Januari 2020. Op het kantoor van NOORDWOORD starten we met de programmering van ons poëziefestival Dichters in de Prinsentuin. Het festivalthema dat we kiezen biedt een knipoog naar het theeveld in die tuin: Just my cup of tea. Het gaat over voorkeuren, over het aanhaken bij groepen, over kuddegedrag, over identiteit. Offline, maar zeker ook online. We willen horen hoe persoonlijke voorkeuren, cultuurverschillen en groepseigen taalgebruik terug te vinden zijn in poëzie.

We stellen ons de Prinsentuin voor: de renaissancistische tuin in hartje Groningen is ommuurd, een oase waarin vaag het stadse geroezemoes doorklinkt. Op het gras tussen kruiden en bessenstruiken staan klapstoeltjes en zijn picknickkleden uitgespreid. We luisteren. Niets hoeft. Weggaan niet, blijven niet. Onder het gebladerte van de loofgangen proberen dichters hun gedichten uit op dit ontspannen publiek. We rekenen op ruim 2500 bezoekers.

Het wordt maart, april. Vanuit huis raken we eraan gewend te werken aan een festival dat mogelijk niet door zal gaan. Vage plannen voor verdiepingsprogramma’s krijgen vorm. Intussen speelt plan B op de achtergrond: kunnen we de doelen die we ons stelden ook op een andere manier bereiken?

Just my cup of tea past niet meer. Te frivool, te oppervlakkig, voelen we. Alsof er niets aan de hand is, terwijl de maatschappij waarin we dachten te leven even niet meer bestaat. De vraag naar de rol van de groep en onze online presentatie is sterker dan ooit in een tijd waarin ons contact met onze naasten en collega’s vrijwel uitsluitend via internet plaatsvindt.

Als het doek valt – evenementen kunnen niet plaatsvinden voor 1 september – besluiten we de titel van een avondprogramma te verheffen tot festivalthema: ‘De mens, de menigte’, naar een tekst van Karel Čapek. Volgens Čapek draagt één mens een menigte personen met zich mee. Soms neemt de een het voortouw, soms de ander. Het verwoordt het schakelen tussen identiteiten en groepen, het kuddegedrag dat we wilden onderzoeken.

De afgelopen weken is hevig geprotesteerd tegen ongelijkheid en tegen het definiëren van mensen op basis van een enkel kenmerk – de huidskleur. Socioloog Sinan Çankaya verzet zich tegen zo’n eenzijdige benadering: ‘Ik pleit voor een gelaagder beeld en wil ruimte maken voor pluriformiteit.’ Plak niet te snel een stempel op, zegt hij, een mens is meer dan zijn culturele achtergrond. Meer dan alleen dichter, Europeaan, sporter of wetenschapper, voegen wij daaraan toe. De mens is een menigte; de menigte vormt die mens.


programmacoördinator bij NOORDWOORD en festivalcoördinator van Dichters in de Prinsentuin

Deze special is een samenwerking van De Groene Amsterdammer en het NOORDWOORD-poëziefestival Dichters in de Prinsentuin dat nu vanwege de coronacrisis niet kan plaatsvinden. Dit Festival op papier biedt achtergronden bij poëzie rond het thema ‘De mens, de menigte’