
‘Dit is onze Noëlle. Ze is vrij uniek, er zijn er maar drie van in Nederland.’ Manouk Brouwer staat naast een brancard waar een lichtbruine vrouw van kunststof op ligt. Naast de brancard ligt een dito kunststofbaby. ‘Noëlle kan geautomatiseerd bevallen’, zegt Brouwer, ‘allemaal via een iPad. We kunnen zelfs regelen dat de baby blauw wordt.’ Noëlle komt erg van pas, vertelt Brouwer, omdat tijdens corona minder mensen bij een bevalling aanwezig mogen zijn. ‘Onze leerlingen moesten de bevallingen tijdens hun praktijkweken vaak missen. Dan is het wel fijn om het te kunnen simuleren.’
Brouwer is opleidingsmanager bij de Geboortezorg Academie, waar volwassen leerlingen in vijftien maanden worden omgeschoold tot kraamverzorgende. ‘Onze leerlingen komen uit allerlei sectoren’, zegt ze. ‘Uit andere delen van de zorg, maar we krijgen bijvoorbeeld ook stewardessen en mensen uit de horeca. De gemiddelde leeftijd is 33. Als ze slagen voor de opleiding, krijgen ze gegarandeerd een baan.’
Toen de overheid na de uitbraak van corona vreesde voor een golf werklozen, trok ze bijna tweehonderd miljoen euro subsidie uit om mensen die hun baan zouden kwijtraken om- en bij te scholen. De geboortezorg kreeg bijna een miljoen euro. ‘Daar waren we erg blij mee’, zegt Brouwer, ‘want de tekorten in onze sector zijn substantieel. Elk jaar studeren er vijfhonderd kraamverzorgenden te weinig af. Mensen krijgen nu al minder kraamzorg, omdat de verzorgenden bijvoorbeeld twee gezinnen op één dag moeten doen.’
Maar het lukt amper om de subsidie uit te geven. ‘Onze opleiding duurt vijftien maanden, terwijl de gesubsidieerde opleidingen maximaal een jaar mogen duren. Dus moesten we het programma verkorten, maar daarmee wordt het voor leerlingen zwaarder, niet iedereen kan dat aan. Bovendien hadden we maar een maand om leerlingen te werven.’ De Geboortezorg Academie heeft er uiteindelijk krap tweehonderd in het gesubsidieerde programma kunnen verwelkomen. ‘Terwijl er geld was voor zevenhonderd.’
Podcast Investico
In deze aflevering van Speurwerk vertellen Michelle Salomons en Emiel Woutersen over de subsidieregeling Nederland leert door, voor om- en bijscholing. Investico ontdekte dat de regeling nauwelijks lager opgeleiden bereikt. Wat ongelijkheid tussen laag en hoog opgeleiden in stand houdt en de tekorten op de arbeidsmarkt niet oplost. Luister naar de nieuwe aflevering van Speurwerk.
‘Nederland leeft sinds maart jongstleden in een nieuwe werkelijkheid, ook economisch.’ Het is mei 2020 als toenmalig minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees een persconferentie geeft, geflankeerd door zijn collega-ministers Hoekstra en Wiebes. Twee maanden na de eerste lockdown wordt het langzaam duidelijk dat de economie nog lang onder de pandemie zal lijden. Ondanks looncompensaties vrezen de ministers dat veel mensen hun baan zullen verliezen. ‘We gaan een nieuwe fase in’, zegt Koolmees. ‘En daarbij hoort scholing.’
Dus komt er een regeling om mensen die door corona hun baan dreigen te verliezen bij of om te scholen. ‘NL leert door’ gaat de regeling heten, minister Koolmees denkt dan nog dat 25 miljoen euro genoeg is. Maar de pot gaat zo snel leeg, en de coronacrisis duurt zoveel langer, dat de overheid inmiddels bijna tweehonderd miljoen euro aan gratis coachingstrajecten, trainingen en opleidingen heeft gefinancierd.
Waar is deze subsidie terechtgekomen? De miljoenen blijken het schreeuwende personeelstekort in elk geval nauwelijks op te lossen. Zeventig procent van de gesubsidieerde opleidingen richt zich niet op een beroep waar personeel nodig is, ontdekten platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en EenVandaag, mede voor De Groene Amsterdammer.
Lager opgeleiden vissen onder deze regeling vaak achter het net: ruim de helft van de cursussen is überhaupt niet toegankelijk voor mensen met een mbo3-opleiding of lager, blijkt uit ons onderzoek. De kwaliteit van opleidingen varieert sterk; het geld kan namelijk alleen worden besteed bij private trainingsinstituten waar geen toezicht op is. Ook het geld voor zogenoemde ‘ontwikkeladviezen’ komt niet op de plek terecht waar dat het hardst nodig is: loopbaanadviseurs zien vooral ‘luxe-hbo’ers’ tegenover zich zitten, die vaak niet bang hoeven te zijn voor ontslag. Bovendien verdienen grote coachingsbedrijven grof geld aan het uitbesteden van de trajecten, geheel tegen de wettelijke richtlijn in.
Daarmee trappen de omscholingssubsidies van de afgelopen twee jaar in exact dezelfde valkuil als eerdere overheidsprogramma’s die lager opgeleiden nauwelijks bereiken. Het gevolg is dat het aantal volwassenen dat onderwijs volgt al decennia terugloopt, terwijl de zorgsector, de techniekbranche en andere beroepsgroepen lijden onder grote personeelstekorten.
‘Het is niet echt onderwijs wat wij aanbieden, het zijn meer online trainingen die mensen verbreden.’ Ron Rombouts is een van de directeuren van online opleider hobp, die speciaal voor de coronasubsidies een platform opzette met 250 ‘leeritems’. Een gebruiker kon overheidsgeld aanvragen voor een cursus en kreeg van hobp gratis toegang tot het hele assortiment. Rombouts zegt dat hij het subsidiegeld ‘niet per se nodig’ heeft, maar het draagt natuurlijk wel bij aan de ‘omzet en een snelle ontwikkeling van het bedrijf. We hebben ook nog duizenden mensen gratis toegang gegeven nadat de subsidies vergeven waren.’ Of gebruikers daadwerkelijk worden bij- of omgeschoold, houden Rombouts en zijn collega’s niet bij. ‘Dat hoeft ook niet.’
Wie door de lijst met cursussen scrolt, ziet veel trainingen fotobewerking, een cursus foutloos Nederlands en vijf verschillende Excel-trainingen. Maar gebruikers kunnen hier ook een seminar over whisky volgen (‘het best te begrijpen onder het genot van een lekker glas single malt’). Of een cursus professioneel vloggen (door de deelnemers beoordeeld met vijf sterren). Ook bij andere trainingsinstituten hebben veel cursussen een nogal vrijblijvend karakter: van een workshop stressreductie of taallessen Hongaars bij Van Kraaij Educatie tot ‘Gezond en slank in 4 weken’ bij cursusgigant ncoi.
Hobbymatige cursussen zijn ook belangrijk, vindt Rombouts. ‘Online leren moet wel leuk blijven. Bovendien is het grootste deel van ons aanbod arbeidsmarktgericht. Excel-cursussen en assertiviteitstrainingen helpen je ook om je beter te presenteren op de arbeidsmarkt. En het is een vrije wereld, de subsidies kennen geen eisen. Al had die whisky-training er niet tussen moeten staan.’ Dat is overigens in lijn met wat minister Koolmees voor ogen had met de subsidie: kortere cursussen zijn ook bedoeld ‘om individuen te laten ervaren dat leren zinvol en leuk is’.
Maar helpen deze subsidies dan wel tegen de tekorten op de arbeidsmarkt? Het ministerie van Sociale Zaken laat onderzoeken welke opleidingen de deelnemers volgen, maar kijkt daarbij niet naar sectoren met personeelstekorten. De opleiders die in 2020 subsidie kregen boden in totaal bijna twaalfhonderd opleidingen aan, dus besloten wij die naast de lijst met 169 ‘kansrijke beroepen’ te leggen die het uwv hanteert. Daar staan functies op als verpleegkundige, softwareprogrammeur en automonteur, maar ook beroepen als recruiter en verkoopmedewerker van badkamers. Wat blijkt: slechts dertig procent van de opleidingen richt zich op kansrijke beroepen. Zelfs van de langere trainingen, die volgens het ministerie expliciet bedoeld zijn als ‘eerste stap naar omscholing’, leidt bijna de helft niet op naar een kansrijk beroep.
Bovendien was ruim de helft van het gesubsidieerde aanbod überhaupt niet toegankelijk voor mensen met een mbo3-opleiding of lager. De subsidieregeling richt zich niet specifiek op lager opgeleiden, terwijl uit vrijwel elk onderzoek naar omscholing blijkt dat lager opgeleiden zich veel minder vaak om- of bijscholen. Dat is extra wrang omdat sectoren met grote tekorten juist zitten te springen om praktisch opgeleide mbo’ers: ‘Er is vooral heel veel vraag naar technische uitvoerberoepen die vaak op mbo-niveau zijn’, zegt het uwv.
‘Hier rechts staan alle trekkers, en links de lokalen voor de koudetechniek.’ Jenny van den Bovenkamp loopt door een betonnen magazijn met grote blauwe stellingen waar pallets, vloeistofvaten en aggregaten liggen opgestapeld. Ze is directeur van Aeres Tech en een zeldzame vrouw in deze school waar studenten trekkers, warmtepompen en koelsystemen leren repareren. Naast een enorme landbouwtrekker zitten mannen over een laptop gebogen, op zoek naar een storing. Verderop verhit een man in een blauwe overall een metalen pijp met een grote gasbrander, zodat die later in de juiste vorm in een airco past. ‘Zeker de koudetechniek wordt steeds belangrijker’, zegt Van den Bovenkamp. ‘Het zit overal in: airco’s en warmtepompen natuurlijk, maar ook koelsystemen in supermarkten, mortuaria en zelfs indoor skipistes.’
Ze wijst aan wie van ‘haar jongens’ allemaal zijn omgeschoold. ‘Hij deed eerst onze koffiezetapparaten’, zegt ze over een man die aandachtig kijkt hoe een student twee buizen aan elkaar last. ‘Dat was echt ver onder zijn niveau, nu is hij een van onze trainers.’ En drie meter verderop: ‘Dit is Henk, hij werkte eerst 36 jaar voor klm, nu bij ons’.
‘We hebben grote tekorten in onze sector’, zegt Wim Overeem, die aansluit in het kantoor van Van den Bovenkamp, twee verdiepingen hoger. Hij werkt voor Fedecom, de brancheorganisatie die bedrijven vertegenwoordigt die trekkers repareren. Samen met opleiders probeert hij om jonge mensen én volwassenen naar de sector te krijgen. ‘We hebben elk jaar tweeduizend nieuwe mensen nodig, terwijl er jaarlijks maar zeshonderd bijkomen.’
Ondanks de tekorten kreeg Aeres Tech pas subsidie na een mislukte poging en een omweg. ‘We hebben ons halverwege 2020 meteen voor de eerste subsidieronde ingeschreven’, vertelt Van den Bovenkamp. ‘Maar we waren net te laat: op twintig seconden liepen we anderhalf miljoen euro mis.’ Het was alsof ze kaartjes voor een festival probeerde te kopen: om negen uur zat ze klaar, de inschrijving ging open, ze vulde het formulier in en klikte twee minuten later op verzenden. Te laat, het geld was op. Vervolgens veranderde de inschrijfprocedure telkens: bij de ene ronde moet ze zich via een brancheorganisatie inschrijven, bij weer een andere wordt er geloot. ‘We kregen laatst te horen dat we nummer 34 van 118 zijn. Waarschijnlijk is ook dat geld al op voordat we aan de beurt zijn.’
‘Als je een subsidieregeling zo willekeurig en breed uitzet, helpt dat nauwelijks tegen de tekorten op de arbeidsmarkt’, zegt Overeem van de brancheorganisatie. Hij kreeg bij een latere ronde wél subsidie en kan daarmee omscholingstrajecten financieren op de school van Van den Bovenkamp. Hij benadrukt dat hij blij is met de subsidies. ‘Maar het ministerie kijkt helemaal niet waar het geld nodig is, of überhaupt naar wat de kwaliteit van opleiders is. Voordat ze zo’n regeling optuigt, zou de overheid moeten kijken waar op de arbeidsmarkt de échte gaten zitten. Nu schieten ze met hagel.’
Nog eens vijftig miljoen uit de subsidiepot gaat naar loopbaanadviezen, waarbij een coach iemand helpt om zich te oriënteren op ander werk en een zogenoemd ‘ontwikkelplan’ maakt. Maar ook dit geld kwam amper terecht bij lager opgeleiden. ‘Het waren vooral luxe-hbo’ers wier baan helemaal niet op de tocht stond’, zegt Ester Leibbrand, loopbaanadviseur en voorzitter van Noloc, de beroepsvereniging voor loopbaanprofessionals en jobcoaches. Maar ze wijst ook op een ander probleem. Grote bedrijven besteden het werk uit aan zelfstandige coaches om die vervolgens maar een fractie van het subsidiebedrag te betalen.
Zo vroegen bedrijven als Matchcare en TrajectConsult samen voor ruim honderd deelnemers subsidie aan, om de loopbaanadviezen vervolgens aan zzp’ers uit te besteden. Dat is volgens de wet toegestaan, maar daarbij geldt wel de richtlijn dat de coach tachtig procent van het bedrag overhoudt, ‘om de kwaliteit van het adviestraject te beschermen’. Het ministerie betaalt 700 euro per traject, dus zou de loopbaanadviseur ongeveer 560 euro moeten krijgen. Maar de tarieven die deze bedrijven betalen, variëren tussen de 260 en 300 euro, blijkt uit mails die Investico inzag. Zo houden de bedrijven tot wel zestig procent van het subsidiegeld zelf. Daarnaast zijn er bedrijven als Schouten & Nelissen en Helixers die coaches in dienst nemen op een nulurencontract en een bruto uurloon van tussen de 20 en 35 euro betalen. Die constructie is niet tegen de wet, maar de bedrijven houden zo per advies nog steeds honderden euro’s over.
Ook de Nederlandse Orde van Beroepscoaches zag dit gebeuren: ‘Ik ken coaches die dit gedaan hebben om iets voor de samenleving te doen, maar daar nu spijt van hebben’, zegt bestuurder Miriam Oude Wolbers. Lang niet alle coaches die Investico sprak, zitten ermee dat ze aanzienlijk minder betaald kregen: ze zijn blij dat de bedrijven de administratie en klantenwerving van ze overnamen. Maar zelfstandige coaches en de beroepsverenigingen zijn kritisch: ‘Je moet je afvragen wat het met de kwaliteit doet als mensen dit werk voor 35 euro per uur doen’, zegt Leibbrand van Noloc. ‘Zo knijp je de markt uit.’
Matchcare-directeur André van den Eventuin bevestigt dat hij freelance coaches aanmerkelijk minder heeft betaald dan tachtig procent van het subsidiebedrag. ‘Maar daar hoeven ze niet op in te gaan. Wij zijn gewoon een bedrijf en huren mensen in die daarmee akkoord gaan.’ Ook TrajectConsult erkent dat het te veel geld heeft ingehouden voor de loopbaanadviezen. Het bedrijf zegt dat het de freelance coaches het verschil zal terugbetalen.
Omscholingssubsidies gaan naar opleidingen die nauwelijks iets uitrichten tegen de tekorten op de arbeidsmarkt en een aantal coachingsbedrijven verdient dik aan het uitbesteden van geld dat bedoeld is voor loopbaanadviseurs. Hoger opgeleiden gebruiken het grootste deel van het geld, terwijl zij toch al beter beschermd zijn tegen een veranderende arbeidsmarkt. En het opmerkelijke is: dit soort kritiek klinkt al jaren. Maar waarom wordt daar niets mee gedaan?
Al decennia weet de overheid niet wat ze aanmoet met het volwassenenonderwijs, zeggen verschillende experts. De opleidingen bij publieke mbo’s en hogescholen zijn vaak moeilijk te volgen in combinatie met een baan of een gezin, bijvoorbeeld omdat er nauwelijks avond- of weekendlessen worden gegeven. Aan de andere kant zijn er private opleiders, van enorme bedrijven als ncoi tot kleine trainingsinstituten. Het grootste deel van hun opleidingen heeft geen overheidserkenning, dus houdt de Onderwijsinspectie geen toezicht op de kwaliteit. Elk beleid voor volwasseneneducatie moet die kloof tussen het publieke onderwijsbestel aan de ene kant en de vrije opleidingsmarkt aan de andere kant proberen te overbruggen.
‘Afhankelijk van of links of rechts aan de macht is, gaan de ideeën steeds heen en weer’, zegt Renée van Schoonhoven, hoogleraar onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit. Dan probeert de overheid publieke scholen weer te stimuleren om flexibeler te zijn naar volwassenen, en daarna komen er weer meer subsidies voor private opleiders, zodat studenten daar goedkoper een opleiding kunnen volgen. Door die golfbeweging ontbreekt het aan structureel beleid: ‘Elke keuze die je maakt heeft tegenstanders. Dus blijft het steeds bij stimuleringsregelingen, experimenten, pilots. Pappen en nathouden.’
Als er niet genoeg mensen worden omgeschoold, merk je daar heel lang weinig van. Totdat er geen treinen rijden in Midden-Nederland omdat ProRail een enkele ziekmelding van een verkeersleider niet meer kan opvangen. Zelfs het uwv, de organisatie waar je terechtkomt als je werkloos bent en omscholing het hardst nodig hebt, moet elk jaar maar hopen dat er genoeg geld wordt vrijgemaakt voor omscholing, zegt uwv-bestuurslid Guus van Weelden. ‘We krijgen daar geen structureel budget voor. Dat zou natuurlijk wel moeten.’
‘De million dollar question is: hoe krijg je het geld bij de mensen die het het hardst nodig hebben?’ zegt hoogleraar Van Schoonhoven. In ieder geval niet met generieke maatregelen die voor iedereen gelden, zegt ze: die lossen bestaande ongelijkheden niet op.
Onderwijspartij d66 heeft op haar website staan: ‘De schoorsteenveger van nu is de zonnepanelenmonteur van de toekomst.’ Een ‘leven lang leren’ is al zeker twintig jaar onderdeel van haar verkiezingsprogramma’s. Maar schoorsteenvegers weten het huidige overheidsgeld – opgezet door voormalig d66-minister Koolmees – nauwelijks te vinden. De mensen bij wie het geld terechtkomt voldoen ook aan het d66-ideaal: zelfredzame, nieuwsgierige burgers die slechts een klein zetje nodig hebben om aan het leren te slaan. De subsidies komen zo vaker terecht bij mensen met een kantoorbaan bij een middelgroot bedrijf, die misschien wel iets anders willen doen op de middellange termijn.
Dit geldt ook voor de nieuwste subsidiepot, het zogenaamde stap-budget. Per 1 maart 2022 kan elke Nederlander jaarlijks via dat budget aanspraak maken op duizend euro voor een ‘erkende scholingsactiviteit’. Het ministerie van Sociale Zaken maakt er tweehonderd miljoen per jaar voor vrij. ‘Ook in die regeling zit de bevoordeling van hoogopgeleiden weer ingebakken’, zegt Van Schoonhoven. ‘Je moet als individu het initiatief nemen. Dat betekent dat je lager opgeleiden niet gaat bereiken.’
Het volwassenenonderwijs reproduceert zo dezelfde ongelijkheid die ook bij het onderwijs voor jongeren bestaat, zegt Frank Kalshoven, econoom en directeur van denktank De Argumentenfabriek, die meeschreef aan verschillende adviezen over volwassenenonderwijs. ‘De overheid geeft zo 160.000 euro uit aan iemand die de universiteit afrondt. Maar een mbo’er studeert veel korter en kost de overheid dus al snel veertigduizend euro minder.’ Ook werkgevers, die het grootste gedeelte van om- en bijscholing financieren, investeren meer in hoogopgeleide werknemers: ‘Als een junior consultant wordt bijgeschoold tot een senior consultant, ziet de werkgever het tarief meteen met honderd euro omhoog gaan’, zegt Kalshoven. ‘Terwijl een hoveniersbedrijf er financieel weinig van merkt als een takkenversnipperaar wordt omgeschoold tot iemand die ook takken kan afzagen. De versnipperaar heeft een tijdelijk contract, en bovendien wordt het snoeiwerk vaak aanbesteed waardoor het onzeker is of het bedrijf de opdracht het jaar erop weer zal krijgen.’
Ook de nieuwe stap-regeling is inmiddels omarmd door handige ondernemers in de coaching en e-learning. Zij zetten speciale websites op om het overheidsgeld aan uit te geven. ‘Gratis online leren’ staat erbij. Om de cirkel rond te maken bood leerplatform hobp afgelopen najaar al een training ‘Gesubsidieerd leven lang leren’ aan. Een hobp-projectleider vertelt daarin over ‘de mogelijkheden om een leven lang te leren zonder dat het je bakken met geld kost’. ‘Een tipje van de sluier lichten wij alvast op’, staat in de aankondiging: ‘Het stap-budget komt eraan…’
‘Onder hoge druk’
Het ministerie van Sociale Zaken laat weten dat de omscholingssubsidies na de corona-uitbraak ‘onder hoge druk’ zijn opgezet. Het was lastig te bepalen wie het hardst getroffen zou worden, dus besloot het ministerie om zich niet specifiek te richten op lager opgeleiden of sectoren met tekorten. Verder stelt het ministerie dat de scholing juist ook op het vergroten van vaardigheden was gericht en niet hoofdzakelijk op omscholing. De lage tarieven voor zelfstandige coaches die Investico ontdekte zijn volgens het ministerie ‘niet in overeenstemming met wat de regeling voor ogen had’. Via steekproeven onderzoekt het of er misbruik van het subsidiegeld wordt gemaakt. Zo ja, dan kan dat leiden tot ‘intrekking en terugvordering’ van de subsidies.