De man was door de Bosnische autoriteiten gedwongen om valse verklaringen af te leggen. Verschillende onrustbarende reportages en meldingen van de afgelopen jaren over intimidatie en manipulatie van Bosnische zijde kwamen hierdoor in een ander licht te staan.
In 1994 bezocht BBC-correspondent John Simpson bijvoorbeeld de door de Serviërs aangevallen Moslim-enclave Bihac en constateerde dat het dodental lang niet zo hoog lag als de Bosnische autoriteiten beweerden. Hij meldde bovendien dat journalisten en VN-medewerkers met de dood werden bedreigd als ze de officiële versie tegenspraken. Bepaalde gangbare maar nimmer bevestigde gruwelverhalen over de Serviërs (zoals de implantatie van hondenfoetussen in de baarmoeders van Moslimvrouwen) doen sterk denken aan de publiciteitscampagne die het Amerikaanse pr-bureau Hill & Knowlton in 1990 voerde in opdracht van de regering van Koeweit. Het bureau liet een ‘verpleegster’ getuigen dat het Iraakse leger in een ziekenhuis van Koeweit City de baby’s uit de couveuses had gegooid. Amnesty International bevestigde nota bene het verhaal. Een jaar later toonde ABC-reporter John Martin aan dat het hele verhaal op leugens berustte.
Welke conclusie moet je hieruit trekken? Is de wereld het slachtoffer geworden van een door de Bosnische regering georkestreerde campagne? Neen. Zelfs een journalist als Peter Brock, die van meet af aan heeft geprotesteerd tegen de kritiekloze kuddegeest van de media in Bosnië, erkent dat de Bosnische Serviërs zich schuldig hebben gemaakt aan ‘ernstige en systematische oorlogsmisdaden’. In volkenrechtelijke zin - en het volkenrecht is, bij gebrek aan beter, de enige maatstaf in de internationale betrekkingen - zijn en blijven zij de bad guys.
De conclusie moet zijn dat de westerse media, in hun jacht op gemakkelijk verteerbare gruwelverhalen, geen genoegen namen met de gruwelijke werkelijkheid. Pulitzer-prijswinnaars als Roy Gutman en John Burns, die de wereld kond deden van het bestaan van Servische vernietigingskampen en verkrachtingscampagnes, blijken ordinaire fantasten te zijn. Zoals de Duitse journalist Thomas Deichmann op 22 januari in deze krant aantoonde, zijn de ITN-beelden van een uitgemergelde Moslim achter Servisch prikkeldraad, die het symbool van de Servische uitroeiingsoorlog werden, eveneens vals.
Zulke onthullingen zijn pijnlijk, ze wekken consternatie onder collega’s en verwarring onder een groter publiek, maar ze zijn niettemin nodig. Het zijn deze verhalen die de ondraaglijke platheid van de moderne journalistiek doorbreken en er een derde dimensie aan toevoegen: de dimensie van de authenticiteit. Een authenticiteit die in de internationale verslaggeving over de Bosnische oorlog soms ver te zoeken was.