Afgelopen zaterdag zei de initiator van de Operatie Schone Handen tegen de creme de la creme van de Italiaanse industrielen dat kyosei het uitgangspunt moet worden van een nieuwe politieke en economische moraal. Kyosei leidt tot openheid, efficiency en vertrouwen. In dit klimaat is voor corruptie en afpersing geen plaats meer en zijn de relaties tussen overheid en ondernemers gesaneerd.
Di Pietro bezwoer de politici en de captains of industry slechts een tycoon ontbrak, de zakenman-premier Berlusconi om samen te werken met de rechters. Daardoor zouden alle nog slepende en nog niet ontdekte corruptiezaken moeten worden afgewikkeld en zou Italie nooit meer opnieuw ten prooi vallen aan de corruptie.
Na de theorie volgde de publikatie van een officieus wetsvoorstel voor een regeling van Tangentopoli, het neologisme dat het complex van smeergeldschandalen aanduidt. Schuldigen aan oude en nieuwe schandalen kunnen hun hart uitstorten, hun medeplichtigen erbij lappen en de corruptie-oogst teruggeven, anders gaan ze voor vele jaren de bak in.
Tangentopoli schreeuwt om een oplossing. Tweeeneenhalf jaar Operatie Schone Handen heeft ravages aangericht: de Eerste Republiek is opgeblazen, partijen zijn verdwenen of ingeschrompeld, het politieke vacuum is gevuld door avonturiers van het bedenkelijkste soort, maar het einde van de operatie is nog steeds niet in zicht. Notoir corrupte categorieen moeten nog aan de beurt komen. Hoe dieper justitie graaft, des te meer vuil komt er boven. Volgens een van de onderzoeksrechters is het graafwerk pas op de helft. Hoe lang zullen de democratie en de economie nog bestand blijven tegen deze subversieve schoonmaakacties?
De politici zijn de eersten die belang hebben bij een uitweg uit Tangentopoli. Vandaar dat eerst de regering-Amato - die de helft van de ministers in Tangentopoli kwijtraakte - en daarna de regering- Berlusconi - die onder leiding staat van iemand die zelf ieder ogenblik op het corruptiematje kan worden geroepen - met decreten zijn gekomen om de corrupte politici te sauveren. Beide keren zijn die decreten vernietigd door een nationaal tegenoffensief onder aanvoering van Di Pietro.
En nu is Di Pietro zelf met een wetsvoorstel gekomen. Deze keer is de bron onverdacht. Maar nu komt het tegenoffensief van Berlusconi’s Forza Italia en zijn satellietpartijen. Berlusconi heeft zijn kolonels het slagveld opgestuurd om rond te bazuinen dat rechters het maken van wetten aan het parlement moeten overlaten en dat achter het plan een poging schuilgaat om Berlusconi als premier en ondernemer te ‘omsingelen’.
Sinds Di Pietro belangstelling kreeg voor Berlusconi’s concern Fininvest, beschouwt de premier hem als de leider van een complot tegen de democratie, de economie en de mensenrechten. Het laatste argument is dat de rechterlijke macht niet het recht heeft door een simpele dagvaarding het resultaat van de verkiezingen teniet te doen. En als de kyosei dat nu eens noodzakelijk maakt?