BERLIJN – «In uw land brandden enkele jaren geleden al de kerken en moskeeën. Nu is duidelijk dat ook bij ons de multiculturele maatschappij is mislukt», zegt Heinz Buschkowsky, de spd-burgemeester van de Berlijnse wijk Neukölln. «Bij ons zijn Parallelgesellschaften ontstaan. Hier leven ruim driehonderdduizend mensen op elkaar, onder wie ruim honderdduizend immigranten. Neukölln is niet multicultureel, maar bestaat uit verschillende maatschappelijke culturen die volkomen langs elkaar heen leven.»In Buschkowsky’s wijk heeft, precies op het moment dat de Duitse integratiediscussie een hoogtepunt bereikte, de Rütli-Hauptschule, een middelbare school die wat niveau betreft vergelijkbaar is met het Nederlandse vmbo, gecapituleerd voor de ruwe omgangsvormen van de voornamelijk allochtone leerlingen. In een brandbrief aan de Berlijnse senaat eisten de leraren van de Rütli-school enkele weken geleden dat hun bijna honderdjarige onderwijsinstelling werd gesloten. «We zijn ten einde raad», heette het letterlijk. Buschkowsky: «De docenten zijn gezwicht voor het verbale en fysieke geweld van de leerlingen.» «Tatort Hauptschule», kopte Europa’s grootste krant Bildzeitung in zijn zwartrode letters. «Terreurschool», schreven andere boulevardbladen. Journalisten belagen sindsdien dagelijks de school. Ze worden door sommige scholieren bekogeld met stenen. Cameramensen krijgen klappen. Andere jongeren willen juist graag op televisie komen. Ze tonen zelfgemaakte geweldsvideo’s op hun mobieltje, halen hun vlindermessen dreigend te voorschijn of geven tegen betaling van honderd euro interviews aan reporters. Uit het legertje fotografen voor de school komt geregeld de vraag aan de boefjes of ze hun petten en capuchons dieper over het gezicht kunnen trekken, zodat het geheel er wat spannender uitziet.Jutten de massamedia de boel op of geven ze juist weer wat te lang werd ontkend? Feit is dat afgelopen week ook verschillende andere scholen in Duitsland de noodklok luidden. Volgens het weekblad Der Spiegel is alleen al in Berlijn de situatie op dertig middelbare scholen «niet meer onder controle». Op een van de scholen kwam onlangs een bende Arabischtalige jongeren tijdens de lessen een klaslokaal in om een Afrikaanse scholier in elkaar te slaan. Toen de leraar dat wist te verhinderen, greep de groep op het schoolplein een andere leerling en tuigde hem af. Buschkowsky neemt ruim de tijd om de achtergrond van de problemen te schetsen. De huidige consternatie verbaast hem allerminst. «De multiculturele maatschappij is een illusie», zegt hij: «Rechtse politici dachten dat de gastarbeiders uit de jaren zestig en zeventig weer zouden vertrekken. Links meende dat de multiculturele samenleving een bonte glijbaan naar het paradijs was. Ik geef u een voorbeeld van de verschillende samenlevingen in Neukölln: een sociaal werkster vertelde dat haar Turkse moeder al dertig jaar in Duitsland woont – zonder een woord Duits te spreken. Dat was niet nodig in de fabriek, niet in de moskee, niet thuis en ook niet bij het boodschappen doen. Daar werd steeds Turks gesproken. En er zijn Turkse banken, advocaten en reisbureaus.»Het gemak waarmee Buschkowsky het failliet van de Duitse multiculturele samenleving uitspreekt, is opzienbarend binnen de sociaal-democratische spd: «Veel mensen in mijn eigen partij halen hun neus op als ze mijn naam horen. Maar de feiten mag je niet verzwijgen. Zeventig procent van de jongeren verlaat de school zonder behoorlijk diploma. En jonge Duitsers trekken uit mijn wijk weg zodra ze kinderen krijgen, of op z’n laatst als die naar de basisschool gaan. Te veel buitenlanders, vinden ze. Hun oordeel over de buurt wordt bezegeld met het bestellen van een verhuiswagen.»Eerder haalde Buschkowsky het nieuws door tijdens de migrantenrellen in de buitenwijken van Parijs te waarschuwen voor escalatie in de Duitse steden. «Rellen zoals in Frankrijk zijn ook hier goed mogelijk», legt hij uit: «De sociaal-economische achterstelling van allochtone jongeren is, afgezien van enkele nationale nuances, een Europees fenomeen. Alle hoofdsteden, van Parijs tot Brussel, Amsterdam en Berlijn kampen met min of meer dezelfde catastrofale situatie. Hier liggen de beruchte buurten niet ver buiten de stad, zoals in Parijs, maar op enkele kilometers van de Rijksdag.» In Duitsland laaide de integratiediscussie onlangs opnieuw op toen bekend werd dat Nederland een verplichte toets had ingevoerd voor wie zich in Nederland wilde vestigen, af te leggen in het land van herkomst. Wie niet slaagt, komt er niet in. In de Bondsrepubliek is volop belangstelling voor de harde aanpak van Rita Verdonk. Conservatieve politici van de cdu en haar Beierse zusterpartij csu roepen om een soortgelijk examen voor immigranten. Maar de Nederlandse cursus is hen te liberaal, vanwege de beelden van zoenende mannen en een halfnaakte vrouw. Buschkowsky: «In Baden-Württemberg en Hessen moeten moslims al enige tijd inburgeringsvragen beantwoorden. Mag je een ongehoorzame vrouw slaan, een homoseksuele zoon verstoten, of een onzedelijke dochter wegens schending van de familie-eer doden? Ik ben tegen zo’n test, want bij ons is de gewetensvrijheid in de grondwet verankerd.»Ook in Duitsland zijn de tijden voorbij dat de samenleving de schuld kreeg van de problemen. Buschkowsky: «Er is geen respect meer voor de autoriteiten. Dat ligt aan de opvoeding van allochtone jongeren. In de onderste klasse van de maatschappij is enige vorm van opleiding nagenoeg afwezig en in veel families heerst analfabetisme. Opa kwam vanuit zijn dorp in Anatolië hierheen om te werken in de fabrieken. Zijn kansarme kleinzonen krijgen geen opleidingsplek. Logisch als je weet hoe hoog de werkloosheid is. De complete industrie uit de ddr werd gesloten en de royale subsidies voor West-Berlijnse bedrijven zijn na 1990 geschrapt. Ik ben bang dat deze derde generatie van jonge migranten al voor het bereiken van de volwassenheid verloren is. Ze leven in sociale ellende en leren de normen en waarden van de straat.»Het resultaat zou een maatschappij kunnen zijn die functioneert zoals in Knallhart. In deze spraakmakende speelfilm van de Duitse regisseur Detlev Buck over het jongerenleven in Neukölln grossieren jeugdbendes in tomeloos geweld en ontnemen leraren en ouders elke vorm van respect. Het toppunt van de kaskraker is een staaltje happy slapping, opgenomen met de mobiele telefoon: de geknevelde blanke hoofdpersoon heeft een emmer op zijn kop en wordt het doelwit van zijn Turkse belager en diens honkbalknuppel. Buschkowsky: «Eigenlijk is Knallhart nog te soft. Hier aan de Karl-Marx-Strasse is rond twaalf uur ’s middags de werkelijkheid harder. Kinderen moeten onder dreiging van geweld hun gympies, geld en telefoons afstaan. Soms wordt er beschermingsgeld geëist, net als bij de maffia. Vaak kan dat alleen worden betaald door anderen te bedreigen of door werk als drugskoerier aan te nemen. Zo is een criminele carrière bijna onontkoombaar. Migrantenjongeren krijgen in het ware leven te weinig positieve voorbeelden. Het is onaanvaardbaar dat dertig procent van de jongeren bij de politie bekend is. De middenklasse is al lang weggetrokken.» Vanuit de toren van het raadhuis van Neukölln wijst Buschkowsky naar de troosteloze flats van Gropiusstadt, een buurt in Neukölln, die de achtergrond vormden van de bekende roman van Christiane F: «Een doorsnee gezin staat daar ’s morgens niet vroeg op, want niemand heeft werk en de kinderen spijbelen. Moeder doet boodschappen, terwijl vader tegen het middaguur al een halve fles Moskovskaja-wodka achter de kiezen heeft en de hele dag voor de televisie zit. Bepaald geen optimistisch toekomstbeeld voor jonge scholieren. De permanente consumptiedrang op de buis kunnen deze jongeren niet aan. Daarom halen ze datgene wat ze niet kunnen krijgen met geweld.»Buschkowsky dreunt cijfers op die er niet om liegen: «Tachtig procent van de criminele jongeren in Neukölln is van niet-westerse afkomst. Tachtig procent van hun slachtoffers is Duits. De werkloosheid ligt in grote gedeelten van de wijk bij 45 procent. Eén op de drie inwoners leeft van de bijstand. In het noorden van Neukölln bedraagt de allochtonenpopulatie op scholen tachtig tot honderd procent. Over tien jaar is dit een migrantenstad, waar de bewoners echter volgens Europese normen en waarden zullen moeten leven. Veel migrantenouders sturen hun kinderen niet naar de crèche, maar laten ze door oma opvoeden, die de hele dag achter de satellietschotel verscholen zit.»Het huidige imago van Neukölln is dodelijk, maar er zijn volgens Buschkowsky signalen dat het heel misschien iets beter zou kunnen worden: «Uit de hippe Berlijnse wijken Mitte en Prenzlauer Berg trekken kunstenaars weg, omdat ze hier lage huren en ruime woningen kunnen krijgen. En vijfhonderd meter van de Rütli-Hauptschule ligt een gymnasium dat zonder problemen functioneert. Als we hier geen Bronx willen, dan moeten we investeren in scholing en opvoeding.» Buschkowsky wijst op een nieuw taalcentrum in de wijk, waar op dit moment 1600 mensen Duits leren: «En bij jullie heb je de Marokkaanse buurtvaders, wij sturen ongeveer 250 allochtone stadsdeelmoeders naar migrantengezinnen. We denken dat zij als opvoedingsspecialisten eerder dan mannen in staat zijn om een jonge familie op de Duitse taal en het schoolsysteem voor te bereiden. Daarnaast hebben we net negen wijkmanagers aangesteld, die sociaal-culturele netwerken onderhouden en de buurt moeten stabiliseren. Het is belangrijk om jongeren uit de gevangenis te houden, want een dealer in de nor kost ons net zo veel als drie sociaal werkers.» Aan het eind van het gesprek staat Buschkowsky resoluut op. Hij moet dringend weg: naar een begrafenis van een agent uit Neukölln, die tijdens een routinecontrole van automobilisten door een Turkse gangster in het hoofd werd geschoten.