Naypyidaw – Naast haar houten onderkomen in de jungle van Myanmar vertelt de 22-jarige Nwe Nwe hoe ze die fatale dag van 3 maart 2021 in de stad Mandalay nog vaak voor zich ziet. Haar vriendin Kyal Sin verdween in de menigte die sinds de staatsgreep van 1 februari dagelijks protesteerde. Zoals gewoonlijk op weg naar de voorste rij, oog in oog met de politie. ‘Ik had nooit gedacht dat het de laatste keer was dat ik haar zou zien.’
Kort daarna openden veiligheidstroepen het vuur. Terwijl Nwe Nwe wegrende zag ze in een flits lichamen op het wegdek. Enkele uren later kwam de bevestiging dat Kyal Sin was vermoord. Met zo’n 38 doden werd het de bloedigste dag sinds de staatsgreep.
Twee dagen voor haar dood circuleerden op de sociale media beelden van de negentienjarige Kyal Sin. ‘Ja, ik ben bang, maar we zullen vechten voor onze vrijheid’, roept ze naar de politie. In haar ene hand houdt ze haar mobieltje waarmee ze filmt, haar andere wijst beschuldigend naar de troepen tegenover haar. ‘Ik kan nu sterven, maar ik zal jullie nooit vergeven.’
Onder de witte helm lijkt haar gezicht nog jonger dan haar negentien jaar. Vrienden proberen haar weg te trekken uit de gevarenzone, maar ze weigert. ‘Dat werd haar dood’, zegt Nwe Nwe. Met wat leek op een precisieschot werd haar vriendin van opzij door haar hoofd geschoten.
Een dag later stonden in Mandalay rijen langs de route van de begrafenisstoet. Kyal Sin, wier tweede naam Angel was, haalde het wereldnieuws. De foto van haar tengere lichaam in een T-shirt met ‘Everything Will Be OK’ werd een icoon. Daarna verdween ze uit de internationale schijnwerpers. Ook haar lichaam verdween. Beducht voor een martelaarsmonument groeven de militairen het op onder het voorwendsel dat ze autopsie wilden doen.
‘Ze hield van taekwondo. Ze was geestig en dapper. Ze inspireert me nog steeds’, zegt Nwe Nwe, die zich net als tienduizenden andere jongeren aansloot bij verzetsgroepen in de jungle. Buiten Myanmar wordt het conflict vaak aangeduid als een burgeroorlog. Jongeren als Nwe Nwe noemen het een oorlog tegen burgers, of liever nog een volksopstand of een revolutie. ‘Het kan twee jaar duren. Of vier. Of nog langer zelfs. Maar deze strijd tegen het regime is de laatste. We willen de strijd niet doorgeven aan de volgende generatie.’