Het klonk zo mooi in 1986. Een ‘ouderonafhankelijke’ basisbeurs, zes jaar lang voor iedereen tussen de achttien en dertig jaar, aangevuld met een ouderlijke bijdrage of een aanvullende beurs en desnoods een spotgoedkope lening. Inmiddels zijn de basisbeurzen zo'n dertig procent gekort, heeft een student nog maar vier jaar recht op studiefinanciering (vanaf zijn zevenentwintigste helemaal niet meer), en moet de beurs worden terugbetaald als er niet genoeg punten worden gehaald. Een voorbeeld van de gekkigheid: van een thuiswonendenbeurs van 1500 gulden per jaar moet het collegegeld van 2500 gulden worden betaald. Het laatste nieuws is dat studenten binnenkort uit het ziekenfonds worden gegooid om de massale instroom van 65-plussers te compenseren.
Hermans’ commissie, met in de gelederen onder meer oud-studentenleider Maarten van Poelgeest, pakt het heel anders aan. Geen lullige bezuinigingsvoorstellen; het doel is een volledig nieuw beurzenstelsel. Daartoe draagt de commissie vijftien voorlopige ‘bouwstenen’ aan. De belangrijkste: de ouderonafhankelijkheid verdwijnt; lenen komt pas later in de studie aan de orde; bijverdienen mag niet meer ten koste van de studie gaan; de onderwijsinstelling keert de studiefinanciering uit.
Kern van de voorstellen is dat de beurs wordt afgestemd op de student. In een contract regelt die met de onderwijsinstelling de duur van de studie, de studiefinanciering en de prestatie die hij levert. Studeren op maat dus. Het loslaten van de ouderonafhankelijke basisbeurs moet gepaard gaan met een verplichte inkomenstoets. Tegenwoordig betaalt slechts een deel van de ouders voldoende aan hun studerende kind. Hermans heeft daarvan geleerd dat desnoods de fiscus moet worden ingezet om de ouderbijdrage te innen.
Stel dat Hermans’ bouwstenen ooit worden omgezet in beleid, dan zal een nieuw type student het licht zien. Hij laat niets aan het toeval over, die nieuwe student, dus regelt hij zijn contractje zo goed mogelijk. Zo zal hij een hoog onderwijsniveau eisen en zijn collegegeld terugvorderen als een instelling slecht presteert. Desnoods schotelt hij pa en ma elke maand een keurige rekening voor. Kortom, de nieuwe student investeert in zichzelf en laat niet meer met zich sollen.
Als het aan de commissie ligt, worden de studenten allemaal kleine ondernemertjes die hun toekomst zelf in de hand hebben. Dat gaat ver, heel ver, maar alles is beter dan de huidige studiefinanciering. Hermans heeft de eerste bouwstenen aangedragen en die lijken zo gek nog niet.