge zichzelf in een lied stelt: hoelang kan ik nog mee? Het is tegelijk de titel van een documentaire over Freek, de oude cabaretier, bard, clown, filosoof. Verwacht geen antwoord. Hij wil niet stoppen, maar ook niet het moment bereiken waarop doorgaan ‘onverdraaglijk’ wordt. In een gesprek met Herman Finkers blijkt dat die zijn optredens, door overmacht sporadisch, niet echt mist. ‘Zou jij ze missen?’ ‘Ik denk het wel’, zegt De Jonge en de kijker grijnst want die weet het zeker. ‘Aandacht, daar krijg ik nooit genoeg van’, hoorden we hem al aan het begin zingen en daar zijn we decennia getuige van geweest.

Als het aan hem lag was hij niet weg te branden uit theaters, media, actiewezen, bij talkshowtafels, en deze documentaire is de nieuwste bijdrage. Waarin hij trouwens niet gespaard wordt en (zuinige) zelfkritiek levert. Die wil nog wel eens gevoelens van sympathie opwekken bij deze kijker. Maar dat gebeurde niet. Hallo, sinds wanneer gaan recensies over de vraag of de auteur Picasso, Hemingway, F. de Jonge een warme persoonlijkheid vindt? En heeft dit kaboutertje wel voldoende respect voor het oeuvre van de reus? Ja, dat heeft hij. De Jonge’s verdiensten zijn gigantisch (vindt hij zelf ook). Maar dat Verzameld Werk (en het beëindigen ervan) is niet het thema van de film. Fragmenten eruit worden gebruikt om ‘de mens Freek’ te portretteren. Die ‘mens’ wordt verder geduid in zijn dialogen met vrouw Hella, zijn zus en met vakbroeders (Herman Finkers, André van Duin, Jacques Klöters). En ja, dan gaat het soms direct, soms indirect over kleine en grote tekortkomingen.

De Jonge vertelt Finkers dat Toon Hermans nog naar hem is komen kijken. Of Herman ook trots is op zo’n soort bezoeker. ‘Jazeker’, grijnst die: ‘Freek kwam.’ En lachend: ‘Die ging in de pauze weg.’ Pijnlijk. Je verwacht ‘sorry’ of kwinkslag, maar nee: ‘Dan had ik zeker iets belangrijks te doen.’

Het dédain ook waarmee hij het kijkcijfersucces van Van Duin (Heel Holland Bakt, Hendrik Groen) wegzet (‘dus waar ik langs zap, daar kijken miljoenen naar?’). Maar wezenlijker zaken komen aan de orde. Zus vraagt waarom hij niet sprak bij moeders begrafenis. ‘Een heel goede vraag.’ Antwoord ontbreekt, op een gemompeld ‘Neerlands Hoop, dat was ook meteen over; kon ik niet goed oplossen’ na. We zijn bij moeizame gesprekken tussen Hella en Freek, onder meer over de dood van kind en kleinkind. Natuurlijk voel je mededogen en besef je dat het onvermogen erover te praten niet uitzonderlijk is. Hoeveel huwelijken stranden niet op zulke tragedies? Bijzonder inderdaad dat hem dat op het toneel wel lukt. Freek en Hella schijnen blij te zijn met de film. Maar ik heb het gevoel dat deze persoonlijke zaken, inclusief het onvermogen in diezelfde zaken, me eigenlijk niet aangaan. Wij lijken het recht te hebben Alles te weten. Waarom? Trouwens, kunstenaars stoppen nooit.

Dennis Alink, Freek: Hoelang kan ik nog mee?, VPRO 2Doc, maandag 2 september, NPO 2, 20.25 uur