Geheel zonder motief geschiedde die opmerkelijke transformatie niet. Terwijl ze in hun verschansingen de heuvels afspeurden naar Servische troepen, werden de Dutchbatters in de rug onder schot gehouden door de moslim-strijders, ter voorkoming van een eventuele vlucht. Het werkte niet versterkend voor het moreel der manschappen, die het eerder blijkbaar al te kwaad hadden met de opdringerige jeugd van Srebrenica.
In de nu losgekomen getuigenissen wordt zelfs gesuggereerd dat de granaten op het marktplein van Sarajevo door de moslims zelf zijn geregisseerd, blijkbaar vanwege de katalyserende invloed die daarvan uit zou gaan op de bereidheid van de Navo om zwaar geschut in te zetten. De troebele contreien van de komplottheorie vormen blijkbaar de laatste strohalm voor het zwaar getraumatiseerde gemoed van de Nederlandse Rambo’s.
En ondertussen wordt Dutchbat op nationaal en internationaal niveau in alle toonaarden weggehoond. Het merendeel der vaderlandse pers liet de aanvankelijke patriottische solidariteit met onze jongens in de commentaren al snel schieten voor snerende opmerkingen over het welzijnswerkersjargon der generaals, die hun manschappen 24 uur per dag leken onder te dompelen in psychosociale hulpverlening. Ariane Mnouchkine, de frele zonnekoningin van het Franse theater, hield Dutchbat namens het vooruitstrevende volksdeel van haar natie voor dat ‘soldaten er zijn om te sterven’. De Duitse vereniging voor Bedreigde Volkeren, bijgevallen door Bondsdag-voorzitter Rita Sussmuth, beschuldigt de Nederlandse blauwhelmen van medewerking aan genocide. Bovendien is men er aldaar van overtuigd dat de Nederlandse regering het bewijsmateriaal van de vermoedde slachting onder de moslims van Srebrenica willens en wetens heeft weggewerkt.
Voor aantijgingen in die kwaadwillige richting ligt het ‘circumstancial evidence’ inderdaad voor het opscheppen, varierend van het raadselachtige onvermogen van de technische staf van de koninklijke landmacht om een fotorolletje te ontwikkelen, tot de mysterieuze verdwijning van de namenlijst van de gedeporteerde moslim-mannen, waarmee de Nederlandse militaire leiding a priori natuurlijk nooit officieel akkoord had mogen gaan. Om kort te gaan: wat Joris Voorhoeve ook commandeerde vanuit zijn bunker onder het ministerie van Defensie in Den Haag (verwachtte hij eigenlijk een Servisch bombardement op de residentie?), de invloed van zijn woorden bleef zelfs gezien de afstand tussen coordinatiecentrum en slagveld opmerkelijk gering.
De mogelijk daaruit voortvloeiende vertrouwenscrisis ten opzichte van de Nederlandse militaire leiding werd in de Tweede Kamer verleden week zonder al te veel moeite geherdefinieerd tot een interne aangelegenheid van de Verenigde Naties. Daar de verdediging van de enclave een Unprofor-aangelegenheid was, valt Voorhoeve en zijn generaals formeel niets te verwijten, zo was de teneur. Geheel overtuigen doet deze politieke terugtrek-manoeuvre niet. Mag een minister wel troepen sturen op een missie die bij voorbaat tot mislukken is gedoemd, sterker nog, waarvan het er met terugwerkende kracht sterk op begint te lijken dat het element van de mislukking al in het scenario was verdisconteerd? Anders dan onder het glorierijke Franse volk heerst er in Nederland sinds enige decennia een behoedzame traditie met betrekking tot de overlevingskansen van de vaderlandse militair. Dat is geen klein goed. Tegenover zo'n vreesaanjagende overmacht als waarmee Dutchbat in Srebrenica werd geconfronteerd (tweehonderd inzetbare mannen tegenover tienduizend Servische vechtjassen, en daarbij nog eens drie- tot vijfduizend moslimstrijders van wie het ook maar de vraag was in welke richting ze zouden gaan schieten) was het natuurlijk totale waanzin om zelfs de schijn te wekken dat de enclave werd gezien als een verdedigbaar militair object.
WELBESCHOUWD WAS het bij een zo futiel verdedigingsapparaat een criminele daad om die enclaves in het leven te roepen, zoals Tadeusz Mazowiecki, de boos opgestapte speciale VN-gezant voor de mensenrechten, inmiddels heeft verkondigd. Crimineel niet alleen met betrekking tot het lot van degenen die dachten er een veilig heenkomen te hebben, maar ook voor de militairen die geacht werden het te verdedigen. De totale verwarring binnen de paarse coalitie over zin en onzin van de militaire aanwezigheid in Bosnie bood het verbijsterende tafereel dat de ene VVD'er als minister van Defensie per hot line overste Karremans standvastigheid zat in te praten, terwijl de andere liberaal als fractieleider overal verkondigde dat Nederland eigenlijk ‘niets te zoeken’ heeft in voormalig Joegoslavie. Een dergelijke fundamentele afwijzing van de legitimiteit en doelmatigheid van de militaire missie, stammend uit de directe achterban van de minister van Defensie zelf, had niet pas achteraf aan de orde mogen komen. Die had moeten worden behandeld voordat er ook maar een blauwhelm werd gestationeerd. Door al die tijd zo nadrukkelijk op twee benen te hinken heeft paars zich schuldig gemaakt aan een bijna cynisch te noemen gebrek aan verantwoordelijkeid.
Het kabinet heeft de mogelijke politieke crisis weten te bedwingen door een instant-revisie van de jongste geschiedenis. De zwaarwichtige garanties voor de toestand in de ‘safe havens’ werden met terugwerkende kracht geminimaliseerd tot de omschrijving van de Dutchbat-taak als niet meer dan een ‘alarmsysteem’. Loslating van het onderscheid tussen ‘good guys’ en ‘bad guys’ als verklaringsmodel van het conflict tussen respectievelijk de Bosnische moslims en de Bosnische Serviers (culminerend in de opmerking van Wim Kok dat beide partijen niet ‘bij zinnen’ zijn) nam ook al weer wat druk van de ketel.
En dan zijn er nu natuurlijk de massale bommentapijten op de stellingen der Bosnische Serviers, waar Nederland volgens een duidelijk opgeluchte Voorhoeve ‘een partijtje meeblaast’. Net als bij de ‘chirurgische bombardementen’ op Bagdad en omstreken, gedurende de uitvoering vrijwel alleen gekritiseerd door prins Claus, is Nederland nu zo over de rooie dat er waarschijnlijk zelfs een parlementaire meerderheid voor een atoombom op Pale bijeen te sprokkelen is. De dagdromen van de gewoonlijk toch vrij vredelievende Novib-man Max van den Berg over moordaanslagen op Radovan Karadzic waren al een aardige indicatie voor het adrenalineniveau in het vaderland. De verschrikkingen aangericht onder de Bosnisch-Servische burgerbevolking tijdens het jongste Kroatische tegenoffensief werden hier in het algemeen ook al verwelkomd met een daverend ‘net goed’.
De bijna psychotische propagandaslagen van de afgelopen drie jaar hebben de ratio in Nederland danig aangetast. The Economist, het toch niet van Servische sympathieen te verdenken lievelingsblad van Frits Bolkestein, alom geprezen vanwege de immer lucide realiteitszin, noemt de bombardementen van de Navo nu al ‘disproportioneel’. Met de tweehonderd bommenwerpers die vanaf 30 augustus jongstleden niet alleen de Servische stellingen rond Sarajevo aanvielen, maar ook die bij de ‘safe areas’ Tuzla en Gorazde, de Bosnisch-Servische hoofdstad Pale en het in west-Bosnie gelegen Mostar, demonstreert de Navo vooral tegen de eigen onmacht. De grote vraag is wat men straks aantreft als de rookwolken zijn opgetrokken: een op zijn knieen gedwongen Karadzic of een door nog meer en nog allesverzengender haat verscheurde ex- natie.
ALS HET FRITS BOLKESTEIN met zijn indertijd met veel aplomb gebrachte Carrington-doctrine werkelijk ernst was, zou hij zijn grote liberale tegenvoeter Voorhoeve, jarenlang zijn grote sta-in-de-weg in de pikorde der VVD, nu voor eens en altijd hebben weggewerkt. Zoals gebruikelijk bij Bolkestein bleken de zo geruchtmakende uitspraken echter alleen bedoeld voor het publicitaire effect op korte termijn. Dat is op zich geen ongunstige ontwikkeling voor het lot der Nederlandse natie onder paars, alwaar een verlichte liberaal van het model- Voorhoeve maar moeilijk zou kunnen worden gemist. De vraag blijft wel: hoe erg moet men dan mislukken voor de hakbijl der ministeriele verantwoordelijkheid valt?
De toegestane faalmarge is met het drama van Srebrenica zo kamerbreed opgerekt dat het bijna lijkt op een ‘anything goes’. In de luchthartige sfeer die paars nu over zichzelf heeft afgeroepen, zou Hans Wijers makkelijk met de gevraagde miljarden voor Fokker-Dasa op de proppen kunnen komen en mag Winnie Sorgdrager heel haar begroting verkwanselen aan wederrechtelijke undercover-operaties in het cocaine-circuit. Er is sprake van een gevaarlijke precedentwerking.
De paarse bunker
Eigenlijk hadden de jongens van Karremans een hekel aan de moslims die ze moesten verdedigen. En Mladic was eigenlijk wel een toffe peer. De trieste balans van weer een mislukt militair avontuur. Over het cynisme van de besluiteloosheid.
GEEN OVERBODIG initiatief, de ‘stroomlijning’ van het Nederlandse militaire apparaat die minister Voorhoeve zich plechtig heeft voorgenomen. De ‘interne communicatie’ liet inderdaad ‘te wensen over’. Wat heet: Dutchbat-aanvoerder Karremans viel niet alleen als een blok voor het charismatische krachtsvertoon van generaal Mladic en zijn gillende varken, onze jongens blijken nu tijdens hun mission impossible in de islamitische enclaves te zijn veranderd in mogelijk nog rabiatere moslim-haters dan hun Servische overmeesteraars.
www.groene.nl/1995/36