Ooit was je rooms, christelijk of niks. Grove driedeling die toch hout sneed omdat die categorieën veel over identiteit zeiden, zelfs door de classificatie arm-rijk heen. Die levensbeschouwelijke mal voldoet al decennia niet meer door deconfessionalisering en consumentisme. Katholiek, gereformeerd of kerkloos: Blooker en Brinta dronken en aten we ooit allemaal, zij het uitsluitend aangeschaft bij de kruidenier van eigen denominatie. Economische bloei en wildgroei van merken en artikelen schiepen aan producentenzijde de steeds sterkere noodzaak markt, klant en zijn drijfveren te leren kennen: te weten wie wij zijn, wat ons drijft en daarmee wat onze identiteit in moderne zin is, waarbij Heidelberger Catechismus noch koran een rol speelt.
Daarom startte De avonturen van Harry Holland, zesdelige Tegenlicht-reeks, met een visite bij marktonderzoekers die collectieve identiteiten opsporen en die hun daartoe ontwikkelde indelingssystematiek toelichtten. Dit doorsneden met het portret van een gezin dat model staat voor wat deze marktgoeroes de gele groep noemen: groepsgeoriënteerd en extravert. Bent u egogericht en introvert, dan staat u aan de andere kant van dit spectrum dat dus een indeling in vier groepen oplevert. Die ‘gelen’ zijn de opvolgers van wijlen Jan Modaal en Familie Doorsnee, hier ‘Harry Holland’ gedoopt – tamelijk gruwelijke naam. Even gruwelijk als het jargon waarvan genoemde ‘belevingsonderzoekers’ zich bedienen met hun ‘diepgaande kennis van motivationele consumentensegmentaties in verschillende domeinen’. Wat niet uitsluit dat zij die kennis bezitten, gebaseerd op een griezelig grote hoeveelheid informatie over onze handel en wandel. Mensen zouden het angstig vinden als ze wisten wat wij over hen weten, zegt er een besmuikt lachend.
Natuurlijk bestaat Harry zo min als Jan Doorsnee bestond, maar in deze eerste aflevering van Alexander Oey ontstaat een tegelijk komisch en ongemakkelijk beeld van de wijze waarop onderzoekers verband leggen tussen wereldbeeld en levensgevoel van bewoners van het Slapstickpad, Komiekenbuurt, Filmwijk te Almere; het feit dat die zelfs vergeten te stemmen over de Europese grondwet waar ze fel tegen zijn (niks meer te zeggen in eigen land); en hun aankoop van een pak waterijsjes. De lofzang van een marketingman op een vrij in de supermarkt loslopend exemplaar van de gele groep (een bergtop van een man om met Homerus te spreken) die door zijn onwaarschijnlijk gruwelijke uitdossing uit zou drukken ‘dat merken hem gestolen kunnen worden en dat zijn vrienden hem nemen zoals hij is omdat ze in zijn hart kijken’ is een aanwinst voor de canon van komische tv-fragmenten.
Geniaal in eenvoud van idee en in uitvoering is aflevering 2, Onze jongens, waarin Bregtje van der Haak vijf ‘nieuwe Nederlanders’, werkzaam in de krijgsmacht, portretteert. Verdedigers van landsgrens, driekleur, Wilhelmus en geboren in Turkije, Marokko, Rwanda. Hier kruisen of botsen identiteiten. Of smelten ze samen, zoals bij kma-cadet Jean Charles Nyabusore, die Nederland intens dankbaar is voor al wat het hem als asielzoeker heeft geboden. Dat hij door de meeste bewoners van zijn nieuwe land niet als Nederlander wordt gezien doet daar niets aan af. Hoe diep dat probleem van niet-erkende identiteit zit, blijkt uit het verhaal van Claire Soulages, op punt van uitzending naar Afghanistan. Nog nooit is ze in Suriname geweest, waar haar ouders vandaan komen, maar niemand neemt genoegen met haar antwoord op de vraag ‘waar kom je vandaan’ als dat een Nederlands dorp en niet Paramaribo is. Inzichtgevende gesprekken levert Onze jongens op. Zoals met luitenant-ter-zee Ergun Cetin. Die twee paspoorten heeft en denkt dat hij zich bij een oorlog tussen Nederland en Turkije maar beter voor zijn kop kan schieten.
Tegenlicht. De avonturen van Harry Holland. Zes delen. Maandag, Nederland 2, 20.55 uur. Deel 1, Zie: Harry Holland, nog te zien op de Tegenlicht-site. Onze jongens: 24 september