De Nijl bij Edfu, Zuid-Egypte © Laura Boushnak / The New York Times / ANP

De zon zakt achter de gele zandduinen van de Sahara. De hemel kleurt dieprood. Geruisloos glijdt de falouka het water op. We passeren de oude faraonische Nijlmeter op het eiland Elephantine waar de granieten rotsen de vorm van een olifant hebben. De hoogte van het monument bewijst maar weer eens dat de rivier ooit flink hoger kwam. Ik heb het waterpeil door de jaren heen geleidelijk zien zakken, tot het punt dat ik vanaf de bruggen van Caïro dwars door de grauwige drab de bodem van de rivier kon zien. Maar hier in Aswan in het zuidelijkste puntje van Egypte, het hart van het oude Nubië, is het water helder en blauw, zelfs blauwer dan dat ik het in jaren heb gezien. Door de pandemie lijkt de Nijl minder vervuild.

Terwijl we langs oude monumenten varen, verontschuldigt Saoudi (34) zich. ‘Ik spreek niet zo goed Egyptisch’, zegt hij. ‘Nubisch is echt mijn eerste taal.’ ‘Ik ben degene die mij moet excuseren’, reageer ik verbaasd. Maar Saoudi hoort mijn accent niet. Voor hem ben ik een Egyptische toerist uit Caïro. Hij is een vreemde in het land dat niet langer het zijne is. Het leefgebied van de Nubiërs, de oorspronkelijke inwoners van Zuid-Egypte die ooit de zwarte farao’s voortbrachten, is letterlijk weggespoeld. Door de bouw van de Hoge Aswandam in 1960 ontstond een van de grootste kunstmeren ter wereld. Dit prestigeproject van president Gamal Abdel Nasser moest de jaarlijkse overstromingen beëindigen en het hele land van stroom voorzien. De bouw van de dam begon na lang diplomatiek getouwtrek met hulp van de Sovjet-Unie als onderdeel van hun Koude-Oorlogstrategie en was uiteindelijk op 27 juli 1970 voltooid. Tussen de Lange en de Hoge Aswandam ontstond een klein stuwmeer. Een vogelparadijs met kleine eilanden tussen de ondergelopen bergwanden, waar de Tempel van Philae in het zonlicht blinkt.

Achter de hoge dam ligt een tweede stuwmeer dat pas zes jaar na de voltooiing van de dam in 1976 helemaal gevuld was. Het Nassermeer met een lengte van 550 kilometer en een maximale breedte van 35 kilometer is een enorme bak water die wemelt van de krokodillen die verder niet meer in Egypte voorkomen. Er is nauwelijks tot geen begroeiing of bewoning langs de oever. Als een uitgestrekte vlakke spiegel ligt het ingeklemd tussen het gloeiend hete zand. Hierdoor gaat veel kostbaar water aan verdamping verloren.

Het meer beslaat precies de vroegere leefomgeving van de Nubiërs. Het water overspoelde hun dorpen en dwong hen te verhuizen. Daarmee waren zij de eerste slachtoffers van de snelle indamming van de Nijl. Het luidde het plotselinge einde in van een groot deel van hun cultuur en gewoontes.

Saoudi is een echte Nubiër die levend op en aan het water nog zijn volk en gewoontes eert. Hij werkt al sinds zijn vijftiende als kapitein van een falouka en heeft nauwelijks scholing genoten, vandaar zijn gebroken Egyptisch-Arabisch. Maar over de rivier weet hij alles.

De Nijl was de voedingsbodem voor de verschillende faraonische rijken die van 3300 tot 332 voor Christus met korte intervallen standhielden. Overal langs de uitgestrekte waterweg zijn imposante faraonische tempels, graven en standbeelden te zien. Door de bouw van de Hoge Aswandam belandden veel faraonische monumenten op de bodem van het Nassermeer. In de grootste reddingsactie van werelderfgoed ooit werden onder de vlag van unesco de belangrijkste tempels gered, zoals de Tempel van Philae en het wereldberoemde Abu Simbel, waar zelfs een enorme kunstberg voor werd gebouwd. Als dank kregen de landen die betrokken waren bij de reddingsoperaties faraonisch erfgoed cadeau. Zo ontving Nederland de kleine Tempel van Taffeh die is gehuisvest in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Het Oude Egypte stelt met zijn magnifieke bouwkunst, waterwerken en irrigatiesystemen, medische wetenschap en astrologie, hiërogliefenschrift en gendergelijkheid de wetenschap tot de dag van vandaag voor een raadsel. Dat de Nijl cruciaal was voor deze unieke beschaving staat vast. De rivier creëerde niet alleen een welvarende agrarische samenleving, maar bood ook een ideale infrastructuur voor het transport van het benodigde graniet, kalksteen en basalt uit de zuidelijke steengroeven en vormde een natuurlijke handelsroute met de andere landen langs de Nijl.

Doordat de rivier zich vanaf hoger gelegen plateaus naar zee baant, wordt elke boot met gesloten zeil als vanzelf naar de Middellandse Zee gevoerd. De wind komt daarentegen vanuit het noorden en stuwt de boten met gehesen zeil tegen de stroom in. Hierdoor konden de farao’s de Nijl tot de evenaar op en af varen. Dat deden zij met baladiyya’s, zeilschepen met reusachtige puntige zeilen, en falouka’s als deze, een zeilboot met een al even groot puntig zeil waarmee zelfs het kleinste briesje kan worden opgevangen.

Na elke overstroming van de Nijl bleef bij het terugtrekken van het water vruchtbaar Nijlslib achter. Het was dit slib dat het woestijngebied zo vruchtbaar maakte. Door de bouw van de Hoge Aswandam kwam er een einde aan de natuurlijke bevruchting van de aarde. Boeren zijn sindsdien aangewezen op (goedkope) kunstmest. Hierdoor raakt het land steeds verder verzilt, zakt het grondwaterpeil, klinkt de grond in en raakt deze steeds verder vergiftigd. De dam is dus een ecologische ramp, maar kan niet worden afgebroken omdat Egypte dan door een reusachtige vloedgolf zal worden weggevaagd.

De wind zwelt aan. Behendig manoeuvreert Saoudi ons tussen tientallen kleine eilandjes en hoge granieten rotsen door die uit het water steken. Er scheert een ibis vlak over het water. Enkele spaarzame papyrushalmen en lotusbloemen wuiven tussen het riet. Terwijl de wind met het hoge zeil speelt bewonder ik het wonderlijke kleurenspel. De lucht ruikt naar bloemen. Hoog op de bergen tekenen mausolea van oude soefiheiligen en de ruïnes van een Koptisch klooster zich af tegen de ondertussen paarsrode hemel.

We varen naar Saoudi’s geboortedorp, direct naast de Lage Aswandam, maar komen nauwelijks vooruit. De stroming is bijzonder sterk. Het water kolkt. Plotseling is het pikdonker en begint het te stormen. Het zeilschip helt gevaarlijk over. Het water slaat in mijn gezicht. Ik hang met mijn hele gewicht over de reling om het evenwicht van de boot te bewaren. Ik ben bang dat we kapseizen, maar Saoudi garandeert me dat het goed komt, al zegt hij het met een ernstige frons op zijn gezicht. ‘Het is lente, maar het lijkt wel winter. Alles is anders, de waterstand, de temperatuur, de wind. Ik vaar al bijna twintig jaar, maar de afgelopen jaren is er veel aan het veranderen. De wereld draait.’ Hij maakt een snelle draaibeweging met zijn vinger en vervolgt dan tot mijn verrassing in het Engels: ‘Climate change.’

Het is precies die klimaatverandering die samen met de stagnerende regenval, dalende waterstand, toenemende industrialisering, verstedelijking en bovenal de explosieve bevolkingsgroei langs de hele Nijloever tot steeds grotere spanningen leidt tussen de elf landen waar de Nijl doorheen stroomt. Terwijl de vogels abrupt stilvallen en de zeilboot woest op het water tolt, dreigt er oorlog.

Saoudi op zijn falouka – ‘Het is lente, maar het lijkt wel winter. Alles is anders’ © Mounir Samuel

De volgende dag sta ik bij de Lage Aswandam. Het is begin april en ik reis kriskras door de Saïd en Nubië in Opper-Egypte. Lange rijen auto’s wachten op doorgang. Er zijn werkzaamheden aan de gang, waardoor tijdelijk alleen eenrichtingsverkeer wordt toegestaan. Jonge soldaten, dienstplichtigen van krap achttien jaar oud, reguleren het verkeer. Ik kijk naar de verstevigingen die aan de dam worden aangebracht. Pantserwagens blinken in de zon. Achter stalen schermen steken de lopen van afweergeschut uit. Ik kijk omhoog en tel zo onopvallend mogelijk de camera’s. Hoge wachttorens houden de verlaten blauwe lucht en het gekrioel op de grond strak in de gaten. Egypte is in snel tempo aan het militariseren en de beveiliging bij deze dam lijkt tot het maximale opgeschroefd. Hoewel de sfeer gemoedelijk is, hangt er spanning in de lucht.

Er rijst een monsterlijke betonnen wand op uit het woud, oeroude bomen zijn nu hoogspanningsmasten

De Nijl was vroeger zeer gevaarlijk. De rivier wemelde van de agressieve nijlpaarden en dodelijke krokodillen en overstroomde elk jaar na het regenseizoen in Ethiopië, waar de Blauwe Nijl haar oorsprong vindt, en in de landen rond het Victoriameer, waar de Witte Nijl door regenval wordt gevoed. Reden voor de Fatimidische kalief in Caïro, Al-Hakim bi-Amr Allah, om in de elfde eeuw de beroemde astronoom, wiskundige en ingenieur Ibn al-Haytham (in het Westen bekend als Alhazen) de opdracht te geven om het water te reguleren. Na uitgebreid veldonderzoek kwam Al-Haytham tot de conclusie dat dit onmogelijk was. Uit angst om door de kalief te worden vermoord acteerde hij een uitbarsting van plotselinge waanzin. Het resulteerde in zijn huisarrest van 1011 tot zijn dood in 1040, waar hij in zijn laatste jaren het toonaangevende Boek der optometrie schreef. De ingenieurs van nu schrijven echter geen boeken maar bouwen reusachtige stuwdammen.

De Lage Aswandam is de eerste moderne dam in de Nijl. Midden in de belangrijke waterweg van het kersverse Britse wingewest Anglo-Egyptisch Soedan, dat in 1882 door de Britten overmeesterd werd, lagen tussen Khartoum en Aswan wilde cataracten of stroomversnellingen waar het water tegen rotsen en eilanden opbotste, in onregelmatige diepe kolken draaide en een grillige vaarroute opleverde als het in de Ethiopische hooglanden had geregend. Daarom werd in 1899 begonnen met de bouw van de Aswan Low Dam, ook wel de Old Cataract genoemd. In 1902 werd de dam met trots geopend. Vervolgens bouwden de Britten een tweede, kleinere dam in een zijtak van de Blauwe Nijl, de Sennar Dam in Soedan, die in 1925 werd voltooid. Ook openden ze in 1954 een dam in de Witte Nijl vlak bij het Victoriameer in Oeganda, het Nalubaale Power Station.

De werkzaamheden aan de Lage Aswandam stonden al langer gepland, als onderdeel van de reusachtige infrastructurele vernieuwingen die momenteel in heel Egypte plaatsvinden. Onder het alziend oog van president Abdel Fattah el-Sisi worden door het hele land verhoogde snelwegen gebouwd, bruggen en dijken vernieuwd en raakt ook het meest afgelegen gebied door brede geasfalteerde wegen ontsloten. Evengoed is de timing van de herstelwerkzaamheden opvallend. Alsof men vreest voor een naderende vloedgolf wordt de dam snel verstevigd. Dit is minder onwaarschijnlijk dan het klinkt. In de strijd om de koers van de rivier en de toekomst van de regio, om stroom op te wekken en bovenal om het steeds schaarsere water toe te eigenen, woedt er een heuse damwedloop tussen de verschillende oeverlanden. Daarbij zien de meest stroomafwaarts gelegen landen Egypte en Soedan zich steeds verder in hun bestaan bedreigd.

De wens om de Nijl te controleren is duizenden jaren oud. Zo vertelt het bijbelboek Genesis over de afschrikwekkende droom van de farao over zeven vette koeien die plotseling door zeven magere koeien worden verzwolgen. Jozef annex de ‘dromenkoning’ wist de nachtmerrie van de farao correct te interpreteren. Na zeven jaar van overvloed zouden er zeven jaar van vreselijke droogte volgen, zo waarschuwde Jozef, waarna hij een plan uit de doeken deed om Egypte tegen de naderende hongersnood te beschermen. Onder de indruk van zijn inzicht stelde de farao hem aan als onderkoning en gaf hem de opdracht enorme graanschuren en waterwerken aan te leggen. Nog steeds volgen na zeven jaar van hevige regenval zeven jaar van relatieve droogte. De nachtmerrie van de farao is meer dan bijbelse beeldspraak. Maar door klimaatverandering raakt de natuurlijke levenscyclus van de rivier steeds verder verstoord.

Tot op de dag van vandaag zijn er in heel Egypte waterreservoirs en graanschuren te vinden die Jozefs naam dragen en allemaal gedurende dezelfde periode tijdens de twaalfde dynastie van het Middenrijk (1991-1802 voor Christus) zijn gebouwd. Zo bezoek ik nabij het Ramesseum op de westelijke oever van Luxor reusachtige graanschuren, lange tunnels waar hier en daar tussen de lemen bakstenen nog graanschilfers te vinden zijn. Een boer in een gescheurde galabiyya die mij in de hoop op een kleine fooi ongevraagd rondleidt trekt twee halmen tussen de lemen bakstenen uit, wrijft ze tussen zijn handen en laat me de korrels zien. ‘Duizenden jaren oud’, zegt hij trots. Vervolgens bukt hij en trekt vrolijk enkele stenen los. Ik zie de resten van een oude mummie verschijnen. Verbouwereerd kijk ik naar een skelet en een nog half omzwachteld been met voet. ‘Ook duizenden jaren oud’, voegt hij er geheel overbodig aan toe. Hoewel hij me ertoe uitnodigt, besluit ik de graankorrels in mijn hand toch maar niet in de mond te stoppen.

Als onderdeel van de waterwerken liet Jozef ook een vijftien kilometer lang en vijf kilometer breed kanaal uitgraven dat tot op de dag van vandaag werkzaam is en zijn naam draagt, Bahr Yusuf. Onderdeel van de waterloop was de Ha-Uar Dam, die de stroom van het Nijlwater richting het kanaal reguleerde. Het handgegraven kanaal creëerde nieuw landbouwgebied en een groot bassin waarin water voor de droge jaren kon worden opgeslagen. Jozef was dus feitelijk de eerste dambouwer op de Nijl en maakte van Egypte een regionale supermacht waar men – uiteindelijk ook Jozefs eigen broers – van heinde en verre naar afreisde om graan te kopen. Laat dit nu precies de droom zijn die vele Nijlstaten, zoals Ethiopië, ook lijken te koesteren.

Vandaag de dag kent de Nijl 24 dammen en waterwerken en er wordt nog steeds verder ingedamd. Flora en fauna en de lokale cultuur en bevolkingsgroepen hebben daarbij het nakijken. Zo was ik in oktober 2013 getuige van de constructie van de grote Bujagali Falls Hydropower Dam in Jinja, Oeganda. Een Italiaanse projectontwikkelaar, die leiding gaf aan een deel van het grote internationale team, schamperde hoe hij een lokale medicijnman had omgekocht om schijnrituelen uit te voeren om de geesten van de voorouders van de lokale eilanden te verdrijven. De lokale bevolking was onrustig over de rustplaatsen van hun voorouders die in het stuwmeer zouden verdwijnen. ‘Dat hebben we mooi opgelost’, grijnsde de projectontwikkelaar, waarna hij lachend opmerkte dat Gandhi’s as goed smeersel is voor de turbines.

Het lichamelijk overschot van Gandhi werd over ’s werelds vier grote heilige rivieren uitgestrooid, waaronder hier in Jinja waar naar verluidt een van de ontstaansbronnen van de Nijl ligt. Het is een prachtige plek met smalle beekjes in dicht oerwoud en eilanden in kraakhelder water. Althans dat was het. Nu rijst een monsterlijke betonnen wand op uit het woud, bulderen de turbines en generatoren en hebben de oeroude bomen plaatsgemaakt voor afzichtelijke hoogspanningsmasten. De Chinezen hebben ondertussen in 2020 nieuwe bouwplannen voor een dam ingediend, het Ayago Hydroelectric Power Station dat de stroomopwekking in Oeganda met veertig procent moet vermeerderen. De Egyptenaren zijn woedend, maar hebben hun handen vol aan de Grote Renaissancedam in Ethiopië.

Als langste rivier ter wereld loopt de Nijl dwars over het Afrikaanse continent. Rwanda, Burundi, de Democratische Republiek Congo, Tanzania, Kenia, Oeganda, Ethiopië, Zuid-Soedan, Soedan en Egypte zijn deels of geheel afhankelijk van het water van de Nijl. De oeverstaten maken allemaal een snelle ontwikkeling door en huisvesten de jongste en snelst groeiende bevolking ter wereld. Europese bouwbedrijven, de Verenigde Staten, Rusland en China proberen allemaal een graantje van de snelle ontwikkelingen mee te pikken en dienen het ene na het andere bouwplan (en bijbehorende financieringsplan) in. De bouw van Nijldammen is onderdeel van de wedloop tussen China en de Verenigde Staten om de controle over Afrika.

Egypte kent als meest stroomafwaartse oeverland de grootste bevolking (meer dan honderd miljoen inwoners) met de snelste bevolkingsgroei en is geheel afhankelijk van het water van de Nijl. Negentig procent van de Egyptenaren woont op tien procent van het land, allemaal direct gelegen in het vruchtbare strookje groen langs het water. Om het voortbestaan van het ‘land van de Nijl’ – Egypte – te garanderen, stelden de Britse mogendheden tal van verdragen op met de andere grote kolonisators in de regio, Frankrijk en Italië. Zo belooft het laatstgenoemde land in de vaagste termen in Artikel III van het Anglo-Italian Protocol uit 1891 geen dam te bouwen op de Atbara-rivier – een zijrivier van de Nijl in Ethiopië en Soedan die ook wel de Zwarte Nijl wordt genoemd – om de toestroom van de Nijl niet te verstoren. Ook werd er in 1902 een speciaal verdrag tussen Groot-Brittannië en Ethiopië opgesteld, waarin keizer Menelik II, koning der koningen van Ethiopië – het enige Afrikaanse land dat nooit werd gekoloniseerd – toezegde geen dam te (laten) bouwen in de Blauwe Nijl, het Tana-meer en de Sobat. Er werden veel meer verdragen opgesteld, waarvan de afspraken altijd in het voordeel waren van op dat moment bezet Egypte.

In de strijd om de Nijl beroept Egypte zich op deze zogeheten ‘historische rechten’. Daarbij wordt vooral verwezen naar het verdrag tussen Egypte en Anglo-Egyptisch Soedan uit 1929 en het Nijlwater Verdrag uit 1959. In beide verdragen waren de overige negen landen geen partij en is vrijwel elke bouwactiviteit in de Nijl uitgesloten, tenzij Egypte daar toestemming voor geeft.

In 1961 startten de Soedanezen evengoed met de bouw van hun eigen Roseires Dam nabij Ad Damazin die in 1966 werd voltooid. Het zorgde voor grote spanningen tussen Egypte en Soedan en decennialang gesloten grenzen. Eind twintigste eeuw kwam er een lichte toenadering tussen Caïro en Khartoem, waarbij de grens in 1998 voor even openging. Maar de relatie verslechterde al weer snel toen Soedan in 2004 begon met de constructie van de Merowe Dam, 350 kilometer ten noorden van Khartoem, het tot dan toe grootste hyperpower-project in Afrika dat in 2009 werd voltooid.

‘Met mijn broer tegen mijn neef en met mijn neef tegen de vijand’, zo luidt een bekend Arabisch gezegde. Na decennia van diplomatiek geharrewar hebben Soedan en Egypte de handen ineen geslagen voor een nieuw gevaar. In de afgelopen tien jaar werden beide landen geteisterd door grote volksopstanden en een fors machtsvacuüm. Hierdoor zagen de overige Nijloeverlanden, waaronder Ethiopië, hun kans schoon om hun bouwaspiraties in gang te zetten. Direct na de val van president Hosni Moebarak op 11 februari 2011 begon Ethiopië met de bouw van de Grote Renaissancedam in de Blauwe Nijl, bij het Tanameer aan de grens met Soedan. Deze reusachtige stuwdam lijkt het kantelpunt te worden in de stille strijd om de Nijl en de aanleiding voor de eerste oorlog om de olie van de 21ste eeuw: zoet water.

De Hoge Aswandam en het Nassermeer © Khaled Desouki / AFP / ANP
Mocht de Grote Renaissancedam breken, dan stroomt het water vanuit Ethiopië rechtstreeks Soedan binnen

Ethiopië begon op 1 juli 2020 onder groot protest van Egypte en Soedan stiekem met het vullen van het enorme waterreservoir met een inhoud van 74 miljard kubieke meter water. Het hooggelegen bergland bleef lang ontkennen, tot door satellietbeelden duidelijk zichtbaar werd dat het waterreservoir snel volliep. De Ethiopische minister van Water, Seleshi Bekele, bevestigde ten slotte dat het Nijlwater het reservoir instroomde. ‘Maar’, zo voegde hij eraan toe, ‘dit komt niet doordat Ethiopië de sluisdeuren in de dam heeft gesloten, maar doordat er zoveel regenwater valt dat de Blauwe Nijl bij het stuwmeer buiten zijn oevers treedt en spontaan het meer vormt.’ Er zou in geen veertig jaar zoveel regen zijn gevallen, aldus Bekele.

Soedan rapporteerde echter onmiddellijke drinkwaterschaarste. Ook vielen de waterinstallaties in Khartoem stil. De Blauwe Nijl vormt de hoofdader van de Nijl en is verantwoordelijk voor 85 procent van de totale watertoevoer. Elke beïnvloeding van Nijlwater door Ethiopië heeft daardoor direct effect op de waterdruk en waterstand van de Nijl. Dit maakt de Grote Renaissancedam zo bedreigend voor deze twee stroomafwaartse landen. De activiteiten werden uiteindelijk onder grote diplomatieke druk van onder andere de Verenigde Staten en de Afrikaanse Unie gestaakt.

Maar Ethiopië wil in juli de watertoevoer naar de dam hervatten met een nieuwe vulpoging van 5,13 miljard kubieke meter water. Doel is om de stroomopwekking van dit grootste hyperpower-project van Afrika in augustus in gang te zetten. Maar van de veertien turbines om elektriciteit op te wekken blijken er acht niet te werken, volgens onderzoek van het Journal of Renewable and Sustainable Energy dat op 23 maart werd gepubliceerd. Er bestaat daarbij grote onenigheid over de stroomvoorziening. Zo zou Soedan geheel afhankelijk worden van de Ethiopische stroom, mede doordat hun eigen waterkrachtcentrales door de dalende waterdruk minder effectief worden. Concrete prijsafspraken blijven echter uit.

Er bestaan meer zorgen over de constructie van de dam, die door allerlei technische problemen drie jaar vertraging opliep. Zo wordt betwijfeld of de dam de daadwerkelijke watercapaciteit wel aankan. De Egyptische hoogleraar watervoorraden aan de Universiteit van Caïro Hani Sewilam waarschuwt in Egypt Today dat er ‘vijftig procent kans bestaat op de instorting van de Grote Renaissancedam’. De reden voor dit naderende gevaar is volgens de professor de aanwezigheid van breuken als gevolg van de steile hellingen, waardoor overstromingen kunnen optreden met grote hoeveelheden slib. De ongunstige geologie van Ethiopië zou de mogelijkheden van elk bedrijf te boven gaan, inclusief het Italiaanse Salini Impregilo dat het project uitvoert.

Ook professor Abbas Sharaqy van de Universiteit van Caïro waarschuwt in de Egypt Independent voor de naderende instorting van de dam. Ethiopië heeft het meest aardbevingsgevoelige gebied in Afrika en is kwetsbaar door breuken, canyons en vulkanische bergen, aldus Sharaqy. Walaa Y. El-Nashar en Ahmed H. Elyamany waarschuwen in het Egyptische Ain Shams Engineering Journal eveneens voor instortingsgevaar door de slechte constructie en de ongunstige omstandigheden in Ethiopië. De Egyptische hoogleraren en onderzoekers zijn wellicht niet de meest neutrale partij in deze kwestie, maar tonen wel de grote zorgen die in Egypte bestaan over de constructie van de dam.

Overigens zou de Grote Renaissancedam niet het eerste grote Ethiopische prestigeproject zijn dat bezwijkt. Zo stortte de Tekeze Dam in de Tekeze-rivier in tijdens de constructie, om drie jaar later te worden herbouwd en in 2009 te worden geopend. Bij het incident kwamen 47 mensen om het leven, onder wie drie arbeiders. Ook een tunnel die zich onder de Omo-rivier uitstrekt, stortte tijdens de aanbouw twee keer in om het na voltooiing in 2010 voor een derde keer te begeven. Mocht de Grote Renaissancedam breken, dan stroomt het water vanuit de Ethiopische hooglanden rechtstreeks het lager gelegen Soedan binnen. Het leven van minstens de helft van de 44 miljoen Soedanezen lijkt in direct gevaar. Maar elke poging om binnen VN-verband inzage te krijgen in de technische bouwtekeningen wordt door Ethiopië gefrustreerd. De populaire Egyptische talkshows raken niet over de kwestie uitgepraat. Van politiek adviseurs en talkshow-hosts tot mijn eigen familie, iedereen lijkt het erover eens: de dam moet worden gebombardeerd voor het te laat is

De laatste pogingen van de drie oeverlanden begin april om onder auspiciën van de Democratische Republiek Congo tot een overeenkomst te komen, liepen opnieuw op niets uit. Het Soedanese voorstel, gesteund door Egypte, voor een nieuwe onderhandelingsronde met hulp van de VS, de EU, de VN en de Afrikaanse Unie is door Ethiopië afgewezen. Ook pogingen van Zuid-Afrika en zelfs Oostenrijk om te bemiddelen lopen op niets uit.

Ondertussen lijkt het er steeds sterker op dat het de Ethiopiërs niet zozeer om de stroomvoorziening gaat, als wel om het water zelf. Met het enorme stuwmeer creëert het Oost-Afrikaanse land een van de grootste zoetwaterreservoirs ter wereld en dat in een regio die disproportioneel hard door klimaatverandering en droogte wordt getroffen. In 2014 onderzocht Ethiopië al de mogelijkheid om Nijlwater te distribueren aan de Golfstaat Koeweit. De Ethiopische president Mulatu Teshome bezocht hiervoor zelfs het Zwitserse waterbedrijf Mai Resources. Voor de waterexport werd een plan ontwikkeld voor een onderzeese pijpleiding van Ethiopië naar Saoedi-Arabië. Koeweit injecteerde in 2015 vervolgens 22 miljoen Amerikaanse dollar in ‘waterprojecten’ van Ethiopië. In 2020 werd de Golfstaat uiteindelijk onder grote druk van Egypte en de Arabische Liga gedwongen de Egyptisch-Soedanese positie te steunen. Ook de Verenigde Arabische Emiraten gaven Egypte deze maand hun steun. De vraag is hoe lang Egypte de politieke druk op deze dorstige Golfstaten kan volhouden.

De Grote Renaissancedam zal in jaren van hevige regenval voldoende water doorlaten. Maar wat als de magere koeien weer uit het water rijzen en er zelfs meer dan zeven blijken te zijn? De droogte neemt toe. Of de dam ook dan genoeg water toelaat is maar zeer de vraag. Ook over de doorstroom van water in droge jaren weigert Ethiopië enige afspraak te maken. Er doemt een schrikbeeld op zonder precedent, namelijk dat Ethiopië Soedan en Egypte voor het water wil laten betalen.

Van de kapper tot de koopman wordt al steen en been geklaagd over de stijgende waterprijzen. Het troebele ongefilterde Egyptische kraanwater is onderhevig aan hyperinflatie. De gemiddelde waterrekening steeg in de afgelopen jaren met zo’n driehonderd procent. De levering is niet altijd zeker. De waterdruk valt regelmatig weg. Zelf durf ik het vervuilde water niet eens aan te raken. Ik schrik dan ook als ik Abu Hamid (54) een plastic flesje in de Nijl zie steken en vervolgens smakelijk een slok zie nemen. ‘Het beste water ter wereld’, brult hij luid boven de sputterende motor van zijn oude bootje uit. Hij houdt me het flesje voor de neus. Ik schud mijn hoofd. ‘Corona’, haast ik mij te zeggen, al is de waarheid dat ik banger ben voor buikloop dan voor het virus.

De spierballentaal van Ethiopië kan in een bredere trend worden gezien. ‘Het komt vaker voor dat staten van underdog in topdog veranderen’, zegt Kiki Brölmann, universitair hoofddocent internationaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ethiopië is vele jaren internationaal veronachtzaamd. Op een gegeven moment accepteert zo’n bovenstroomse oeverstaat die achtergestelde positie niet meer. Dergelijke kwesties rond de verdeling van water tussen stroomopwaartse en stroomafwaartse landen zie je het liefst bij welvarende oeverstaten die gemakkelijk met elkaar samenwerken. Niet in een regio waar al veel onderlinge spanningen heersen en een oud gevoel van wantrouwen en ongelijkwaardigheid bestaat.’ Brölmann noemt de situatie dan ook gevaarlijk, mede omdat op veel plekken sprake is van echte waterschaarste. ‘De bovenstroomse landen gebruiken het discours van de jonge staat die met een krachtige stuwdam stroomvoorziening creëert en modernisering en daarmee economische ontwikkeling en emancipatie op gang brengt. Maar zo’n stuwmeer kan door sommigen ook worden beschouwd als een ordinaire regenton.’

Voor de vier grote en betwiste internationale waterlopen de Nijl, de Jordaan, de Tigris en de Eufraat bestaat geen specifiek akkoord dat het hele rivierbekken beslaat. Zonder helder juridisch kader over het waterverbruik uit waterlopen is dit in het gunstigste geval onderwerp van discussie en in het ergste van gewapende strijd. Er bestaat wel een blauwdruk, het VN-Waterlopenverdrag uit 1997, dat verschillende gewoontebeginselen vastlegt die al voorkwamen in het internationale waterrecht, zoals ‘billijk en redelijk gebruik’, de verplichting om geen grote schade aan de waterloop toe te brengen en de verplichting tot samenwerking en vroegtijdige bekendmaking van geplande maatregelen. Maar geen van de staten langs de Nijl heeft het VN-verdrag geratificeerd.

Overigens had dat verdrag de huidige problemen ook niet zomaar opgelost, aldus Brölmann, omdat het verdrag ‘vooral een kader biedt voor afweging van de belangen van oeverstaten per situatie: er is recht op “billijk en redelijk gebruik” van de rivier, en ook een plicht om daarbij geen “significante schade” toe te brengen aan het stroomgebied. De drempel voor die significante schade is echter tamelijk hoog, hoger dan in bijvoorbeeld het algemeen internationaal milieurecht. Hoe dan ook, als het waar is dat de Renaissancedam die Ethiopië bouwt op de grens met Soedan voor dat laatste land een reëel en groot risico vormt, zou dat op gespannen voet staan met het internationaal recht.’

Reden voor John Mukum Mbaku van Brookings Institution om de Nijloeverstaten op te roepen tot een ‘juridisch regime te komen voor het management van deze belangrijke waterloop’. Hoewel Egypte en Soedan vanuit hun historische voorkeurspositie aanvankelijk dwars zullen liggen, zullen zij volgens hem moeten erkennen dat het een regionale waterloop is met regionale repercussies. Anderzijds zullen landen als Ethiopië en Oeganda als opwaartse stroomlanden moeten toegeven dat Egypte volledig afhankelijk is van de Nijl.

‘Er zijn wel pogingen ondernomen om het een en ander te formaliseren, zoals het Donau- of Rijnverdrag doet’, zegt Brölmann. In 1999 werd met steun van de Wereldbank en Eritrea als neutrale observator het Nile Basin Initiative opgericht waar negen van de op dat moment tien oeverlanden zich bij aansloten. Het werd niet meer dan een overlegorgaan. De tegenstrijdige belangen bleken te groot.

De Egyptische president Sisi slaat inmiddels steeds dreigender taal uit. Tot dusver sloot hij, ondanks groeiende druk van de Egyptische politiek en media, elk militair ingrijpen uit. Maar zonder diplomatiek akkoord of bindend internationaal verdrag lijkt een aanval onvermijdelijk. ‘De stabiliteit van de regio kan op onvoorstelbare wijze in gevaar worden gebracht als Egypte’s water wordt geraakt’, zei hij medio april. De uitspraak was het startschot voor de ondertussen onophoudelijke propaganda om het land klaar te maken voor een aanval. Terwijl de Koptische paus hardop bidt voor een vreedzame oplossing van het conflict, spreekt de ene na de andere prominente Egyptenaar zich uit voor militair ingrijpen, onder wie zakentycoon Naguib Sawiris. Nu de ramadan beëindigd is en elke diplomatieke poging stuk loopt, lijkt gewapend conflict steeds waarschijnlijker.

Mocht Egypte militair ingrijpen, dan zal dit snel moeten gebeuren. Met een tweede vulpoging is het stuwmeer bij de Grote Renaissancedam namelijk te vol om de dam nog langer te bombarderen. Niet Ethiopië maar Soedan zal dan worden overspoeld. Militair ingrijpen is echter ook voor Egypte niet zonder gevaar. Ethiopië kan rekenen op de steun van China en Italië en in mindere mate Rusland en Turkije, dat zowel in Libië als Ethiopië in een proxy-oorlog met Egypte is verwikkeld. Het bezit van de Hoge en Lage Aswandam maakt Egypte kwetsbaar voor vergelding. Ondertussen slinkt de levensader van de wereldgeschiedenis in ijl tempo. Daarbij vergeleken is de nachtmerrie van de farao maar een onschuldige droom.