«Ik heb al mijn geld verdiend met de handel in tabak», bezwoer de Zimbabwaanse zakenman John Arnold Bredenkamp enige jaren geleden in een van de schaarse interviews die hij heeft afgegeven. Hoe kan het anders, voegde hij eraan toe, dat hooggeplaatste personen nog altijd de gang naar zijn kantoor maakten om hem te spreken?
Maar het net rond Bredenkamp sluit zich. Hij komt de Verenigde Staten, waar hij huizen en bedrijven heeft, inmiddels niet meer in. En ook Nieuw-Zeeland heeft Bredenkamp vanwege zijn warme banden en financiële relaties met kopstukken van de Zanu-partij van president Robert Mugabe na de oneerlijk verlopen Zimbabwaanse verkiezingen van 2002 reisbeperkingen opgelegd. De Europese Unie beperkt zich vooralsnog tot reis- en handelsbeperkingen tegen 79 Zanu-politici en hun familie. Bredenkamp, die nu zijn tijd verdeelt over villas in Engeland, Spanje en Zimbabwe, kan zich hier nog zonder problemen verplaatsen.
Is het werkelijk alleen tabak waarmee Bredenkamp na zijn vertrek in 1976 bij de Koninklijke Niemeyer in Groningen zijn vermogen heeft vergaard? De verkoop van de in dat jaar door hem opgerichte tabaksfirma Casalee leverde hem in 1993 een slordige honderd miljoen dollar op, terwijl zijn persoonlijk vermogen wordt geschat op ruim een miljard euro. Illegale wapenhandel, zoals boze tongen beweren? Het zou een verklaring kunnen zijn voor de drastische maatregelen van de VS en Nieuw-Zeeland. Bredenkamps woordvoerder blijft de beschuldigingen ontkennen: «Als de aantijgingen kloppen, waarom is hij dan nooit vervolgd?»
Dat vraagt het Britse parlementslid Paul Farrelly (Labour) zich ook af. Hij is ervan overtuigd dat Bredenkamp sinds de jaren zeventig alle mogelijke moorddadige regimes van wapens voorziet. De laatste jaren heeft Farrelly bij herhaling Bredenkamp in het Lagerhuis aangewezen als «de belangrijkste wapenleverancier» van de Zimbabwaanse dictator Robert Mugabe. Die zware beschuldiging is door leden van de Britse regering of door medeparlementariërs in het openbaar nooit tegengesproken.
Farrelly eiste officieel onderzoek naar Bredenkamp. Dat onderzoek kwam er, maar leverde weinig op. Bredenkamp had ervoor gezorgd dat de bedrijven waarmee hij zich in de wereld van de wapenhandel bewoog niet in Engeland maar in Zimbabwe stonden geregistreerd. Bovendien, zeggen Engelse ingewijden, is het lastig Bredenkamp aan te pakken omdat hij niet in bezit is van een Brits paspoort.
John Bredenkamp, die in Zuid-Afrika werd geboren, heeft behalve de Zimbabwaanse ook de Nederlandse nationaliteit. Dat verzekeren verschillende Britse en Zuid-Afrikaanse goed geïnformeerde bronnen. De Zuid-Afrikaanse nationaliteit heeft hij vanwege nieuwe wetgeving in 2002 moeten opgeven. Ook Paul Farrelly heeft in Britse regeringskringen de bevestiging gekregen dat Bredenkamp geen Brit maar Nederlander is. Vast staat dat hij als medewerker van de koninklijke Niemeyer, waar hij in 1968 kwam te werken, met succes het Nederlanderschap aanvroeg. Dat blijkt uit documenten in bezit van De Groene Amsterdammer. Tot eind jaren tachtig gebruikte hij zijn Nederlandse paspoort bij de oprichting van her en der over de wereld ingeschreven bedrijven. Bij meer recente handelsactiviteiten, zoals het sportmanagementbureau Masters International dat onder meer de golfers Nick Price en Ernie Els en de schaker Gary Kasparov vertegenwoordigde, heeft hij bij de Kamer van Koophandel zijn Zimbabwaanse paspoort laten zien.
Dit betekent niet dat Bredenkamp zijn Nederlandse nationaliteit heeft opgegeven. «Het is praktisch onmogelijk om met zon frequentie de wereld rond te reizen als je in bezit bent van een Zimbabwaans paspoort», zegt Afrika-expert Patrick Smith, die de VN bijstond bij het onderzoek naar plundering van de Congo. «Als Zimbabwaan heb je voor vrijwel ieder land een visum nodig.»
In 1999 publiceerde het gezaghebbende blad Africa Confidential, waarvan Smith hoofdredacteur is, op basis van eigen onderzoek berichten over de betrokkenheid van Bredenkamp bij ondoorzichtige deals in de oorlogseconomie van de Democratische Republiek Congo. Samen met een andere beruchte Zimbabwaanse zakenman, Billy Rautenbach, zou Bredenkamp in ruil voor mijnconcessies de uitrusting van Congolese en aan de zijde van Congo vechtende Zimbabwaanse troepen hebben verzorgd. Vanuit Bulgarije zou hij Russische Hind-helikopters en gevechtsvliegtuigen naar Congo hebben laten verschepen. Patrick Smith staat nog altijd achter zijn verhaal. In aangepaste vorm verschenen de aantijgingen bovendien in een VN-rapport over «illegale exploitatie» van Congo. Smith werkte mee aan de paragraaf over Bredenkamp.
Bredenkamp, zo meldt het rapport, «is ervaren in het opzetten van clandestiene bedrijven en sancties schendende operaties» en hield zich in het verleden vaker bezig «met clandestiene militaire handel». Zijn mijnbedrijf Tremalt Limited kwam, door deel te nemen in de joint venture Kababankola Mining Company, volgens het deskundigenpanel van de VN in bezit van concessies om in 25 jaar 2,7 miljoen ton koper en 325.000 ton kobalt uit de grond te trekken. Bredenkamp betaalde voor de deal die totaal meer dan een miljard dollar waard zou zijn, slechts vierhonderd duizend dollar aan de officiële Congolese regering in Kinshasa. Daarboven zou Bredenkamp een deel van de opbrengst afstaan én de Congolese en Zimbabwaanse strijdkrachten, die het zuiden van het land controleerden, van een goede uitrusting voorzien. Bredenkamp gebruikte hiervoor het in Zimbabwe geregistreerde bedrijf Aviation Consultancy Services dat in Afrika grote producenten als Agusta, Dornier en British Aerospace vertegenwoordigt. Bredenkamp is grootaandeelhouder van dit bemiddelingsbedrijf voor wapendeals en geen uitvoerend directeur. Zo ontloopt hij het wapenembargo van de Europese Unie. In 2001 zou Bredenkamp volgens The Telegraph reserveonderdelen hebben geleverd voor Hawk-gevechtsvliegtuigen van de Zimbabwaanse luchtmacht.
Zijn goede contacten met de Zimbabwaanse regering heeft hij nooit onder stoelen of banken geschoven. Door zijn reiservaring, zegt hij, en internationale contacten is hij nu eenmaal kind aan huis bij alle politieke leiders. Vlak voor de verkiezingen van 2002 verklaarde hij bovendien dat het «in het belang van Zimbabwe» het best zou zijn als Zanu-PF de presidentsverkiezingen zou winnen.
De aantijgingen uit het VN-rapport daarentegen heeft hij altijd krachtig weersproken. Hij stuurde een brief op poten naar secretaris-generaal Kofi Annan om van elke blaam te worden gezuiverd. Voor wat betreft de openbare versie van het laatste rapport, november 2003 gepubliceerd, is hij daarin geslaagd. In VN-kringen wordt naar verluidt evenwel alles op alles gezet om alsnog het bewijs juridisch rond te krijgen. Smith: «Hij is bepaald nog niet vrijgepleit, zoals hij zelf beweert.» Op zijn website laat Bredenkamp weten dat alle «substantiële zaken zijn opgelost».
Maar Bredenkamp heeft de schijn tegen. Eens in de zoveel jaar duiken er documenten op waaruit blijkt dat zijn bedrijven of dochterondernemingen betrokken zijn bij grootscheepse handel van kleinere en grotere wapens naar oorlogsgebieden. Afdoende bewijs om hem te kunnen vervolgen is alleen nooit gevonden. Daarvoor speelt hij het spel te slim. De bedrijven die betrokken zouden zijn bij de bemiddeling in wapenhandel staan geregistreerd in zwijgzame belastingparadijzen of landen waar de handel in wapens in conflictgebieden geen grote problemen veroorzaakt. Bovendien wisselen de bedrijven permanent van naam. Bredenkamp werd een enkele keer gearresteerd, maar kwam steeds weer snel vrij.
De getuigenissen en bewijsstukken zijn niettemin talrijk. De Britse televisiezender Channel 4 kwam in 1994 in het programma Dispatches met een gedetailleerd onderzoek naar Bredenkamps betrokkenheid bij wapendeals in de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig. Mike Pelham, een voormalig manager van Bredenkamps Casalee Tobacco, deed een boekje open over het schimmige netwerk waarin Casalee Industries verzeild was geraakt. Deze dochteronderneming handelde in alles behalve tabak. Bredenkamp, zo legde Pelham uit, fungeerde als tussenpersoon voor de levering van kanonnen en Italiaanse landmijnen aan Irak en anti-aircraft-raketten aan Iran. Over de leveranties aan Iran, die volgens sommige bronnen in samenspraak met de Britse inlichtingendienst MI5 via Singapore plaatshadden, is bericht in een onderzoeksrapport van de Arabische Liga in 1984.
Bredenkamp heeft de handel in wapens voor de buitenwereld in algemene zin meestal ontkend. Channel 4 slaagde erin een brief van Casalee te tonen waarin het tegendeel werd beweerd. De brief werd nota bene gevonden bij de in de jaren tachtig in opspraak geraakte Italiaanse wapenproducent Valsella Meccano Tecnica, fabrikant van de mijnen voor Saddam. «Casalee is vertrouwd met de wereldmarkt van militaire producten», schrijft de brief, «en is deel van een groep [bedrijven] die zich in deze markt heeft gespecialiseerd.» Verschillende zakelijke contacten van Bredenkamp worden in de documentaire aan het woord gelaten en bevestigen zijn staat van dienst als «arms broker», makelaar in wapens, sinds de jaren zeventig.
In twee afzonderlijke interviews heeft Bredenkamp toegegeven in die jaren het Rhodesische minderheidsregime van Ian Smith te hebben geholpen internationale embargos te omzeilen. Terwijl Bredenkamp in Nederland carrière maakte als tabaks inkoper bij Niemeyer, werd hij door Smith gevraagd een manier te vinden om de Rhodesische exporttabak om de handelsbeperkingen heen te loodsen. Hij zou hiervoor lucratieve tabaksconcessies hebben teruggekregen. Bredenkamp slaagde wonderwel en intensiveerde op verzoek van het witte regime in Rhodesië zijn activiteiten. «Ja, ik ben gevraagd door de toenmalige regering om voorraden en materieel voor het belegerde land te vinden en ja, dat deed ik», erkende hij in een van de interviews.
De BBC wist in 1979 aannemelijk te maken dat hij vanuit Antwerpen ook het wapenembargo tegen Rhodesië schond. In een hangar in België werden voor Smith door Bredenkamp geregelde Marchetti-gevechtsvliegtuigen opgesnord. De vliegtuigen werden ingezet tegen de Zimbabwaanse vrijheidsstrijders van wijlen Joshua Nkomo en Mugabe, de huidige bondgenoten van Bredenkamp.
Onafhankelijk van de Britse televisie-uitzendingen lieten andere voormalige partners van Bredenkamp er de laatste jaren geen twijfel over bestaan waarmee de grote baas zijn fortuin had verdiend. Een voormalige medewerker van de Zwitserse vestiging van Casalee verklaarde begin 1992 dat tabakshandel bepaald niet de enige activiteit van het bedrijf was. Hij bevestigde daarbij de goede banden van Bredenkamp met Britse inlichtingendiensten. Een zekere Brian Murphy, die in de jaren tachtig in de leiding van Casalee zat, had weinig woorden nodig toen een verslaggever van een golfmagazine navraag deed naar de achtergrond van de nieuwe naam in het golfmanagement: «Hij is altijd al een wapenhandelaar», wist Murphy, en iedere tegengestelde suggestie «is een grote leugen».