Opvallend in de golf China-documentaires is dat vaker dan je zou denken mensen op straat voor de camera kritische geluiden laten horen; waar anderen boos over worden die dan een eind aan de opnamen proberen te maken. Elke cameraploeg lijkt gevolgd met en door argusogen van de staat. Veel van degenen die een eind aan kritische gesprekken proberen te maken doen gewoon hun werk. Maar soms lijkt er sprake van eigen initiatief van burgers. Die gaat het erom, los van de inhoud, dat je tegenover de buitenwereld je eigen nest niet bevuilt. Officieel Olympia-beleid is dat elke buitenlandse journalist met elke Chinese burger mag spreken, mits die daartoe bereid is. De praktijk is dat de meeste gesprekken worden afgebroken door verbaal geweld van derden, soms vergezeld van duw- en trekwerk en wellicht gevolgd door erger – later en buiten beeld.
In een voortreffelijke Franse aankoop van Zembla beklagen oude mensen zich over de sloop van hun huizen en de schandalige compensatie daarvoor – als die al betaald wordt. Een man die zich als partijlid voorstelt, intervenieert: of ze zich er niet voor schamen China zo door het slijk te halen, ouwe zakken die ze zijn – niets begrijpen ze van het prachtige nieuwe China, achterlijke idioten. Huisuitzetting en sloop, meer dan mensenrechten, zijn de rampen die gewone mensen over de grens van angst en schaamte heen duwen en brengen tot het uiten van klachten. Ze haalden er zelfs, net als de moslim-Oeigoeren met hun aanslag, de Journaals van de hele wereld mee. De paar dapper demonstrerende middelbare vrouwen op het Tienanmenplein zouden wel eens buren kunnen zijn van de families Zhao, Gao en Dong uit De onverboden stad van Floris-Jan van Luyn (Holland Doc VPRO). Die film raakte me tussen het grote en vaak hoogwaardige China-aanbod van Nederlandse makelij het meest, zowel inhoudelijk als artistiek. Relatief weinigen zagen hem. Van Luyn filmde in de veertiende-eeuwse steegjeswijk in Peking waar hij jaren woonde als correspondent en die tijdens de opnamen deels afgebroken werd. Lage huizen bewoond door mensen met eenvoudige banen, als ze die al hebben. Doorn in het oog van partijbons en projectontwikkelaar die Peking opstoten in de vaart der volkeren, zoals blijkt uit ‘het ei’, het nieuwe futuristische theater als een aluminium vliegende schotel, net naast de wijk gelegen.
Van Luyn stootte bij zijn terugkeer naar de oude bevriende buren tot zijn verdriet op diep wantrouwen. Daar lijdt de film niet onder. Die is prachtig opgebouwd met kalme introductie van personages, passend bij sfeer en tempo in de wijk die iets dorps heeft, om later te versnellen en verhevigen in emoties. Onnadrukkelijk getoond maar onontkoombaar het verschil in architectuur tussen oud en nieuw die ook metafoor is voor het verschil in denken en wereldbeeld. Fietsende bierverkoper Zhao Xinqiang, twintig jaar geleden van het stervensarme platteland gekomen, verwoordt de generatiekloof en het onvermogen om zijn kinderen op te voeden: ‘Wat ik ook zeg, het bereikt hun hart niet; ik heb gewoon geen goede verhalen of voorbeelden die ik ze kan geven.’ Het bijzondere is dat we dat opvoedonvermogen ook nog eens voor onze ogen zien gebeuren.
Het nieuwe China kent ontelbare winnaars, maar nog veel meer verliezers. Zoals verwarmingsmonteur Dong, die, onder de invloed van drank in collegakring verklaart dat de ellende met Deng Xiaoping begon: ‘Laat eerst enkelen rijk worden.’ Dus kwam iedereen naar Peking om rijk te worden en belandden de Pekinezen op straat. ‘Zeggen ze ooit de waarheid op de tv? Als je de waarheid zegt ga je de gevangenis in.’ Andere koek dan Ivens. En zeker zo mooi gefilmd. Met prachtige muziek van en door Ernst Reyseger. Kijk alsnog op de site van Holland Doc.