Tijdens de opening van de zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ontvouwde president Clinton voorzichtig iets wat je met enige goede wil de nieuwe Clinton-doctrine zou kunnen noemen: ‘Als onze belangen duidelijk zijn, als de zaak rechtvaardig is, als de missie uitvoerbaar is en als de naties van de wereld achter ons staan’ - dan zijn de Verenigde Staten bereid in te grijpen zoals nu in Haiti. Dat ‘naties van de wereld’ is zorgvuldig geformuleerd. In het geval van Haiti was er nauwelijks een Latijns- Amerikaans land bereid de tot interventie omgedoopte invasie te steunen.
De Russische president Jeltsin ontvouwde bij dezelfde gelegenheid een doctrine die verrassende overeenkomsten vertoonde met die van Clinton. Hij zei dat het belang van Rusland, als het om zijn buurlanden gaat, niet beperkt is tot vermindering van de spanningen die voortkomen uit etnische tegenstellingen; Rusland heeft ook het recht de belangen te beschermen van de Russen die - nu als gasten - in deze landen wonen. Hij ontkende dat hij speciale rechten of privileges nastreefde, maar ‘de onafhankelijke staten moeten metterdaad bewijzen dat het garanderen van de mensenrechten van nationale minderheden de hoeksteen is van hun buitenlandse politiek’. En als ze dat niet doen?
In Washington wordt nu gemopperd dat Clinton eigenlijk beter niet in de Veiligheidsraad om Russische steun voor een militaire interventie in Haiti had kunnen vragen. Dat betekent namelijk een herleving van het aloude begrip ‘invloedssferen’. Als de Verenigde Staten toestemming hebben in te grijpen in het Caribisch gebied, kan Rusland het recht opeisen te intervenieren in de zwakkere landen in zijn onmiddellijke nabijheid.
De verdeling van de wereld lijkt echter niet zo waterdicht te worden als tijdens de Koude Oorlog. Clinton geeft er de voorkeur aan zijn ingrijpen in Haiti plaats te laten vinden onder een zekere, zij het zeer dunne dekking van de Verenigde Naties. Hij hoopt daarbij in tweede instantie andere landen te kunnen inschakelen. In ex-Joegoslavie en Afrika blijkt Europa onmogelijk zonder de steun van de Verenigde Staten iets te kunnen uitrichten en wat Bosnie betreft moet nog altijd met Rusland rekening worden gehouden. Dat Clinton stilzwijgend zijn belofte heeft laten vallen om het wapenembargo voor de Bosniers op te heffen, kan ook heel goed met de verstandhouding tussen Rusland en de Verenigde Staten te maken hebben.
De Russen zitten minder op internationale dekking te wachten. Ze menen in hun ‘nabije buitenland’, de voormalige republieken van de Sovjetunie, meer rechten te kunnen doen gelden.
Wat al deze nieuwe doctrines gemeen hebben, is dat niet zozeer bezorgdheid om de mensenrechten de doorslag geeft, maar de belangen van de grote mogendheden. Voor de Verenigde Staten is dat nu vooral het stoppen van de vluchtelingenstroom uit Haiti, en voor Rusland geldt in zekere zin hetzelfde argument: bescherming van de Russische minderheden, zodat ze niet op de vlucht slaan.
In dat kader is de bezorgdheid in Latijns- Amerika over het Amerikaanse optreden in Haiti meer dan begrijpelijk. Als het het belang van de Verenigde Staten is dat de doorslag geeft, en niet herstel van de mensenrechten of terugkeer van de wettige president Aristide, wat zal dan het Amerikaanse optreden begrenzen?
Niet dat het vroeger, zonder Clinton- doctrine, anders was, maar terecht weigeren de andere landen op het westelijk halfrond de Amerikaanse president nu maar een volkomen vrijbrief te geven. Wat als het opnieuw in het belang van Amerika zou worden geacht om Castro in Cuba gewapenderhand ten val te brengen? Het mensenrechten-argument om er een rechtvaardige zaak van te maken is dan al heel gauw gevonden.
Amerika heeft niet staan dringen om in te grijpen in Haiti teneinde Aristide in zijn rechten te herstellen. Allicht. De CIA had weinig op met deze zachte hervormer. Daadwerkelijk ingrijpen heeft dan ook pas plaatsgevonden toen Aristide had beloofd zich in 1995 niet voor een tweede termijn herkiesbaar te stellen.
Lang heeft Clinton verwacht dat de Haitiaanse junta zelf het veld zou ruimen onder druk van zijn dreigementen, het embargo en de ellendige toestand in het land. Ex-president Carter kende Cedras (en zijn vrouw) blijkbaar beter, maar de concessies die hij bij zijn vredesmissie om vijf minuten voor twaalf namens Clinton aandroeg, hebben de situatie in eerste instantie nog gered. Aanvankelijk leken de Amerikaanse militairen eerder bondgenoten dan tegenstander van de Haitiaanse militairen. Hoe ellendig de schietpartij in Cap Haitien (tien doden, zeker niet allemaal gewapende mannen) ook was, het maakte wel duidelijk dat de Amerikanen zich niet als doetjes blijven gedragen wanneer Cedras’ militairen of doodseskaders zich dreigend opstellen.
Voor Aristide is de situatie nog altijd zeer ongemakkelijk. Hij moest het Haitiaanse parlement vragen amnestie voor de militairen af te kondigen. De junta is voorlopig nog niet bereid het land te verlaten en als ze blijven zitten, kunnen de Verenigde Naties hun strafmaaatregelen niet opheffen. De sfeer van geweld en intimidatie verdwijnt niet en alleen bij gratie van de tijdelijke Amerikaanse aanwezigheid wordt de rust enigszins gehandhaafd.
Dit is de wereld van 1994. Voor makkelijke, heldere oordelen is het niet het moment. Elke beker is gevuld met een mengsel van zoete en vooral veel bittere drank. Aristide heeft moeten slikken. Hij zal niet de laatste zijn.
Redactioneel
De nieuwe wereldorde blijft nog rommelig
Misschien zullen we deze maanden eindelijk de contouren van de langverwachte Nieuwe Wereldorde duidelijk zien worden. In de chaotische wereld van na de Koude Oorlog, waarin de Verenigde Naties niet in staat blijken vrede de stichten of zelfs maar te bewaren en waarin de Verenigde Staten terugschrikken voor een rol als enige grote wereldmacht, duikt nu een verticale driedeling op. Rusland eiste het recht op in te grijpen in het voormalige Sovjet-rijk, Frankrijk nam in Afrika het voortouw toen het om de burgeroorlog in Ruanda ging, en de Verenigde Staten laten nu in Haiti zien dat ze, ondanks alle aarzeling en problemen, als het erop aankomt toch de baas zijn op het westelijk halfrond.
www.groene.nl/1994/39