D’Hamecourt, Smeets en Waterdrinker alleen al in Rusland. Stef Biemans in Nicaragua. Thomas Erdbrink in Iran. Zoals Biemans in Amor met een snor (‘Hoe word je net zo passievol en onbetrouwbaar als al die mannen in Latijns-Amerika?’) eerst zijn eigen vrouw en huwelijk ‘behandelde’, zo is de eerste aflevering van Onze man in Teheran een mix van Portrait of a Marriage en Divorce Iranian Style (naar die prachtdocumentaire van Kim Longinotto): het huwelijk is dat van de Erdbrinkjes zelf en de scheiding die van Thomas’ Iraanse assistente.

Regisseur Roel van Broekhoven opent met Newsha en Thomas op de plek waar ze elkaar in 1999 ontmoetten: het stadion waar een zonsverduistering collectief werd ervaren. Zij was met de vrouwenbus, hij met de mannenbus en hun versies van die ontmoeting lopen komisch uiteen – zoals een rode draad door de aflevering permanent meningsverschil en gebekvecht is, vaak eindigend in luid gelach. Niet geheel toevallig vraagt Thomas aan zijn schoonvader en diens vrienden hoe het komt dat Iraanse vrouwen zo sterk zijn. ‘Vrouwen zijn overal sterk’, is het antwoord. In mopvorm: ‘De man heeft altijd het laatste woord, namelijk OK.’ Of dat voor gans Iran, laat staan de wereld geldt, valt ernstig te betwijfelen, maar wie de familierechtbank bij Longinotto zag, of de geweldige speelfilm A Separation van Asghar Farradi, begrijpt dat generalisaties over de machteloosheid van vrouwen in moslimlanden inadequaat en gevaarlijk zijn.

Newsha, fotojournalist en kunstfotograaf, is in elk geval de mondigheid zelve. Bij een familielunch benadrukt ze, tot ongemak van sommige aanwezigen, dat Thomas niet haar maar zij hem een aanzoek heeft gedaan. Newsha is niet van plan vanwege de camera ‘mooi weer Iranian Style’ te spelen. Misschien integendeel. Haar stevige ‘moderne’ omgeving lijkt dat wel aan te kunnen. Ingewikkelder wordt het bij Thomas’ assistente Somayeh. Zij, afkomstig uit een diepgelovige familie in het conservatieve stadje Dolatabad, wees 53 aanzoeken af (het eerste op haar dertiende) omdat haar liefde voor studie groter was dan voor welke man ook – of liever, dan die voor het huwelijk dat het eind van haar kans op ontwikkeling zou betekenen. Uiteindelijk trouwde ze toch, met een neef, maar dat hield geen stand. Teheran veranderde haar, hem niet. Dat ze werkte was tot daar aan toe, maar dat daar ook sociale contacten aan vast zaten, was voor hem onverdraaglijk. Zij wilde en kreeg uiteindelijk de scheiding. En nu gaat Thomas met haar naar haar gelovige familie in dat stadje waar alle vrouwen in zwarte chador gekleed gaan. Ongelooflijk dat Somayeh daarin toestemt. Ongelooflijk dat vader en moeder antwoord geven op hemeltergende vragen als: ‘Wat vindt u ervan dat uw dochter in de grote stad woont met al zijn gevaren?’; ‘Ze ging scheiden: was dat moeilijk voor u?’ Somayeh in chador luistert stil toe en huilt als moeder huilt.

Hoe ver ook mijn opvattingen van die in Dolatabad af staan, ik voel me ongemakkelijk bij zoveel westerse directheid. In Staphorst was hij eruit getrapt. Dan vertelt moeder hoe ze geleden hebben. Maar ook dat Somayeh na de scheiding een compliment over de theesmaak had beantwoord met: ‘Ik heb in jaren niets meer geproefd.’ Pas toen besefte moeder het lijden van haar dochter en accepteerde het onvermijdelijke. Thomas’ journalistiek onvermijdelijke botheid mondt uit in ontroering bij Somayeh’s familie en de kijker. Aanbevolen dus.


Roel van Broekhoven, Thomas Erdbrink, Onze man in Teheran, VPRO, vier delen vanaf zondag 18 januari, NPO 2, 20.20 uur